Page 81 of 805
Beperkingen ten aanzien van de detectie van zijdelingse botsingen:
In de volgende illustraties worden voorbeelden gegeven van zijdelingse botsingen die
mogelijk niet als ernstig genoeg bespeurd worden om de SRS airbaguitrusting te activeren.
Zijdelingse botsingen tegen bomen of palenZijdelingse botsingen met tweewielige
voertuigen
Kantelen
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
2-65
Page 82 of 805
Page 83 of 805

3Alvorens te gaan rijden
Gebruik van diverse voorzieningen, zoals sleutels, portieren, spiegels en ruiten.
Sleutels ...................................................... 3-2
Sleutels ................................................ 3-2
Afstandbediende
portiervergrendeling ............................ 3-4
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling ............................. 3-10
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling
í....................... 3-10
Werkingsbereik ................................. 3-11
Portieren en sloten ................................. 3-13
Portiersloten ...................................... 3-13
Achterklep ......................................... 3-25
Brandstof en emissie .............................. 3-31
Voorzorgsmaatregelen ten aanzien van
brandstof en motoruitlaatgassen ........ 3-31
Afsluitklep van brandstoftankdop en
brandstoftankdop .............................. 3-36
Stuurwiel ................................................ 3-38
Stuurwiel ........................................... 3-38
Spiegels ................................................... 3-39
Spiegels ............................................. 3-39
Ruiten ..................................................... 3-43
Elektrische ruitbediening .................. 3-43
Schuifdak
í....................................... 3-49Beveiligingssysteem ............................... 3-52
Aanbrengen van wijzigingen en
aanvullende apparatuur ..................... 3-52
Start-blokkeersysteem ....................... 3-52
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen)
í...................... 3-55
Anti-diefstal beveiligingssysteem (Behalve
Europese modellen)
í........................ 3-60
Rijtips ..................................................... 3-63
Inrijden .............................................. 3-63
Brandstofbesparing en
milieubescherming ............................ 3-63
Moeilijke rijomstandigheden ............ 3-64
Vloermat ........................................... 3-66
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................... 3-67
Rijden in de winter ............................ 3-67
Doorwaden van water ....................... 3-70
Informatie betreffende de turbolader
(SKYACTIV-D 2.2) .......................... 3-71
Slepen ..................................................... 3-72
Trekken van een caravan en aanhanger
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ............................................... 3-72
3-1íBepaalde modellen.
Page 84 of 805

Sleutels
WAARSCHUWING
Laat nooit de sleutel in uw auto achter
wanneer er zich kinderen in bevinden
en bewaar ze op een plaats waar uw
kinderen ze niet kunnen vinden en er
niet mee kunnen spelen:
Het is gevaarlijk kinderen in een auto
achter te laten waarvan de sleutel in
het contact steekt. Dit kan tot gevolg
hebben dat iemand ernstig letsel wordt
toegebracht of zelfs tot een ongeluk
met dodelijke afloop leiden. Kinderen
vinden deze sleutels mogelijk
interessant speelgoed en zouden de
elektrische ruitbediening of andere
functies in werking kunnen stellen of
zelfs de auto in beweging kunnen
zetten.
OPGELET
lAangezien de sleutel (zender)
gebruik maakt van radiogolven van
lage intensiteit, bestaat de kans dat
deze onder de volgende
omstandigheden niet correct
functioneert:
lDe sleutel wordt meegedragen
samen met
communicatieapparatuur zoals
mobiele telefoons.
lDe sleutel komt in contact met of
wordt afgedekt door een metalen
voorwerp.
lDe sleutel bevindt zich in de buurt
van elektronische apparatuur
zoals personal computers.
lEr is niet-originele Mazda
apparatuur in de auto
geïnstalleerd.
lEr bevindt zich apparatuur welke
radiogolven uitzendt in de buurt
van de auto.
lHet is mogelijk dat de sleutel
(zender) buitengewoon veel
batterijvermogen verbruikt als deze
radiogolven van hoge intensiteit
ontvangt. Plaats de sleutel niet in de
buurt van elektronische apparatuur
zoals televisies of personal
computers.
3-2
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Page 85 of 805

OPGELET
lVolg onderstaande instrukties om
beschadiging van de sleutel (zender)
te voorkomen:
lLaat de sleutel niet vallen.lLaat de sleutel niet nat worden.lDe sleutel niet demonteren.lStel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals
het dashboard of de motorkap,
onder direct zonlicht.
lStel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
lGeen zware voorwerpen op de
sleutel plaatsen.
lDe sleutel niet in een ultrasonisch
reinigingsapparaat plaatsen.
lGeen magnetische voorwerpen in
de buurt van de sleutel brengen.
Het codenummer van de sleutels is
ingeponst op het plaatje dat aan de
sleutelset bevestigd is; maak dit plaatje los
en bewaar dit op een veilige plaats (niet in
de auto) voor het geval u een nieuwe
sleutel moet bestellen (hulpsleutel).
Noteer ook het codenummer en bewaar
dit op een aparte veilige en handige plaats,
echter niet in de auto.
Indien u uw sleutel (hulpsleutel) heeft
verloren, uw codenummer opzoeken en
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
OPMERKING
lDe bestuurder dient de sleutel bij
zich te dragen om er voor te zorgen
dat het systeem correct werkt.
lHoud steeds een reservesleutel bij de
hand voor het geval er een sleutel
verloren raakt. Raadpleeg in het
geval van verlies van een sleutel zo
spoedig mogelijk een officiële
Mazda reparateur.
Hulpsleutel
Plaatje met
sleutelcodenummer
Zender
Voor gebruik van de hulpsleutel, op de
knop drukken en de sleutel (zender) naar
buiten trekken.
Knop
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-3
Page 86 of 805

