Page 97 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO95
1
Initialisatie elektrische ruitbediening
Als de accu werd los gekoppeld of als de zekering is door-
gebrand, moet het systeem opnieuw worden geïnitiali seerd.
Initialis atieprocedure:
❍ sluit de ruit volledig om handmatig te initiali seren;
❍ eenmaal volledig ge sloten, de s luitknop nog min stens
1 seconde ingedrukt houden.
BELANGRIJK Voor bepaalde ver sies /markten, na een-
s troomonderbreking van de regeleenheden (accu vervan-
gen of los gekoppeld of zekeringen van de regeleenheden
voor elektris che ruitbediening vervangen), moet de au-
tomatis che ruitbediening her steld worden. De hers
telprocedure moet met ges loten portieren uitge-
voerd worden, zoals hieronder beschreven:
1. open de ruit van het bes tuurdersportier volledig en houd
de bediening sknop mins tens drie s econden ingedrukt
nadat de (onder ste) eindaans lag bereikt is ;
2. sluit de ruit van het bes tuurdersportier volledig en houd
de knop mins tens drie s econden ingedrukt nadat de
(bovens te) eindaan slag ber
eikt is;
3. herhaal stappen 1 en 2 voor de ruit aan pa ssagierszijde
4. controleer na afronding van de initiali satie of de auto-
matis che ruitbediening goed werkt.
BELANGRIJK Wanneer de centrale vergrendeling is in-
ges chakeld, worden alle portieren ontgrendeld al s de bin-
nenhandgreep van een van de portieren bediend wordt. Al s
er geen elektri sche stroom is (zekering doorgebrand, accu
los gekoppeld, enz.) dan kan de portiervergrendeling nog
wel handmatig bediend worden; in dit geval is de functie
voor het automati sch openen van de ruiten niet be schik-
baar en om het portier te openen of te sluiten wanneer
de ruit ge sloten is, moet er druk uitgeoefend worden op
de ruit naar de binnenkant van het voertuig om de bewe-
ging van de ruit in de omlijs ting te vergemakkelijken.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 95
Page 98 of 291

96KENNISMAKING MET DE AUTO
BAGAGERUIMTE
OPENEN
Wanneer de bagageruimte ontgrendeld is kan hij van
buitenaf geopend worden met behulp van
de handgreep fig. 60.
Als de portieren ontgrendeld zijn kan de achterklep op elk
moment worden geopend.
De sleutel met afs tandsbediening moet gebruikt worden
om de achterklep te openen.
fig. 60L0E0046m
Als de bagageruimte niet goed i s ges loten, dan wordt dit
aangegeven door het aangaan van het lampje
´op het in-
s trumentenpaneel of het ver schijnen van het symbool
R
op het display s amen met een s peciaal bericht (zie para-
graaf “Lampjes op het instrumentenpaneel” in dit hoofd-
s tuk).
Als de achterklep geopend wordt gaat de verlichting in
de bagageruimte branden: deze gaat automati sch uit als
de achterklep ges loten wordt.
De verlichting blijft ongeveer 15 minuten branden nadat
de sleutel op S TOP is gedraaid: al s er gedurende die tijd
een portier of de achterklep geopend wordt, wordt de ver-
lichting weer voor 15 minuten inge schakeld.
Achterklep openen met de sleutel met
afstandsbediening
Om het s lot van de achterklep te ontgrendelen op R
drukken. het openen van de achterklep wordt aangegeven
door het twee keer knipperen van de richtingaanwijzer s;
het sluiten van de achterklep wordt aangegeven door
het één keer knipperen (alleen al s het alarm is ingescha-
keld, indien aanwezig).
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 96
Page 99 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO97
1
SLUITEN fig. 61
Laat de achterklep zakken en druk in de buurt van het s lot
totdat het vas tklikt. Op de binnenkant van de achterklep
zijn hendels B voorzien waarmee de achterklep gemak-
kelijker kan worden ge sloten.
fig. 61L0E0047m
Als in een gebied wordt gereden waar wei-
nig tankstations aanwezig zijn en men ben-
zine in een tankje wil meenemen, moet dit
overeenkomstig de geldende voorschriften en in
een goedgekeurd tankje gebeuren dat op passende
wijze is vastgezet. Bedenk echter wel dat op deze
manier het risico op brand bij een ongeval toeneemt.
Let op dat er geen voorwerpen op de hoeden-
plank worden geraakt wanneer de achterklep
wordt geopend.
Overschrijd nooit de maximaal toegestane be-
lading van de bagageruimte; zie hoofdstuk 6.
