6
5008_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Cockpit
Plafonniers 96, 97
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels/airbag aan
passagier szijde
14
0 -141, 14 4
Binnenspiegel
80
Middenconsole
101
Peugeot Connect USB
1
01, 310, 336
Zonneklep
100
Elektrische par keer rem
15
1-15 4, 15 6 -157
Zekeringen dashboard
2
37-240
Motorkapontgrendeling
1
96
Handgeschakelde zesversnellingsbak
169
Opschakelindicator
179
2Tronic versnellingsbak
1
70-174
Automatische transmissie
1
75-178
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Hill Holder
1
55
Eco-rijden
1
2-13 Peugeot Connect
Nav+
273-327
Datum/tijd instellen
4
0
Peugeot Connect
Sound
329-349
Datum/tijd instellen
3
5, 38
Ventilatie
6
0-61
Ventilatie achter
6
1
Handbediende airconditioning
62
-63
Automatische airconditioning
6
5-67
Achterruitverwarming
64
Indeling interieur
9
9 -100, 102
-
zonnescherm
-
o
pbergruimte bestuurderszijde
-
dashboardkastje
-
matten
12V-aansluiting
1
02
Datum/tijd instellen (zonder autoradio)
3
3
Overzicht
7
5008_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Cockpit
Head - up display 158 -159
"Distance alert" 1 60-162
Lichtschakelaar
82-87
Richtingaanwijzers
135
Snelheidsbegrenzer
163-165
Snelheidsregelaar
166-168
Buitenspiegels
79
Ruitbediening, blokkering
5
3-54
Rij drukschakelaars
8
-10
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Koplampen in hoogte verstellen
8
9Instrumentenpaneel, displays
1
4-16
Verklikkerlampjes
16-26
Meters
27-31
Opschakelindicator
179
Knoppen 2 9, 31
- check/onderhoudsindicator/dagteller
- d immer dashboardverlichting
Stuurwiel verstellen
8
1
Cla xon
13 5Multifunctionele displays
3
2- 40
-
D
isplay A
- D isplay C
- K leurendisplay 16/9
Wegklapbaar display
4
1
Urgence-oproep of Assistance- oproep
2
70-271
Centrale rij drukschakelaars
8
-10
Alarmknipperlichten
1
35
Head - up display
15
8 -159
"Distance alert"
1
60-162
Ruitenwisserschakelaar
91-95
Boordcomputer
4
2- 45
Contactslot, starten/afzetten
1
48-150
Panoramadak
106-107
.
Overzicht
14
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Instrumentenpanelen
De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto.
Klokken
1. Toerenteller G
eeft het motortoerental aan (x 1000 t /min).
2.
K
oelvloeistoftemperatuurmeter.
G
eeft de koelvloeistoftemperatuur aan
(°Celsius).
3.
Br
andstofniveaumeter.
G
eeft de resterende hoeveelheid brandstof
in de tank aan.
4.
Sn
elheidsmeter.
G
eeft de wagensnelheid aan (km/h of
m p h).
5.
Di
splay.
6.
K
nop.
T
ijdelijk weergeven van de
onderhoudsindicator en de actieradius
van het additief voor de emissieregeling
(AdBlue
®). W
eergeven en resetten van de
geselecteerde functie (dagteller of
onderhoudsindicator).
7.
D
immer dashboardverlichting.
K
nop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting, bij
ingeschakelde verlichting.
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een
bepaalde functie de desbetreffende
rubriek.
Controle tijdens het rijden
19
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP
permanent, alleen of in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding op het
display.Dit waarschuwingslampje brandt
bij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit of het koelcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
1
Controle tijdens het rijden
31
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel handmatig aanpassen aan
het licht van de omgeving.Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden
ingesteld als de verlichting van de auto is
uitgeschakeld of, bij auto's met verlichting
overdag, in de dagstand staat.
Actief
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:F druk op de knop om de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel te variëren,
F
a
ls de verlichting de zwakste stand heeft
bereikt, laat de knop dan los en druk hem
opnieuw in om de verlichting weer feller te
maken,
of
F als de verlichting de sterkste stand heeft bereikt,
laat de knop dan los en druk hem opnieuw in
om de verlichting weer zwakker te maken,
F laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Als de lichten branden, kan de
verlichting niet worden gedoofd, maar
kunt u deze tot de zwakste stand
instellen.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
1
Controle tijdens het rijden
61
5008_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
A
ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan,
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Z
et de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
F
K
ies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig
gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruiten
beslaan.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in
perfecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen (zie het hoofdstuk "Controles").
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde
actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
A
ls de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit
heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
B
ij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
C
ondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water
onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Regeling ventilatie
achter
Draai, na het indrukken van de toets "REAR", aan de
draaiknop voor de zijventilatieroosters achter om de
luchthoeveelheid te verhogen of te verlagen.
Let erop dat de zijventilatieroosters en de
uitstroomopeningen in de vloer niet afgedekt worden.
De luchttoevoer kan worden gestopt door de
ventilatieroosters te sluiten en de draaiknop op 0
te
zetten.
3
Comfort
99
5008_nl_Chap05_amenagements_ed01-2015
Indeling interieur
1. Zonneklep
2.
H
andgreep met kledinghaak
3.
O
pbergvakje
4.
O
pbergruimte onder het stuur wiel
5.
O
pbergvak
6.
V
erlicht dashboardkastje
7.
P
ortier vakken
8.
1
2V-aansluiting vóór (120 W)
9.
O
pbergvak
10.
P
EUGEOT
C
onnect USB
11.
B
ekerhouder
12 .
1
2V-aansluiting achter (120 W)
5
Indelingen
100
5008_nl_Chap05_amenagements_ed01-2015
Opbergvakken
bestuurder
Opbergvak
Dit opbergvak biedt ruimte voor de
boorddocumenten,...
F
T
rek aan de handgreep om het opbergvak
te openen en kantel het opbergvak.
Ver lic ht
dashboardkastje
Het dashboardkastje bevat verschillende
ruimtes, audio-aansluitingen voor draagbare
apparaten,...
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het deksel wordt geopend.
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt en is voorzien van een make-
upspiegel met verlichting.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Kaarthouder
De kaarthouder is bedoeld om bijvoorbeeld een
kaartje van een tolweg of een parkeergarage
op te bergen.
Muntenvakje
Opbergvak
Raadpleeg voor het aansluiten van
draagbare audio-apparatuur de rubriek
"Audio en telematica".
Indelingen