Page 393 of 841

Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)í
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indikator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of sneller en
de radarsensor van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend voertuig in
botsing kan komen. Als verder de radarsensor bepaalt dat een botsing onvermijdelijk is,
wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Bovendien, wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, werken de remmen sneller om de
bestuurder te hulp te komen (voertuigen met remvloeistofvoorvulling).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd
altijd voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veilige
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-215íBepaalde modellen.
Page 394 of 841

OPMERKING
lHet Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
lHet contact op ON wordt gezet.lHet Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.lDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.lDe relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
lDe Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet.
lHet Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
lAls u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.lDe auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.lHet gaspedaal ingetrapt wordt.lHet rempedaal is ingedrukt.lHet stuurwiel gedraaid wordt.lDe keuzehendel bediend wordt.lDe richtingaanwijzer gebruikt wordt.lWanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
lWanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC)/lasersensor (voor), in de multi-
informatiedisplay worden getoond.
lHoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor de volgende objecten bespeurt, bepaalt dat
deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
lObjecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en
sneeuwbanken).
lEr verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek
of het maken van een bocht.
lBij het rijden over een smalle brug.lBij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.lBij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.lMetalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.lAls u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.lBij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.lTweewielige voertuigen zoals motorfietsen of fietsen.lVoetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.
4-216
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Page 395 of 841

OPMERKING
lWanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van de Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
waarschuwingsindikatie en de multi-informatiedisplay of de Active Driving Display
(met Active Driving Display).
qWaarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing met
een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een zoemtoon en wordt een
waarschuwing aangegeven in de multi-
informatiedisplay of Active Driving
Display (met Active Driving Display).
qStopzetten van de werking van
het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) kan tijdelijk buiten werking gesteld
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15.
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, gaat het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) OFF
indikatielampje branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-217
Page 396 of 841
OPMERKING
Als de werking van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd de
werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem
uitgeschakeld.
4-218
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Page 397 of 841

Vooruitrijcamera (FSC)í
Uw auto is uitgerust met een vooruitrijcamera (FSC). De vooruitrijcamera (FSC) is
geplaatst nabij de achteruitkijkspiegel en wordt gebruikt door de volgende systemen.
lKoplampregelsysteem (HBC)
lAdaptieve LED koplampen
lRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem(LDWS)
lVermoeidheidswaarschuwing
lRijstrookassistent
lSmart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De vooruitrijcamera (FSC) bepaalt de omstandigheden aan de voorzijde van de auto bij het
rijden in het donker en herkent rijbanen. De afstand waarover de vooruitrijcamera (FSC)
objecten kan herkennen varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
OPGELET
lBreng geen accessoires, stickers of folie op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC).
Als het gedeelte voor de lens van de vooruitrijcamera (FSC) door iets geblokkeerd
wordt, heeft dit tot gevolg dat het systeem niet correct functioneert. Dit kan tot gevolg
hebben dat de systemen niet normaal kunnen functioneren wat ongelukken kan
veroorzaken.
lDe vooruitrijcamera (FSC) niet demonteren of wijzigen.
Demonteren of wijzigen van de vooruitrijcamera (FSC) heeft defect raken of foutieve
werking tot gevolg. Dit kan tot gevolg hebben dat de systemen niet normaal kunnen
functioneren wat ongelukken kan veroorzaken.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-219íBepaalde modellen.
Page 398 of 841

OPGELET
lNeem voor de juiste werking van de vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lDe richting van de vooruitrijcamera (FSC) is met grote precisie afgesteld, dus de
montagepositie van de vooruitrijcamera (FSC) niet wijzigen en deze niet
verwijderen.
lWees voorzichtig de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet te beschadigen en
voorkom dat deze vuil wordt.
lDe afdekking van de vooruitrijcamera (FSC) niet verwijderen.lPlaats geen voorwerpen op het instrumentenpaneel die licht weerkaatsen.lHoud het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera altijd schoon door
vuil of wasem te verwijderen. Gebruik de voorruitontwaseming om wasem van de
voorruit te verwijderen.
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
voor wat betreft het reinigen van de binnenzijde van de voorruit rondom de
vooruitrijcamera (FSC).
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
alvorens reparaties rondom de vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
lDe vooruitrijcamera (FSC) is aan de voorruit gemonteerd. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor het
repareren en vervangen van de voorruit.
lNeem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur wanneer u reparaties rondom de achteruitkijkspiegel uitvoert.
lDe vooruitrijcamera (FSC) of het gedeelte er om heen niet blootstellen aan harde
schokken of stoten. Als de camera werd blootgesteld aan een krachtige schok, het
gebruik van het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem(LDWS), het
koplampregelsysteem (HBC), de adaptieve LED koplampen, het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS), de vermoeidheidswaarschuwing en
rijstrookassistent stoppen en een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur raadplegen.
lDe richting waarin de vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst, is met grote precisie
afgesteld. De installatiepositie van de vooruitrijcamera (FSC) niet veranderen en
deze niet verwijderen. Anders kan dit beschadiging of defecten veroorzaken.
4-220
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Page 399 of 841

OPMERKING
lIn de volgende gevallen kan de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten niet correct
bespeuren, waardoor de systemen niet normaal kunnen functioneren.
lDe hoogte van het voorliggende voertuig is laag.lU rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.lDe koplampen zijn bij avond of tijdens het rijden door een tunnel niet
ingeschakeld.
lIn de volgende gevallen bestaat de kans dat de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten
niet correct kan bespeuren.
lBij het rijden langs muren zonder patronen (zoals hekwerken en in de lengte
gestreepte muren).
lDe achterlichten van het voorliggende voertuig branden niet.lEr bevindt zich een voertuig buiten het verlichtingsbereik van de koplampen.lBij het maken van een scherpe bocht of het beklimmen of afdalen van een steile
helling.
lIn- of uitrijden van een tunnel.lDe auto is zwaar beladen zodat deze achterover helt.lEr schijnt fel licht aan de voorzijde van de auto (achteruitrijlicht of grootlicht van
tegemoetkomende voertuigen).
lHet voorliggende voertuig heeft veel lichtbronnen.lGeen achterlichten aan beide zijden van het voorliggende voertuig.lHet voorliggende voertuig heeft een speciale vorm.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-221
Page 400 of 841

Radarsensor (Voor)í
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
lMazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
lAfstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
lSmart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.
Radarsensor
Als“Radar voor geblokkeerd”wordt getoond in de multi-informatiedisplay van de
instrumentengroep, het gedeelte rondom de radarsensor (voor) reinigen.
OPGELET
Neem voor de juiste werking van elk van de systemen de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lBreng geen stickers aan (inclusief doorzichtige stickers) op de buitenkant van de
radiateurgrille en het voorembleem in en rondom de radarsensor (voor) en vervang de
radiateurgrille en het voorembleem niet door een product dat geen origineel product is
dat bestemd is voor gebruik met de radarsensor (voor).
lDe radarsensor (voor) omvat een functie voor het bespeuren van verontreiniging van
de voorzijde van de radarsensor en het informeren van de bestuurder. Echter
afhankelijk van de omstandigheden kan de detectie van de verontreiniging enige tijd
duren en bestaat de kans dat plastic zakjes, ijs of sneeuw niet bespeurd worden. In dit
geval is het mogelijk dat het systeem niet correct functioneert, dus houd de
radarsensor (voor) altijd schoon.
lInstalleer geen grillebeschermplaat.
4-222
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
i-ACTIVSENSE