Zorg er ook voor dat voorwerpen die in de ba-
gageruimte zijn geplaatst, goed vastgezet zijn om te
voorkomen dat deze na plotseling remmen naar vo-
ren komen, waardoor passagiers gewond zouden
kunnen raken. Rijd nooit met geopende achterklep:
uitlaatgassen kunnen in het interieur binnendringen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 97
Page 100 of 291
98KENNISMAKING MET DE AUTO
fig. 62L0E0048m
DE ACHTERKLEP OPENEN
IN EEN NOODGEVAL fig. 62
Ga als volgt te werk om de achterklep vanuit het interieur
te openen (wanneer de accu leeg i s of in geval van sto-
ring in het elektri sche vergrendelsysteem) (zie “Bagage-
ruimte vergroten” in dit hoofd stuk)
❍ verwijder de achter ste hoofds teunen;
❍ klap de rugleuningen omlaag;
❍ bedien hendel A om de achterklep mechanis che vanuit
de bagageruimte te ontgrendelen. BAGAGERUIMTE UITBREIDEN
BELANGRIJK Als
de rugleuning is neergeklapt, dan i s
het los maken van de afdekkleden van de hoedenplak ab-
s oluut verplicht (volg de speciale aanwijzingen in de pa-
ragraaf “Hoedenplank”).
De bagageruimte kan gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of volledig
worden uitgebreid door de achterbank te s cheiden fig. 63.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 98
Page 101 of 291
KENNISMAKING MET DE AUTO99
1
Ga als volgt te werk om de bagageruimte uit te breiden:
❍ zet de hoofds teunen van de achterbank helemaal
omlaag;
❍ plaats de veiligheid sgordel opzij en controleer of deze
volledig uitgetrokken en niet verdraaid i s;
❍ maak de afdekkleden van de hoedenplank los (voor
bepaalde vers ies/markten) van de rugleuningen (zie
paragraaf “Hoedenplank” op de volgende pagina' s);
❍ gebruik een van de hendels A-fig. 64 om de gewenste
rugleuning in te klappen (om deze handeling te verge-
makkelijken, de stoel een klein s tukje naar voren s chui-
ven met behulp van hendel B, voor bepaalde ver sies /
markten).
fig. 64L0E0049mfig. 63L0E0110m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 99
Page 102 of 291

100KENNISMAKING MET DE AUTO
Om de bagageruimte nog verder uit te breiden, kunnen
de achterstoelen naar voren geduwd worden met behulp
van hendel B-fig. 64 (voor bepaalde ver sies /markten).
BELANGRIJK Om een gelijkmatige vlakke laadvloer te
verkrijgen, moeten de hoofd steunen helemaal uitgetrok-
ken worden voordat de rugleuningen worden ingeklapt. DE ACHTERBANK WEER OP ZIJN PLAAT
S
ZETTEN
Om het terugzetten van de rugleuning te vergemakkelij-
ken, is het handig om de zitting helemaal naar voren te
brengen voordat de rugleuning wordt teruggezet.
Plaats de veiligheid sgordels opzij en controleer of ze goed
uitgetrokken en niet verdraaid zijn.
Druk de hendel s A-fig. 64 in, til de rugleuningen op en duw
ze naar achteren tot beide beves tigingsmechanis men hoor-
baar va stklikken. Gebruik hendel B-fig. 64 (voor bepaal-
de vers ies/markten) om de s toelen naar achteren te schui-
ven tot de vergrendelings klik hoorbaar is.
Zorg dat de rugleuning aan beide zijden goed
is vergrendeld om te voorkomen dat deze bij
bruusk remmen naar voren kan klappen en
zo de passagiers kan verwonden.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 100
Page 103 of 291
KENNISMAKING MET DE AUTO101
1
fig. 66L0E0051mfig. 65L0E0284m
❍pak de lipje C vas t en begeleid het afdekleed in het op-
rolmechani sme;
❍ maak de beves tigingen A-fig. 66 lo s (aan elke kant
één);
❍ maak de beves tigingen B los, draai de hoedenplank
90° en trek hem naar buiten.
Om de hoedenplank terug te zetten, de aanwijzingen voor
het verwijderen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
HOEDENPLANK
Ga als volgt te werk om de hoedenplank te verwijderen:
❍
maak het bagage-afdekkleed van de hoedenplank A-
fig. 65 los uit de beves tigingen B op de rugleuningen
van de achters toelen;
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 101
Page 104 of 291
102KENNISMAKING MET DE AUTO
fig. 67L0E0295m
MOTORKAP
OPENEN fig. 67
Ga als volgt te werk:
❍ trek hendel A in de richting van de pijl;
❍ Bedien hendel B zoal s aangegeven in de afbeelding;
❍ til de motorkap op en trek tegelijk de s teunstang C
uit de klem, steek vervolgens het uiteinde van de s tang
in de zitting D in de motorkap (grote opening) en druk
de stang in de veiligheidsstand (kleine opening), zo-
als aangegeven in de afbeelding.
Een onjuiste plaatsing van de steunstang
kan een plotselinge val van de motorkap
veroorzaken. Verricht deze handelingen uit-
sluitend bij stilstaande auto.
Controleer, voordat de motorkap wordt op-
getild, of de armen van de ruitenwissers te-
gen de ruit liggen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 102