Afstandbediende
portiervergrendeling
Dit systeem maakt gebruik van de
sleuteltoetsen om op afstand de portieren
en de achterklep te vergrendelen en te
ontgrendelen.
Het systeem kan de motor starten zonder
dat u de sleutel uit uw portemonnee of zak
hoeft te nemen.
Bediening van het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ook mogelijk bij
modellen die voorzien zijn van een anti-
diefstal beveiligingssysteem.
Druk de toetsen langzaam en nauwkeurig
in.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingslampjes of pieptonen.
Controleer bij auto's met een A type
instrumentengroep het getoonde bericht
voor meer informatie en laat de auto
indien nodig door een deskundige
reparateur inspecteren, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur,
overeenkomstig de indikatie.
lKEY waarschuwingslampje (Rood)
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-38.
lWaarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP)
Zie Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP) op
pagina 7-53.
lSleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Zie Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon op pagina
7-53.In geval u problemen heeft met de
functies van de sleutel, raadpleegt u een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Als uw sleutel verloren is geraakt of
gestolen is, zo spoedig mogelijk contact
opnemen met een officiële Mazda
reparateur voor een nieuwe sleutel en de
verloren of gestolen sleutel onbruikbaar
laten maken.
OPGELET
Veranderingen of modificaties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
lDe werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kan als
gevolg van plaatselijke
omstandigheden variëren.
lHet afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is
volledig operationeel (portier/
achterklep vergrendelen/
ontgrendelen) wanneer de
startdrukknop uit gezet is. Het
systeem werkt niet als de
startdrukknop in een andere stand
dan uit gezet wordt.
lIndien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is de
batterij mogelijk uitgeput. Zie voor
het plaatsen van een nieuwe batterij
Vernieuwen van de batterij (pagina
6-47).
3-4
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Page 87 of 805

OPMERKING
lDe levensduur van de batterij is
ongeveer 1 jaar. Vervang de batterij
door een nieuwe als het KEY
indikatielampje (groen) in de
instrumentengroep knippert (Type B
instrumentengroep) of het KEY
indikatielampje in de
instrumentengroepdisplay wordt
getoond (Type A
instrumentengroep). Het wordt
aanbevolen de batterij ongeveer
eenmaal per jaar te vernieuwen,
omdat de kans bestaat dat het KEY
waarschuwingslampje/
indikatielampje niet gaat branden of
knipperen, afhankelijk van hoe snel
de batterij uitgeput is geraakt.
lExtra sleutels zijn verkrijgbaar bij
een officiële Mazda reparateur. Per
auto kunnen in totaal 6 sleutels met
de afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een officiële Mazda reparateur.
qZender
Bedieningstoetsen Werkingsindikatielampje
OPMERKING
l(Europees model)
De koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van de
zender.
Zie Vertrekverlichtingsysteem op
pagina 4-96.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De
waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) op pagina 3-55.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) op
pagina 3-60.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-5
Page 88 of 805

OPMERKING
l(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie,
Europese modellen)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met
behulp van de sleutel vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie,
behalve Europese modellen)
Er kan een pieptoon klinken voor
bevestiging wanneer de portieren en
de achterklep vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp van
de sleutel. Indien gewenst, kan de
zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Verander de instelling aan de hand van
de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
OPMERKING
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier de
LOCK toets op de sleutel gedurende
tenminste 5 seconden ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep
worden vergrendeld en de pieptoon
klinkt met het huidige ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de huidige
actieve instelling is, zal de pieptoon
niet klinken.) De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets op
de sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de actieve
instelling is, zal de pieptoon niet
klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
lZet het contact op ACC of ON.lSluit het bestuurdersportier.lOpen de achterklep.lDe sleutel wordt gedurende 10
seconden niet bediend.
lDruk op een willekeurige toets
behalve de LOCK toets op de
sleutel.
lEen verzoekschakelaar wordt
ingedrukt.
Wanneer de toetsen worden ingedrukt,
gaat het bedrijfsindikatielampje
knipperen.
Vergrendeltoets
Druk voor het vergrendelen van de
portieren en de achterklep op de
vergrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen eenmaal
knipperen.
3-6
Alvorens te gaan rijden
Sleutels