Page 177 of 291
VEILIGHEID
175
2
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 13
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat
in een speciale ruimte in dashboard is opgeborgen: deze
airbag heeft een groter volume dan de bestuurdersair-
bag.
fig. 13
L0E0068m
FRONTAIRBAG PASSAGIER EN KINDERZITJES
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel van auto's met een ac-
tieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs
de dood van het kind tot gevolg hebben.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 175
Page 178 of 291
176
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG PASSAGIER EN KINDERZITJES: WAARSCHUWING
L0E0321m
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 176
Page 179 of 291

VEILIGHEID
177
2
KNIEAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 14
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat
in een speciale ruimte onder de onderste afschermkap van
de stuurkolom is geplaatst, op kniehoogte: deze airbag
bied extra bescherming bij een frontale botsing.
Handmatige uitschakeling van frontairbag
en zijairbag aan passagierszijde
Mocht het toch absoluut noodzakelijkzijn om een kind op
de passagiersstoel te vervoeren, dan moeten de frontairbag
en zijairbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden.
Het lampje op het instrumentenpaneel
“
blijft continu
branden tot de frontairbag en de zijairbag aan passagier-
szijde weer worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Om de frontairbag aan passagierszijde en
de zijairbags (voor bepaalde versies/markten) uit te schake-
len, de paragrafen “Multifunctioneel display” en “Hercon-
figureerbaar multifunctioneel display” in het hoofdstuk
“1” raadplegen.
fig. 14
L0E0069m
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel van auto's met een ac-
tieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs
de dood van het kind tot gevolg hebben. Daa-
rom moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in ge-
monteerd wordt op de voorste passagiersstoel.
Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorko-
men dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt
met het dashboard. Schakel de passagiersairbag on-
middellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 177
Page 180 of 291
178
VEILIGHEID
ZIJAIRBAGS
(Zijairbag – Hoofdairbag) ZIJAIRBAG fig. 15
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat
in de rugleuning van de voorstoel is opgenomen. de zijair-
bag beschermt de borst en het bekken van de inzitten-
den bij middelzware zijdelingse botsingen. HOOFDAIRBAGS fig. 16
Deze bestaan uit twee “gordijn” airbags die in de zijkant
van de dakbekleding zijn opgenomen en zijn afgedekt met
afwerkingselementen. de hoofdairbags bieden bescher-
ming aan het hoofd van de inzittenden voorin en achte-
rin bij een zijdelingse botsing, dankzij het grote opperv-
lak dat zij in opgeblazen toestand beslaan.
BELANGRIJK het systeem biedt de beste bescherming bij
een zijdelingse botsing als de passagier correct op zijn stoel
zit, zodat de hoofdairbag zo goed mogelijk opgeblazen kan
worden.
fig. 15
L0E0070m
fig. 16
L0E0071m
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 178
Page 181 of 291

VEILIGHEID
179
2
BELANGRIJK de frontairbags en/of zijairbags kunnen in
werking treden bij heftige stoten tegen de onderkant van
het voertuig (bijv. hard tegen treden, trottoirbanden rij-
den, kuilen of verkeersdrempels, enz.).
BELANGRIJK Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt
een kleine hoeveelheid poeder. Dit poeder is niet schade-
lijk en duidt niet op het begin van een brand. Bovendien
kan het oppervlak van de opgeblazen airbag en het inte-
rieur van het voertuig bedekt zijn met een poederlaagje.
Dit poeder kan irriterend zijn voor de huid en de ogen. Na
aanraking onmiddellijk wassen met water en neutrale
zeep
.
BELANGRIJK Gordelspanners, frontairbags en zijairbags
worden op verschillende manieren geactiveerd, afhanke-
lijk van het type botsing. Als een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet
op een storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de armen of de el-
lebogen tegen het portier, de ruiten of in
het gebied van de hoofdairbag om mogelijke
verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit uw hoofd, armen of ellebogen uit
het raam.
BELANGRIJK Als een of meerdere veiligheidsvoorzienin-
gen in werking zijn getreden ten gevolge van een onge-
val, breng de auto dan naar een Lancia Servicepunt om
de geactiveerde voorzieningen te laten vervangen en het sy-
steem te laten controleren.
De controle, reparatie en vervanging van de airbags mo-
gen uitsluitend door het Lancia Servicenetwerk worden
uitgevoerd. Als het voertuig wordt gesloopt, moet het air-
bagsysteem eerst buiten werking gesteld worden bij
een Lancia Servicepunt. Bij verkoop van de auto moet
de nieuwe eigenaar op de hoogte worden gebracht van
de gebruiksaanwijzing van de airbags en bovengenoemde
waarschuwingen, en moet dit “Instructieboek” aan
de nieuwe e
igenaar worden overhandigd.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 179
Page 182 of 291

