KENNISMAKING MET DE AUTO145
1
Versie met 8 sensoren
Bij de versie met 4 s ensoren voor en 4 sens oren achter,
wordt het systeem inges chakeld wanneer de achteruit-
vers nelling wordt inge schakeld of wanneer de knop fig.
84 wordt ingedrukt. Al s er om ins chakeling van de Ma-
gic Parkingfunctie i s verzocht, worden de sens oren voor
en achter niet automatis ch ingeschakeld tijdens het zoe-
ken naar een parkeerplek, maar kunnen ze inge schakeld
worden door op de speciale knop
tte drukken of de ach-
teruitvers nelling in te s chakelen bij een s nelheid van on-
geveer 15 km/h.
Wanneer de achteruit wordt uitge schakeld, blijven de sen-
s oren voor en achter geactiveerd totdat een snelheid van
circa 15 km/h wordt over schreden, om voltooiing van
de parkeermanoeuvre toe te staan.
Het systeem kan ook inges chakeld worden door op de knop
top het middelste paneel te drukken: in de knop gaat
een lampje branden wanneer het systeem ingeschakeld is. De
sens oren worden uitges chakeld door nogmaal s op
de knop
tte drukken of wanneer een snelheid van 15
km/h wordt overs chreden: de led in de knop i s uit wan-
neer het systeem niet actief is .
Bij ins chakeling van de s ensoren, begint het systeem ge-
luidssignalen uit de voor ste of achters te zoemers af te ge-
ven zodra een ob stakel wordt gedetecteerd. de frequentie
neemt toe naarmate het ob stakel dichterbij komt.
Wanneer het obs takel zich op minder dan 30 cm bevindt,
wordt het geluid ononderbroken. Afhankelijk van de plaat s
van het obs takel (voor of achter) wordt het geluid door
de bijbehorende zoemer s (voor of achter) geproduceerd.
het obs takel dat zich het dichts t bij de auto bevindt wordt
ges ignaleerd.
Het geluidssignaal stopt onmiddellijk wanneer de afs tand
ten opzichte van het ob stakel toeneemt. de geluid sc y clus
blijft cons tant als de door de middel ste sens oren gemeten
afs tand ongewijzigd blijft. Al s deze s ituatie optreedt voor
de zijs ensoren, wordt het s ignaal na ongeveer 3 seconden
onderbroken (bijvoorbeeld om signalen te voorkomen tij-
dens manoeuvr
es langs muren).
fig. 84L0E0249m
De aansprakelijkheid voor het parkeren en
andere gevaarlijke manoeuvres ligt altijd
en in elk geval bij de bestuurder. Controleer tij-
dens deze manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het manoeuvrege-
bied aanwezig zijn. de parkeersensoren zijn ont-
worpen om de bestuurder te assisteren die echter
nooit zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijk manoeuvres, ook al worden
ze op lage snelheid uitgevoerd.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 145