Page 113 of 270

112
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERDe gordelspanner werkt slechts
eenmaal. Als de gordelspanners hebben
gewerkt, moet u zich tot het Abarth
Servicenetwerk wenden om ze te laten
vervangen. De geldigheid van het systeem staat
vermeld op een plaatje dat zich in het
dashboardkastje bevindt: laat het systeem voor
het verstrijken van deze termijn door het Abarth
Servicenetwerk vervangen.
ATTENTIE
Werkzaamheden in de buurt van de
gordelspanners, waarbij stoten, sterke
trillingen of verhitting optreden
(maximaal 100 °C gedurende ten hoogste 6 uur),
kunnen de gordelspanners beschadigen of
activeren: bij die omstandigheden horen niet
trillingen die voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten met kleine
obstakels zoals trottoirs. Als er iets aan de
gordelspanners moet gebeuren, dient u zich tot
het Abarth Servicenetwerk te wenden.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval
te vergroten, zijn de oprolautomaten van de gordels
voor voorzien van trekkrachtbegrenzers die tijdens een
frontale aanrijding de piekbelasting op de borst en
schouders beperken.
F0U109Abfig. 109
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET
GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houden aan de
wettelijke voorschriften met betrekking tot het
verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de
inzittenden erop attent te maken). Leg de
veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook
voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het
kind) is de kans op letsel bij een ernstig ongeval kleiner
als ze een gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel
van de gordel meer naar beneden omleggen, zodat de
gordel onder de buik langs loopt fig. 109.
Page 114 of 270

113
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERDe gordelband mag nooit gedraaid zijn.
Het diagonale gordelgedeelte moet via
het midden van de schouder schuin over de
borst liggen. Het horizontale gordelgedeelte
moet over het bekken fig. 110 en niet over de
buik liggen. Gebruik geen voorwerpen
(wasknijpers, klemmen enz.) die een goed
aansluiten van de gordel op het lichaam
verhinderen.
ATTENTIE
F0U110Abfig. 110
Voor maximale bescherming moet u de
rugleuning rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de gordel goed laten
aansluiten op borst en bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels zowel voor als achter in de
auto! Rijden zonder veiligheidsgordels vergroot
het risico op ernstig letsel of dodelijke afloop bij
een ongeval.
ATTENTIE
Het is streng verboden onderdelen van
de veiligheidsgordels of gordelspanners
te demonteren of open te maken.
Werkzaamheden aan de veiligheidsgordels en
gordelspanners moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot het
Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
Page 115 of 270

114
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERAls de gordel aan een zware belasting
wordt blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens
een ongeval), dan moet de gordel samen met de
verankeringen, bevestigingspunten en de
gordelspanner worden vervangen. Ook als de
schade niet zichtbaar is, dan kan de gordel toch
verzwakt zijn.
ATTENTIE
Iedere gordel dient slechts ter
bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een
volwassene op schoot zit, waarbij de gordel
beiden zou moeten beschermen fig. 111. Plaats
bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel
en het lichaam van een inzittende.
ATTENTIE
HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veiligheidsgordels
moeten de volgende aanwijzingen zorgvuldig worden
opgevolgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet
gedraaid is; controleer ook of de oprolautomaat
zonder haperingen werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze
ogenschijnlijk niet beschadigd. Vervang de gordels
ook als de gordelspanners in werking zijn geweest;
❒u kunt de gordels met de hand wassen met water en
een neutrale zeep. Spoel ze uit en laat ze in de
schaduw drogen. Gebruik geen bijtende, blekende of
kleurende middelen. Vermijd het gebruik van alle
chemische producten die het weefsel van de gordel
kunnen aantasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de
werking van de oprolautomaten is alleen
gegarandeerd, als ze niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van slijtage of
beschadigingen.
F0U111Abfig. 111
Page 116 of 270

