Page 177 of 270
176
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
17
14
01
03
04
15
16
08
07
05
13
09
06
0220
7,5
–
–
–
–
–
–
–
15
5
–
–
– Zekeringenkast in bagageruimte fig. 161
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Elektrisch bedienbaar opendak
Regeleenheid diefstalalarm
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Stekkerdoos in bagageruimte
Regeleenheid bandenspanningcontrole TPMS
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Page 178 of 270

177
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de
accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur
tot het Abarth Servicenetwerk om deze
werkzaamheden uit te laten voeren.
fig. 162F0U166Ab
We raden u aan de accu langzaam en met een lage
stroomsterkte (ampère) gedurende ca. 24 uur op te
laden. Als u de accu snel oplaadt met een hoge
stroomsterkte, kan de accu worden beschadigd.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒koppel de aansluiting A-fig. 162 (door bediening van
knop B) los van de accuconditiesensor C, die op de
minpool D van de accu is gemonteerd;
❒verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool
E van de accu en de minkabel met de aansluiting op
sensor D zoals in de figuur is aangegeven;
❒schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het
opladen de acculader uit;
❒sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de
stekker A weer aan op sensor C zoals in de figuur is
aangegeven.
Page 179 of 270

178
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERDe vloeistof in de accu is giftig en
corrosief. Vermijd het contact met de
huid en de ogen. Het opladen van de accu moet
worden uitgevoerd in een goed geventileerde
ruimte, ver verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten: brand- en
ontploffingsgevaar.
ATTENTIE
Probeer een bevroren accu niet op te
laden: eerst moet de accu ontdooid
worden, anders loopt u het risico dat de accu
ontploft. Als de accu bevroren is geweest, moet
door deskundig personeel worden gecontroleerd
of de cellen niet beschadigd zijn en of de bak
geen scheuren vertoont, waardoor de giftige en
corrosieve vloeistof kan weglekken.
ATTENTIE
OPKRIKKEN VAN DE AUTO
Als de auto omhoog gezet moet worden, wendt u dan
tot een werkplaats van het Abarth Servicenetwerk; deze
beschikt over een garagekrik of hefbrug.
De auto mag uitsluitend aan de zijkant worden
opgekrikt door de hefarm van de garagekrik of de
hefbrug te plaatsen bij de gebieden die in fig. 163
worden aangegeven bij de symbolen ▼op de side-skirts.
BELANGRIJK Als de auto aan de zijkant opgekrikt
wordt met een garagekrik, zorg dan dat de side-skirts
niet beschadigd worden.
fig. 163F0U167Ab
Page 180 of 270
179
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U169Abfig. 165
SLEEPOOG BEVESTIGEN fig. 164-165
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de dop A;
❒verwijder het sleepoog B uit de houder;
❒draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen
voor of achter.
SLEPEN VAN DE AUTO
Bij de auto is een sleepoog geleverd. Het sleepoog
bevindt zich in de gereedschaphouder onder de
vloerbedekking in de bagageruimte.
fig. 164F0U168Ab
Page 181 of 270
180
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERHoud er tijdens het slepen rekening mee
dat de rem- en stuurbekrachtiging niet
werken als de motor niet draait, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur. Gebruik voor het
slepen geen elastische kabels en rijd zo
gelijkmatig mogelijk. Controleer tijdens het
slepen of de sleepkabel geen carrosseriedelen
kan beschadigen. Houdt u bij het slepen van
een auto aan de wettelijke voorschriften. Dit
geldt zowel voor het slepen zelf als voor het
gedrag naar andere weggebruikers.
ATTENTIE
Maak de schroefdraad zorgvuldig
schoon, voordat u het sleepoog op de
schroefdraad draait. Controleer, voordat de
auto wordt gesleept, of het sleepoog tot tegen
de aanslag op de schroefdraadpen is gedraaid.
ATTENTIE
Start de motor niet als de auto wordt
gesleept.
ATTENTIE
Page 182 of 270

181
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERSchakel voordat de auto gesleept wordt,
het stuurslot uit (zie de paragraaf
„Start-/contactslot” in het hoofdstuk „Wegwijs
in uw auto”). Houd er tijdens het slepen
rekening mee dat de rem- en stuurbekrachtiging
niet werken als de motor niet draait, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur. Gebruik voor het
slepen geen elastische kabels en rijd zo
gelijkmatig mogelijk. Controleer tijdens het
slepen of de sleepkabel geen carrosseriedelen
kan beschadigen. Houdt u bij het slepen van
een auto aan de wettelijke voorschriften. Dit
geldt zowel voor het slepen zelf als voor het
gedrag naar andere weggebruikers.
ATTENTIE
Het sleepoog voor en achter mag
uitsluitend worden gebruikt voor
pechgevallen op een vlakke weg. Slepen,
waarbij gebruik moet worden gemaakt van een
sleepverbinding (sleepstang) die aan de
wettelijke eisen voldoet, is toegestaan over
korte afstanden om de auto op een vlakke weg
te verplaatsen als voorbereiding op transport
m.b.v. een afsleepauto of een autoambulance.
De sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt
voor het slepen van het voertuig buiten een
vlakke weg of als er obstakels aanwezig zijn
en/of voor het slepen met sleepkabels of andere
elastische materialen. Naast bovenstaande
voorwaarden moeten de twee voertuigen (het
slepende en het gesleepte) tijdens het slepen
ook zo veel mogelijk in een rechte lijn achter
elkaar blijven.
ATTENTIE
Page 183 of 270
182
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
bewust onbedrukt gehouden pagina.
Page 184 of 270

183
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor
een lange levensduur, de beste prestaties en een zo
zuinig mogelijk gebruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Abarth een reeks controle-
en onderhoudsbeurten samengesteld die om de 15.000
km moeten worden uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd onderhoud
niet volledig toereikend is om de auto in optimale staat
te houden: zowel in de beginperiode voor de
servicebeurt bij 15.000 kilometer als daarna, tussen
twee servicebeurten in, moet regelmatig wat aandacht
aan de auto worden geschonken. Controleer
bijvoorbeeld regelmatig de bandenspanning en de
vloeistofniveaus en vul deze laatste zo nodig bij.BELANGRIJK De servicebeurten van het
Geprogrammeerd Onderhoud zijn door de fabrikant
voorgeschreven.
Het niet uitvoeren van deze servicebeurten kan het
vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
De werkzaamheden van het geprogrammeerd
onderhoud kunnen door het Abarth Servicenetwerk
tegen vaste tarieftijden worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het
uitvoeren van de diverse inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, worden uitsluitend na
toestemming van de klant uitgevoerd.
BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele kleine defecten
onmiddellijk door het Abarth Servicenetwerk te laten
verhelpen en daarmee niet te wachten tot de volgende
servicebeurt.