Page 33 of 805
Middelste zitting van achterzitting
qUitbouwen/Inbouwen
Voor het verwijderen van de hoofdsteun,
de ontgrendeling indrukken en de
hoofdsteun omhoog trekken.
Steek voor het installeren van de
hoofdsteun de pootjes in de gaten terwijl u
de ontgrendeling indrukt.
WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt
worden steeds met de hoofdsteunen
ingestoken en zorg ervoor dat ze goed
geïnstalleerd zijn:
Rijden zonder dat de hoofdsteunen
zijn geïnstalleerd is gevaarlijk. Als u
geen steun achter uw hoofd heeft, kan
in het geval van een botsing uw nek
ernstig letsel oplopen.
Na het aanbrengen van een
hoofdsteun, deze proberen omhoog te
trekken om er zeker van te zijn dat de
hoofdsteun goed vast zit:
Rijden met een niet goed bevestigde
hoofdsteun is gevaarlijk, aangezien de
hoofdsteun dan niet de juiste
bescherming kan bieden en tot gevolg
kan hebben dat de hoofdsteun
onverwachts van de zitting losraakt.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-17
Page 34 of 805
OPGELET
lLet er op bij het installeren van een
hoofdsteun dat deze correct geplaatst
wordt met de voorzijde van de
hoofdsteun naar voren gericht. Als
de hoofdsteun niet correct geplaatst
wordt, kan deze tijdens een botsing
van de zitting losraken en letsel
veroorzaken.
lDe hoofdsteunen van de voor- en
achterzittingen zijn specifiek voor
elke zitting. De posities van de
hoofdsteunen niet met elkaar
verwisselen. Als een hoofdsteun niet
op de correcte zitting wordt
geplaatst, kan de hoofdsteun tijdens
een botsing niet meer de juiste
bescherming bieden, waardoor letsel
veroorzaakt kan worden.
2-18
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 35 of 805

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op ernstig letsel tijdens ongevallen en plotseling stoppen
te verminderen. Het wordt door Mazda aangeraden dat de bestuurder en passagiers te allen
tijde gebruik maken van de veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/schoudergordels. Deze gordels zijn ook uitgerust met
oprolautomaten met traagheidsvergrendeling die er voor zorgen dat de gordels geen hinder
vormen wanneer ze niet gebruikt worden. De vergrendelingen maken het mogelijk dat de
gordels soepel en comfortabel om het lichaam sluiten, maar zullen op het moment van een
aanrijding in positie blokkeren.
Bij bepaalde modellen (met automatische blokkeerstand), werken de oprolautomaten van
de veiligheidsgordels van de buitenste zittingen in twee standen, de noodblokkeerstand en
voor kinderzitjes, de automatische blokkeerstand.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordels op de juiste wijze omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die
tijdens een botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders of
tegen objecten in de auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel
mogelijk met dodelijke afloop oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die
wel gebruik van de veiligheidsgordels maken aanzienlijk minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle
breedte van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen.
Dit leidt er toe dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend,
waardoor botbreuk of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw
veiligheidsgordel verdraaid is, moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er
uit halen zodat de veiligheidsgordel over de volledige breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon
tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van
de schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar
aan gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd
en ga pas met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de
juiste wijze hebben omgedaan.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-19
Page 36 of 805

WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen
beschadigd raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen
voldoende bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in
gebruik waren inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de voorzittingveiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze
na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er
steeds voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de
schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag
deze zo laag mogelijk om de heupen.
Bij een botsing waarbij de auto over de kop slaat is er bij een persoon die geen
veiligheidsgordel draagt een beduidend grotere kans op overlijden dan bij een persoon
die wel een veiligheidsgordel draagt.
2-20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 37 of 805