115
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U112Abfig. 112
Alle systemen moeten zijn voorzien van de
typegoedkeuring en van een goed vastgehecht plaatje
met het controlemerk, dat absoluut niet mag worden
verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden,
met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld
met volwassenen en moeten dan ook normaal de
veiligheidsgordels omleggen.
GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd
wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door
de veiligheidsgordel fig. 112 en het kind moet op zijn
beurt worden beschermd door de gordel van het wiegje
zelf.KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt met name
voor kinderen. Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese
Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat
van volwassenen, terwijl spieren en botstructuur nog
niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine
kinderen door andere systemen beschermd worden dan
door de veiligheidsgordels. De resultaten van het
onderzoek over de optimale bescherming van kleine
kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-
voorschriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen
zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot 10 kg
Groep 0+ gewicht tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping tussen de
groepen; daarom zijn in de handel systemen verkrijgbaar
die geschikt zijn voor verschillende gewichtsgroepen.
Page 117 of 270

F0U113Abfig. 113
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten
met het gezicht naar voren worden vervoerd fig. 113.
116
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERMonteer absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel
voor als de airbag aan passagierszijde is
ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in
werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel
en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht de
zwaarte van het ongeluk. Wij raden u aan
kinderen altijd in een kinderzitje op de zitplaatsen
achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij een
ongeval de meeste bescherming bieden.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK Als het absoluut
noodzakelijk is een kind op de
passagiersstoel voor te vervoeren, in een
kinderzitje dat achterstevoren is
geplaatst, moeten de airbags aan
passagierszijde (frontairbag en zij-airbag voor
de bescherming van borstkas/bekken (sidebag),
voor bepaalde uitvoeringen/markten) in het
setup-menu worden uitgeschakeld. Controleer
direct of de airbags daadwerkelijk zijn
uitgeschakeld: het waarschuwingslampje “op
het instrumentenpaneel moet continu branden.
Bovendien moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aanraking komt met
het dashboard.
ATTENTIE
De afbeeldingen dienen alleen ter
illustratie van de bevestiging. Houdt
u voor de montage van het kinderzitje aan de
instructies. De fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren.
ATTENTIE
Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-
beugels die stevig aan de stoel kunnen
worden bevestigd, zonder gebruik te maken van
de veiligheidsgordels van de auto.
ATTENTIE
Page 118 of 270

117
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U115Abfig. 115
De afbeelding dient alleen ter illustratie
van de montage. Houdt u voor de
montage van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze instructies bij te
leveren.
ATTENTIE
F0U114Abfig. 114
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen
direct door de veiligheidsgordels van de auto worden
beschermd fig. 114.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst,
dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst
en niet langs de nek moet liggen. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de
buik van het kind liggen.GROEP 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg
bestaan er verhogingen die het correcte gebruik van de
veiligheidsgordel mogelijk maken.
In fig. 115 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste
positie van het kind op de achterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kunnen net zoals
volwassenen de veiligheidsgordels omleggen.
De afbeelding dient alleen ter illustratie
van de bevestiging. Houdt u voor de
montage van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze instructies bij te
leveren.
ATTENTIE
Page 119 of 270
118
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE UNIVERSELE
KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de
verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Passagier Passagier
Groep Gewicht voor achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U (▼)U
Groep 1 9-18 kg U (▼)U
Groep 2 15-25 kg U (▼)U
Groep 3 22-36 kg U (▼)U
Legenda:
U = geschikt voor „Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de
aangegeven „groepen”.
(▼) Bij auto’s met een passagiersstoel zonder hoogteverstelling, moet de rugleuning volledig rechtop staan.
Page 120 of 270

119
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig
vervoer van kinderen aangegeven:
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op een van de
zitplaatsen achter omdat deze plaatsen bij een ongeval
de meeste bescherming bieden.
2) Als de airbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of het
betreffende gele lampje op het instrumentenpaneel
continu brandt.
3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies
bij te leveren. Bewaar de instructies samen met het
instructieboekje in de auto. Monteer geen gebruikte
kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één
kind: vervoer nooit twee kinderen in een systeem.
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van
het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen
afwijkende houding aanneemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen
pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze
bij een ongeval vast te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw
exemplaar worden vervangen.
Monteer absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel
voor als de airbag aan passagierszijde is
ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in
werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel
en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht de
zwaarte van het ongeluk. Wij raden u aan
kinderen altijd in een geschikt kinderzitje op de
zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming
bieden.
ATTENTIE