Page 25 of 364

23
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Additief AdBlue®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
+ knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen : neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij.
U moet het additiefreservoir bijvullen met minimaal
3,8
liter AdBlue
®.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Raadpleeg voor het bijvullen of voor meer informatie over het additief AdBlue
® de desbetreffende rubriek.
1
Controle tijdens het rijden
Page 26 of 364

24
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Controlelampjebrandt OorzaakActies / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. Na bevestiging van de storing
in het emissieregelsysteem
kunt u maximaal 1100
km
afleggen voordat het systeem
het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te
voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. U hebt de actieradius
overschreden die is
toegestaan na de bevestiging
van de storing in het
emissieregelsysteem: het
starten van de motor wordt
geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.Neem verplicht
contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
Controle tijdens het rijden
Page 27 of 364

25
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Motoroliedrukpermanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laadstroom
accu * permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.Eén of meerdere achterpassagiers
hebben de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Een of meer
portier
en
geopend
permanent, bij een snelheid
lager dan 10 km/h.Een portier, de achterklep, het
onderste deel van de achterklep of
de motorkap (uitsluitend met alarm) is
niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10
km/h.
* Volgens land van bestemming.
1
Controle tijdens het rijden
Page 28 of 364

26
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Bochtverlichting knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+ knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Aanwezigheid
water in
brandstof permanent.
Er bevindt zich water in het
brandstoffilter. Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij
dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 29 of 364
27
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te hoog.
Het waarschuwingslampje te hoge
koelvloeistoftemperatuur 1
gaat branden in
combinatie met het waarschuwingslampje
STOP , een geluidssignaal en een melding
op het display. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk weer te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 30 of 364

28
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de
kilometerstand en de stand van de dagteller
aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de mate
van vervuiling van de motorolie ook invloed op
de berekening.
Controle tijdens het rijden
Page 31 of 364

29
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de sleutel
knipperen om aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0 zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met
dieselmotor gaat bij het aanzetten van
het contact in combinatie met deze
waarschuwing ook het verklikkerlampje
Service branden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
1
Controle tijdens het rijden
Page 32 of 364

30
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Motorolieniveaumeter*
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact
eerst de onderhoudsindicator en vervolgens
gedurende enkele seconden het motorolieniveau
weergegeven op het instrumentenpaneel.Olieniveau correct
Te weinig olieStoring van de motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil handmatig controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Als het motorolieniveau te laag is, knippert de
aanduiding " O I L"
of wordt de melding
"Te laag olieniveau" op het instrumentenpaneel
weergegeven in combinatie met het branden
van het verklikkerlampje Service en een
geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de rubriek "niveaus controleren".
Als de aanduiding "OIL - -" knippert of de melding
" Ongeldige meting olieniveau" wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid. * Volgens uitvoering.Raadpleeg de rubriek "niveaus
controleren".
Controle tijdens het rijden