Page 529 of 805

OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afleidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Koppel opties”
5.Prompt:“Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Lijst”
7.Prompt:“XXXXX..., XXXXX...,
XXXXX... (Bijv. Apparatuur A,
apparatuur B, apparatuur C)”(De
gesproken begeleiding leest de
apparatuurnamen op die in het
handsfree systeem geregistreerd zijn.)
Druk tijdens het oplezen bij de
gewenste apparatuur met een korte
druk op de sprekentoets en geef
vervolgens een van de volgende
spraakopdrachten om deze uit te
voeren.
l“Selecteer telefoon”: Selecteert
apparatuur (mobiele telefoon)
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
l“Selecteer muziekspeler”: Selecteert
apparatuur (muziekspeler) wanneer
de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
l“Bewerken”: Bewerkt apparatuur
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
l“Doorgaan”: Gaat door met het
oplezen van de lijst.
l“Wissen”: Verwijdert de
geregistreerde apparatuur wanneer
de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
l“Vorige”: Keert terug naar de vorige
apparatuur met oplezing wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
8.Prompt:“Einde van de lijst. Wilt u
opnieuw beginnen?”
9.Zeg:[Geluidssignaal]“Nee”
10.Prompt:“Keer terug naar het
hoofdmenu.”
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
®eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is het
nodig de verbinding te wijzigen. Na het
wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
(Handsfree telefoon)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-101
Page 530 of 805
![MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch) 3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Selecteer
telefoon”
5 MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch) 3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Selecteer
telefoon”
5](/manual-img/28/13820/w960_13820-529.png)
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Selecteer
telefoon”
5.Prompt:“Noem de naam van het
apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX... (Bijv.
apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“X”(Zeg het
nummer van de mobiele telefoon die u
wilt verbinden.)
7.Prompt:“XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
9.Prompt:“XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”
(Muziekspeler)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Selecteer
muziekspeler”5.Prompt:“Noem de naam van het
apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX... (Bijv.
apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“X”(Zeg het
nummer van de muziekspeler die u wilt
verbinden.)
7.Prompt:“XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8.Zeg:
[Geluidssignaal]“Ja”
9.Prompt:“XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”
OPMERKING
lWanneer de verbinding met het
geselecteerde apparaat is voltooid,
wordt het
ofsymbool getoond.
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
ofsymbool wordt
getoond.
lDe apparatuur (muziekspeler) kan
ook geselecteerd worden door het
bedienen van de paneeltoets.
Wissen van een apparaat
Geregistreerde apparatuur (mobiele
telefoon) kunnen afzonderlijk of
gezamenlijk verwijderd worden.
5-102
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Page 531 of 805

OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afleidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Koppel opties”
5. Prompt:“Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
OPMERKING
Geregistreerde apparatuur (mobiele
telefoon) kan verwijderd worden met
behulp van de registratielijst.
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Wissen”
7.Prompt:“Noem de naam van het
apparaat dat u wilt wissen. Beschikbare
apparaten zijn XXXXX... (Bijv.
apparatuur A), XXXXX... (Bijv.
apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C), of alles wissen. Welk
apparaat wilt u openen?”
8.Zeg:[Geluidssignaal]“X”(Zeg het
nummer van de apparatuur die u wilt
verwijderen.)
OPMERKING
Zeg“Alles”voor het verwijderen van
alle apparatuur (mobiele telefoon).
9.Prompt:“Wordt gewist XXXXX...
(Bijv. apparatuur B...) (Geregistreerde
apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
10.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
11.Prompt:“Gewist”
Bewerken van geregistreerde
apparatuur
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Koppel opties”
5.Prompt:“Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Bewerken”
7.Prompt:“Noem de naam van het
apparaat dat u wilt bewerken.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX... (Bijv.
apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
8.Zeg:[Geluidssignaal]“X”(Zeg het
nummer van de apparatuur die u wilt
bewerken.)
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-103
Page 532 of 805
9.Prompt:“Voer een nieuwe naam in.”
10.Zeg:[Geluidssignaal]“XXXXX...
(Bijv. apparatuur C)”(Spreek een
“apparatuurnaam”uit, een
willekeurige naam voor de
apparatuur.)
11.Prompt:“XXXXX... (Bijv.
apparatuur C) (apparatuurnaam) is dit
nummer correct?”.
12.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
13.Prompt:“De nieuwe naam is
opgeslagen.”Gereed maken van Bluetooth®audio
Instellen van Bluetooth
®
audioapparatuur
Paren van Bluetooth
®audio, maken van
wijzigingen, verwijderen en tonen van
informatie over de gepaarde apparatuur is
mogelijk.
1. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de audioregelknop wordt
ingedrukt. Selecteer“BT SETUP”.
* * *
*
* De indicatie verandert afhankelijk van
de geselecteerde modus.
5-104
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Page 533 of 805