180
VEILIGHEID
Reis niet met voorwerpen op schoot, voor
de borst of met iets in de mond zoals een pijp
of potlood, enz. In geval van een botsing
waarbij de airbags worden opgeblazen kan dit lei-
den tot ernstig letsel. Houd uw handen altijd in de juiste stand op
het stuurwiel tijdens het rijden zodat de air-
bags, indien ze in werking treden, goed op-
geblazen kunnen worden. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen
de rugleuning gedrukt. Laat bij diefstal of poging tot diefstal, van-
dalisme of overstromingen het airbagsysteem
door het Lancia Servicenetwerk controleren.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Als de contactsleutel naar MAR wordt ge-
draaid en het lampje ¬gaat niet branden of
blijft branden tijdens het rijden, dan kan er
een storing in de veiligheidssystemen zijn; in dat ge-
val kunnen de airbags of gordelspanners niet in
werking treden bij een ongeval of, in een zeer be-
perkt aantal gevallen, op verkeerde wijze in werking
treden. Neem onmiddellijk contact op met Lancia
Servicenetwerk om het systeem te controleren, al-
vorens verder te rijden.
Bedek de rugleuningen van de voorstoelen niet
met extra hoezen als het voertuig voorzien is van
zijairbags.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 180
Page 183 of 291

VEILIGHEID
181
2
Als de contactsleutel in stand MAR staat, zelfs
als de motor is uitgezet, kunnen de airbags
ook geactiveerd worden als de auto door
een andere auto wordt aangereden. Daarom mag,
wanneer de passagiersairbag is ingeschakeld, en ook
al staat de auto stil, GEEN tegen de rijrichting in ge-
monteerd kinderzitje op de voorstoel gemonteerd
worden. Als bij een botsing de airbag wordt opge-
blazen, kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs tot
de dood van het kind. Daarom moet de passagier-
sairbag altijd uitgeschakeld worden als een kinder-
zitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op
de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voor-
ste passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in
als het kinderzitje is verwijderd. Onthoud tevens dat
als de sleutel in de stand STOP staat, bij een onge-
val geen enkel veiligheidssysteem (airbags of gor-
delspanners) geactiveerd wordt. In dat geval duidt
de uitgebleven activering niet op een storing van
het systeem.
Wanneer de contactsleutel naar MAR is ge-
draaid, gaat het “waarschuwingslampje
aan en knippert gedurende enkele seconden
om u eraan te herinneren dat de passagiersairbag
in werking zal treden in geval van een aanrijding.
Daarna moet het lampje uitgaan. Reinig de stoelen niet met water of stoom on-
der druk (met de hand of in een automatische
autowasstraat). De frontairbags hebben een hogere active-
ringsdrempel dan de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen deze twee active-
ringsdrempel liggen, treden alleen de gordelspan-
ners in werking. Hang geen starre voorwerpen aan de kledin-
ghaken of de steunhandgrepen. De airbag vervangt de veiligheidsgordels niet;
maar verhoogt hun doeltreffendheid. Omdat
de frontairbags niet worden ingeschakeld bij
frontale botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de kop slaan,
worden in deze gevallen de inzittenden uitsluitend
door de veiligheidsgordels beschermd, die dus al-
tijd gedragen moeten worden.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 181
Page 184 of 291
182
VEILIGHEID
pagina opzettelijk blanco gelaten
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 182