WAARSCHUWING
Instrukties voor gebruik van de veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en
behoren laag om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders
gedragen te worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel
rondom de buik dient vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in
overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij
bestemd zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan
aanzienlijk minder bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie
en chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen
het veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw
de gordels als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als geheel te vernieuwen nadat deze bij een
ernstige botsing zijn gedragen, ook als beschadiging van het gordelsysteem niet
duidelijk waarneembaar is.
Veiligheidsgordels behoren niet gedraaid te worden gedragen.
Elke veiligheidsgordel dient slechts door één inzittende te worden gebruikt; het is
gevaarlijk een veiligheidsgordel aan te brengen rondom een kind dat op iemands
schoot zit.
Door de gebruiker mogen er geen wijzigingen of toevoegingen worden aangebracht
die verhinderen dat de afstelmechanismen van de veiligheidsgordels de gordels
strakker kunnen aanspannen of die verhinderen dat de gordels door de gebruiker
strakker kunnen worden afgesteld.
OPGELET
Het oprollen van de veiligheidsgordels verloopt stroever wanneer de gordels en de
gordelgeleiders verontreinigd zijn. Houd deze dus altijd schoon. Zie voor meer
bijzonderheden betreffende het reinigen van de veiligheidsgordels“Onderhoud van de
veiligheidsgordels”(pagina 6-84).
Ring
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-21
Page 38 of 805

qGebruik van de veiligheidsgordels door zwangere vrouwen en personen met
ernstige medische condities
Zwangere vrouwen dienen altijd van de veiligheidsgordels gebruik te maken. Raadpleeg
uw dokter voor nader advies.
De heupgordel dient NAUWSLUITEND EN ZO LAAG MOGELIJK OM DE HEUPEN
gedragen te worden.
De schoudergordel dient correct over uw schouder gedragen te worden, echter nooit over
de buik.
Personen met ernstige medische condities dienen eveneens van de veiligheidsgordels
gebruik te maken. Raadpleeg uw dokter voor bijzondere instructies betreffende bepaalde
medische condities.
qNoodblokkeerstand
Wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand
bevinden.
In de noodblokkeerstand blijft de gordel comfortabel om de gebruiker zitten en zal de
oprolautomaat tijdens een aanrijding in positie blokkeren.
Als de gordel geblokkeerd is en niet naar buiten getrokken kan worden, de gordel eenmaal
laten oprollen en deze vervolgens langzaam proberen naar buiten te trekken. Als dit niet
werkt, de gordel eenmaal krachtig aantrekken en loslaten en vervolgens opnieuw langzaam
naar buiten trekken.
(Veiligheidsgordel met automatische blokkeerstand)
Als de gordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand bevinden, totdat
u de gordel in de automatische blokkeerstand zet door deze over de volledige lengte naar
buiten te trekken. Als de gordel strak aanvoelt en tijdens het rijden of bij stilstand
comfortabele beweging hindert, bestaat de kans dat de automatische blokkeerstand
ingesteld is, omdat u de gordel te ver naar buiten getrokken heeft. Wacht om de gordel
terug te zetten in de meer comfortabele noodblokkeerstand totdat u de wagen op een
veilige en vlakke plaats tot stilstand kunt brengen, laat de gordel volledig oprollen om deze
weer om te zetten naar de noodblokkeerstand en trek vervolgens de gordel opnieuw om u
heen.
2-22
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 39 of 805
qAutomatische blokkeerstandí
Gebruik altijd de automatische blokkeerstand om te voorkomen dat het kinderzitje in het
geval van een aanrijding naar een onveilige plaats verschoven wordt. Om de
veiligheidsgordel in de automatische blokkeerstand te krijgen, deze volledig naar buiten
trekken en aansluiten volgens de instrukties op het kinderzitje. De gordel wordt tot aan het
kinderzitje opgerold en houdt dit geblokkeerd. Zie het hoofdstuk betreffende kinderzitjes
(pagina 2-30).
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-23íBepaalde modellen.
Page 40 of 805
Veiligheidsgordels
qVastmaken van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordelgesp
Veiligheidsgordeltong
Plaats de heupgordel zo laag mogelijk,
niet op de onderbuik, en stel vervolgens
de schoudergordel zodanig af dat deze
nauwsluitend om uw lichaam past.
Laag om de
heupen houden
Te hoogAantrekken
qLosmaken van de veiligheidsgordels
Druk de knop op de veiligheidsgordelgesp
in. Als de gordel niet volledig wordt
opgerold, deze naar buiten trekken en op
verdraaiing en knikken inspecteren. Kijk
vervolgens of bij het oprollen de gordel
onverdraaid blijft.
Knop
OPMERKING
Als een gordel niet volledig wordt
opgerold, deze op verdraaiing en
knikken inspecteren. Als de gordel dan
nog steeds niet correct wordt opgerold,
deze door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur laten inspecteren.
2-24
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem