Page 649 of 841

OPGELET
lHet gebruik van oliesoorten met een andere viscositeit dan welke is aanbevolen voor
de betreffende buitentemperatuur, kan beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
l(SKYACTIV-D 2.2)
SKYACTIV-D 2.2 gebruikt voorgeschreven olie. Controleer de specificatie in het
instruktieboekje.Als andere motorolie dan de voorgeschreven olie wordt
gebruikt, zal de effectieve periode van gebruik van het dieseldeeltjesfilter verkort
worden of bestaat de kans dat het dieseldeeltjesfilter beschadigd wordt.
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5)
lHet is bij alle motoren normaal dat onder normale rijomstandigheden olie wordt
verbruikt.
Het is mogelijk dat het motorolieverbruik oploopt tot 0,8 liter/1000 km. Dit kan het
gevolg zijn van verdamping, interne ventilatie of verbranding van de smerende olie in
de werkende motor. Het is mogelijk dat het olieverbruik hoger is wanneer de motor
nog nieuw is als gevolg van het inrijdingsproces. Het olieverbruik is ook afhankelijk
van het motortoerental en de motorbelasting. Onder extreme rijomstandigheden is het
mogelijk dat het olieverbruik hoger is.
(SKYACTIV-D 2.2)
lTelkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de auto
zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindikatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden. Zie voor
het terugstellen van de motorstuureenheid de procedure voor het terugstellen van de
motorstuureenheid (pagina 6-28) of neem contact op met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-27
Page 650 of 841

OPMERKING
lInspecteer het motoroliepeil regelmatig. Als bij het inspecteren van de motorolie het
motoroliepeil hoger is dan het“X”merkteken op de peilstok, de motorolie verversen.
Dit dient te worden uitgevoerd door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur. Inspecteer bij het verversen van de motorolie het
motoroliepeil met behulp van de oliepeilstok en vul zodanig bij dat het motoroliepeil
binnen het bereik is van Vol en Laag zoals getoond in de afbeelding.
X merkteken Vo l Laag
qTerugstellen van de motorstuureenheid
OPMERKING
Deze procedure is bedoeld voor voertuigen met SKYACTIV-D 2.2 en voertuigen met
SKYACTIV-G 2.0 of SKYACTIV-G 2.5 waarbij de flexibele instelling voor het tijdstip
van het verversen van de motorolie is geselecteerd.
Laat na het verversen van de motorolie een reparateur zoals bijvoorbeeld een officiële
Mazda reparateur het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de
geregistreerde waarde uitvoeren. Als de waarde die door de computer is geregistreerd niet
wordt geïnitialiseerd, bestaat de kans dat het moersleutelindikatielampje niet uitgaat of
eerder dan normaal gaat branden.
6-28
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 651 of 841
OPMERKING
Het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de geregistreerde waarde
kan als volgt worden uitgevoerd:
1. Zet het contact op OFF.
2. Zet het contact op ON terwijl u de keuzeschakelaar ingedrukt houdt en blijf de
keuzeschakelaar gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt houden totdat het
hoofdwaarschuwingslampje
gaat knipperen.
Keuzeschakelaar
3. Nadat het hoofdwaarschuwingslampjeenkele seconden heeft geknipperd, is de
initialisatie voltooid
qControle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto op een vlakke
ondergrond staat.
2. Laat de motor warmdraaien totdat deze
de normale bedrijfstemperatuur bereikt
heeft.
3. Zet de motor stop en wacht tenminste 5
minuten om de olie naar het carter te
laten terugvloeien.
4. Trek de peilstok naar buiten, veeg deze
schoon en steek deze weer volledig in.SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
Vo l
In orde
Laag
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-29
Page 652 of 841
SKYACTIV-D 2.2
Laag In ordeVol
X merkteken
OPMERKING
(SKYACTIV-D 2.2)
Bij het inspecteren van het
motoroliepeil de oliepeilstok recht naar
buiten trekken, zonder deze te draaien.
Bij het weer insteken van de
oliepeilstok deze steeds insteken zonder
te draaien, zodat het“X”merkteken in
de richting van de voorzijde van de auto
wijst.
5. Trek de peilstok weer naar buiten en
controleer het oliepeil.
Het oliepeil is normaal als dit tussen
Laag en Vol staat.
Indien het peil in de nabijheid van of
onder Laag is, voldoende olie bijvullen
om het peil op Vol te brengen.
OPGELET
Nooit olie bijvullen hoger dan het Vol
peil. Dit kan beschadiging van de motor
veroorzaken.
6. Let er op of de O-ring op de peilstok
goed op zijn plaats zit alvorens de
peilstok opnieuw in te steken.7. Steek de peilstok volledig in.
6-30
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 653 of 841

Motorkoelvloeistof
qControleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als de
motor gedraaid heeft, kunnen delen
van de motorruimte bijzonder heet
worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof
dient door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar―aan het
begin van het winterseizoen―en alvorens
naar streken te reizen waar de
temperaturen tot onder het vriespunt
kunnen dalen.
Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.
De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen de F
en L streepjes op het
koelvloeistofreservoir te bevinden
wanneer de motor koud is.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-31
Page 654 of 841

SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
SKYACTIV-D 2.2
Indien het peil zich in de nabijheid van of
bij L bevindt, voldoende koelvloeistof in
het reservoir bijvullen voor beveiliging
tegen bevriezing en corrosie en het peil tot
bij F brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de dop
van de koelvloeistofreservoirtank stevig
vastdraaien.
OPGELET
lRadiateurkoelvloeistof tast de
laklaag aan.
Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.
lGebruik enkel zacht
(gedemineraliseerd) water in het
koelvloeistofmengsel. Water dat
mineralen bevat doet afbreuk aan de
effectieve werking van de
koelvloeistof.
lNiet enkel water toevoegen. Steeds
bijvullen met een juist
koelvloeistofmengsel.
lDe motor heeft aluminium
onderdelen en dient beschermd te
worden door een koelvloeistof op
ethyleen-glycol basis om corrosie en
bevriezing te voorkomen.
lGEBRUIK GEEN
koelvloeistofsoorten welke alcohol,
methanol, boraat of silicaat bevatten.
Deze koelvloeistofsoorten kunnen
het koelsysteem beschadigen.
lMENG GEEN alcohol of methanol
met de koelvloeistof. Dit kan het
koelsysteem beschadigen.
lGebruik geen oplossing die meer dan
60% antivries bevat.
Dit vermindert de effectieve
werking.
6-32
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 655 of 841

OPGELET
lAls de aanduiding“FL22”op of in
de buurt van de koelsysteemdop
wordt aangegeven, wordt bij
vervanging van de
motorkoelvloeistof gebruik van FL-
22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan
ernstige schade aan de motor en het
koelsysteem toebrengen.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
als het koelvloeistofreservoir leeg is of u
regelmatig nieuwe koelvloeistof moet
bijvullen.
Rem/koppelingsvloeistof
qControle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof
WAARSCHUWING
Laat de remmen inspecteren als het
niveau van de rem/koppelingsvloeistof
laag is:
Een laag niveau van de rem/
koppelingsvloeistof is gevaarlijk.
Een laag niveau kan duiden op
slijtage van de remvoeringen of een
lekkage in het remsysteem wat
weigeren van de remmen en een
ongeluk kan veroorzaken.
Het remsysteem en de koppeling
betrekken de vloeistof van hetzelfde
reservoir.
Controleer regelmatig het vloeistofniveau
in het reservoir. Het peil dient tussen de
MAX en MIN streepjes te worden
gehouden.
Het niveau gaat naargelang het aantal
gereden kilometers toeneemt geleidelijk
omlaag. Dit is normaal en houdt verband
met de slijtage van de rem/
koppelingsvoeringen. Laat het rem/
koppelingssysteem door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur controleren, indien het
niveau buitengewoon laag is.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-33
Page 656 of 841
Model met links stuur
Model met rechts stuur
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
qControle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het
reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries in
plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.
L
Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
6-34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud