Page 177 of 364

175
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Automatische transmissie met "TipTronic"-systeem
Selectiehendel
P. Parkeerstand.
-
S tilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
-
S
tarten van de motor.
R.
A
chteruitversnelling.
-
A
chteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
N
eutraalstand.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.
-
S
tarten van de motor.
D.
A
utomatische werking.
M+ / - .
Z
elf schakelen tussen de zes
versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P.
P
arking (parkeerstand).
R.
R
everse (achteruitversnelling).
N.
N
eutral (neutraalstand).
D.
D
rive (automatisch schakelen).
S.
P
rogramma Sport .
T .
P
rogramma Sneeuw .
1
t /m 6.
In
geschakelde versnellingen bij
handmatig schakelen.
-.
O
ngeldige waarde bij handmatig
schakelen.
Schakelpatroon
1. Selectiehendel.
2. T o e t s "S" (Spor t) .
3.
T
o e t s " T" (Sneeuw) .
Bij de 6 -traps automaat kunt u kiezen uit
automatische bediening, aangevuld met de
programma's Sport en Sneeuw. U kunt met de
selectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
-
p
rogramma Sport
: dit schakelprogramma
maakt een meer dynamische rijstijl
mogelijk,
-
p
rogramma Sneeuw
: dit
schakelprogramma vereenvoudigt het
rijden op een ondergrond met weinig grip,
-
h
andmatig schakelen
: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
8
Rijden
Page 178 of 364

176
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Wegrijden
F Selecteer de stand D om automatisch te
laten schakelen tussen de zes versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg
en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de
stand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak
schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingsbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Automatisch
schakelprogramma
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R ,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor. Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
P of R als de auto niet volledig stilstaat.
F
T
rap het rempedaal in en selecteer de
stand P of N .
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het multifunctionele
display.
F
T
rap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
Z
et de handrem vrij als deze niet in de
automatische stand staat.
F
S
electeer de stand R , D of M,
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Er wordt een melding weergegeven als
u de selectiehendel vanuit de stand P
in een andere stand probeert te zetten
zonder dat het rempedaal is ingetrapt.
Rijden
Page 179 of 364

177
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Op het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding T.
Programma Sneeuw "T"
F Druk op de toets " T" als de motor is
gestart.
De versnellingsbak past zich aan voor het
rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u
gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip. Op het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding S
.
Programma Sport "S"
F Druk op de toets "S" als de motor is
gestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een dynamische rijstijl mogelijk.
Programma's Sport en Sneeuw
Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.
Terugkeren naar het
automatische programma
F Om terug te keren naar het automatische programma kunt u het programma Sport
of Sneeuw op elk gewenst moment
uitschakelen door opnieuw op de
desbetreffende toets te drukken.
Handmatig schakelen
F Selecteer de stand M om sequentieel te
schakelen in de zes versnellingen.
F
D
uw de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen.
F
T
rek de selectiehendel naar het symbool -
om één versnelling terug te schakelen.
Op het instrumentenpaneel
verdwijnt de aanduiding D en
verschijnen achtereenvolgens de
ingeschakelde versnellingen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto en
het toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening. Er kan elk moment van de stand D (rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
versnellingsbak automatisch de stand M1
.
De programma's Sport en Sneeuw kunnen
niet worden ingeschakeld in de handbediende
stand. Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
8
Rijden
Page 180 of 364

178
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N bewegen om
de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto te blokkeren (als de handrem niet in de
automatische stand staat).
Storing
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het
multifunctionele display, duidt dit op
een storing in de versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met een
noodprogramma en blijft de 3
e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Wend u tot het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dit verklikkerlampje kan ook gaan branden bij
het openen van een portier.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in). De automatische versnellingsbak kan
beschadigd raken:
-
a
ls u het gaspedaal en het
rempedaal gelijktijdig intrapt,
-
a
ls u, indien de accu geen stroom
levert, de selectiehendel vanuit
de stand P geforceerd naar een
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens
langdurig stilstaan met draaiende motor
(file...) te beperken, de selectiehendel
in de stand N en trek de handrem aan,
behalve als deze in de automatische
stand staat.
Als de selectiehendel niet in de stand
P staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer
45
seconden een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand
P ; het geluidssignaal stopt en de
melding verdwijnt.
Rijden
Page 181 of 364

179
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Schakelindicator*
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangt
namelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het
al dan niet opvolgen van een schakeladvies van
het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.Voorbeeld:
-
U r
ijdt in de derde versnelling.
-
U t
rapt het gaspedaal in.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet
worden ingeschakeld om het brandstofverbruik
te reduceren.
* Volgens motoruitvoering.Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief
in de handgeschakelde stand.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi 136 - of
150-dieselmotor en een handgeschakelde
versnellingsbak kan het systeem u onder
bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten,
om het tijdelijk afzetten van de motor mogelijk
te maken (STOP-fase van het Stop & Start-
systeem). In dat geval wordt de aanduiding N
weergegeven op het instrumentenpaneel.
8
Rijden
Page 182 of 364

180
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
- auto met een handgeschakelde versnellingsbak: als u bij een snelheid lager dan
20
km/h (of bij stilstaande auto in het geval van
een auto met een PureTech 130
-, BlueHDi 115 -
of BlueHDi 120-motor) de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en het koppelingspedaal
loslaat,
- auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak: als u bij een snelheid
lager dan 8
km/h het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in de stand N zet,
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- he t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10
km/h heeft gereden,
-
d
e auto stilstaat op een steile helling
(stijgend of dalend),
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem in de STOP-stand
is gezet. Zet in dat geval altijd het
contact af en neem de sleutel uit het
contactslot. Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel
en stil.
Het Stop&Start-systeem is perfect afgestemd
op stadsgebruik en zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in
het interieur tijdens het wachten.
-
a
uto met een automatische transmissie:
als u bij stilstaande auto het rempedaal
intrapt of de selectiehendel in de stand N
zet.
Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten
dat de motor afgezet is, opgeteld en
weergegeven. Elke keer als u het
contact opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0
gezet.
Rijden
Page 183 of 364

181
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt automatisch
gestart:
-
a
uto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als u het
koppelingspedaal volledig intrapt,
-
a
uto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak:
● als
u het rempedaal loslaat ter wijl de
se
lectiehendel in de stand A of M staat,
● of
als u, ter wijl de selectiehendel in
d
e stand N staat en het rempedaal is
losgelaten, de selectiehendel in de stand
A of M zet,
● of
als u de achteruitversnelling
i
nschakelt.
-
a
uto met een automatische transmissie:
● als
u het rempedaal loslaat ter wijl de
se
lectiehendel in de stand D of M staat,
● of
als u, ter wijl de selectiehendel in
d
e stand N staat en het rempedaal is
losgelaten, de selectiehendel in de stand
D of M zet,
● of
als u de achteruitversnelling
i
nschakelt. Het verklikkerlampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Uitschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF" in
te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is
dan 25
km/h (handgeschakelde
versnellingsbak, 3
km/h bij een auto met
een PureTech 130 -, BlueHDi 115 - of
BlueHDi 120 -motor), 11
km/h (elektronisch
gestuurde versnellingsbak) of 3
km/h
(automatische transmissie),
-
d
e elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...). Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
8
Rijden
Page 184 of 364

182
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
InschakelenStoringen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar "ECO OFF"
knipperen en vervolgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer wil
aanslaan of direct afslaat: alle verklikkerlampjes
branden. Zet in dat geval het contact af en start
de auto dan met behulp van de sleutel.
Onderhoud
Dit systeem heeft specifieke kenmerken en maakt
gebruik van een speciale 12V-accu (raadpleeg
voor meer informatie het PEUGEOT-netwerk).
Het gebruik van een andere dan de door
PEUGEOT voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Maak voor het opladen van de 12V-accu
gebruik van een 12V-acculader. De polariteiten
mogen hierbij niet worden omgekeerd.
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u het contact
opnieuw aanzet. Schakel omwille van de veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit als u
handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden
uitvoeren bij het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Schakel de functie Stop & Start uit en rij
stapvoets als u over een overstroomde
weg rijdt of een wed oversteekt.
Rijden