2. Draai de audioregelknop en kies de
gewenste modus.
Display Modus Functie
PAIR
DEVICEParingmodusParen van Bluetooth®
audioapparatuur
LINK
CHANGEModus voor
verbindings-
wijzigingWijzigen van de
verbinding naar
Bluetooth
®
audioapparatuur
PAIR
DELETEParing
verwijderen
modusVerwijderen van de
verbinding naar
Bluetooth
®
audioapparatuur
DEVICE
INFOWeergavemo-
dus voor
apparatuurin-
formatieWeergeven van de
informatie van de
Bluetooth
®eenheid van
de auto
3. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
Voordat Bluetooth
®audioapparatuur
beluisterd kan worden via de luidsprekers
van de auto, moet de apparatuur gepaard
worden met de Bluetooth
®eenheid van de
auto.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder Bluetooth
®audioapparatuur en
handsfree mobiele telefoons kunnen met
één auto gepaard worden.
OPMERKING
lAls Bluetooth®audioapparatuur
reeds met de auto is gepaard als een
handsfree mobiele telefoon, hoeft
deze niet nogmaals gepaard te
worden wanneer de apparatuur als
Bluetooth
®audioapparatuur gebruikt
wordt. Omgekeerd hoeft de
apparatuur niet nogmaals gepaard te
worden als een handsfree mobiele
telefoon als deze reeds als
Bluetooth
®audioapparatuur gepaard
is.
lRegistratie van apparatuur is ook
mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
Zie de bijbehorende
gebruikershandleiding voor de bediening
van de Bluetooth
®audioapparatuur zelf.
Bepaalde Bluetooth®audioapparatuur
heeft PIN codes (vier cijfers). Zie de
gebruikershandleiding van de
audioapparatuur omdat de
paringsprocedure verschilt afhankelijk of
deze voorzien is van een PIN code of niet.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
met een viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus“PAIR
DEVICE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat“ENTER
PIN”gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt“PIN
0000”getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-105
Page 534 of 805

3. Voer de PIN code van uw Bluetooth®
audioapparatuur in door de
voorkeuzezendertoetsen 1 tot 4 in te
drukken terwijl“PIN 0000”wordt
getoond.
Druk voorkeuzezendertoets 1 in voor
het invoeren van het eerste cijfer, 2
voor het tweede, 3 voor het derde en 4
voor het vierde. Als de PIN code
bijvoorbeeld“4213”zou zijn, de
voorkeuzezendertoets 1 viermaal (1, 2,
3, 4), toets 2 tweemaal (1, 2), toets 3
eenmaal (1) en toets 4 driemaal (1, 2,
3) indrukken. Als de weergave van
“PIN 0000”verdwijnt alvorens de
invoer van de PIN code is voltooid, de
procedure vanaf stap 1 herhalen.
OPMERKING
Sommige apparatuur accepteert enkel
een bepaalde paringcode (gewoonlijk
“0000”of“1234”). Zie de
gebruikershandleiding van uw mobiele
telefoon en probeer deze nummers
indien nodig als paren niet kan worden
voltooid.
4. Druk terwijl de ingevoerde PIN code
wordt getoond de audioregelknop in.
“PAIRING”knippert op de display.
5. Bedien de Bluetooth
®audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl“PAIRING”knippert.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt
“
”en“PAIR SUCCESS”na
ongeveer 10-30 seconden getoond,
waarna“PAIR SUCCESS”nog
gedurende drie seconden wordt
getoond en de eenheid vervolgens
terugkeert naar de normale display.
OPMERKING
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls het paren gefaald heeft, knippert
“Err”gedurende drie seconden.
lHet paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt“PAIR DISABLE”
getoond.
lAls zeven stuks Bluetooth®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere
paring plaatsvinden en wordt
“MEMORY FULL”getoond.
Voordat andere apparatuur gepaard
kan worden dient één gepaard
apparaat verwijderd te worden.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
zonder viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus“PAIR
DEVICE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van de Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat“ENTER
PIN”gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt“PIN
0000”getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
3. Druk terwijl“PIN 0000”wordt
getoond de audioregelknop in.
“PAIRING”knippert op de
audiodisplay.
5-106
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Page 535 of 805

4. Bedien de Bluetooth®audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl“PAIRING”knippert.
5. Voer“0000”in aangezien voor de
Bluetooth
®audioapparatuur een PIN
code vereist is.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt
“
”en“PAIR SUCCESS”na
ongeveer 10-30 seconden getoond,
waarna“PAIR SUCCESS”nog
gedurende drie seconden wordt
getoond en de eenheid vervolgens
terugkeert naar de normale display.
OPMERKING
lAls paren niet kan worden voltooid,
in plaats hiervan“1234”proberen.
Zie de gebruikershandleiding van uw
mobiele apparatuur voor de juiste
PIN code.
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls het paren gefaald heeft, knippert
“Err”gedurende drie seconden.
lHet paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt“PAIR DISABLE”
getoond.
lAls zeven stuks Bluetooth®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere
paring plaatsvinden en wordt
“MEMORY FULL”getoond.
Voordat andere apparatuur gepaard
kan worden dient één gepaard
apparaat verwijderd te worden.Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
®eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is het
nodig de verbinding te wijzigen. Na het
wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus“LINK
CHANGE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
®audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-107
Page 536 of 805

4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het“
”symbool verdwijnt en
“PAIRING”knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer“GO BACK”wordt
geselecteerd en de audioregelknop
wordt ingedrukt, keert de display terug
naar“LINK CHANGE”.6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is
gemaakt, wordt het“
”symbool
nogmaals getoond, tezamen met
“LINK CHANGED”.“LINK
CHANGED”wordt gedurende drie
seconden getoond, vervolgens keert de
normale display terug.
OPMERKING
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth®type audioapparatuur
wilt gebruiken dat reeds eerder met
de Bluetooth
®eenheid is gepaard,
dient de verbinding gewijzigd te
worden naar deze apparatuur.
lAls zich tijdens het verbinden van
apparatuur een fout voordoet,
knippert“Err”gedurende drie
seconden op de display en keert de
display terug naar“LINK
CHANGE”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie van de
apparatuur in de auto (niet in de
bagageruimte of in een metalen
doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
lHet selecteren van apparatuur is ook
mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
5-108
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®