Page 241 of 270

240
AUTORADIO
Functie SPEED VOLUME
(snelheidsafhankelijke volumeregeling)
Met de functie wordt automatisch het volume verhoogd
als de snelheid toeneemt, waardoor het volumeniveau
wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het
interieur.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld door het
indrukken van toets ¯/ ˙.
Op het display verschijnt het opschrift „Speed volume”
gevolgd door de huidige stand van de functie:
❒Off: functie uitgeschakeld
❒Low: functie ingeschakeld (lage gevoeligheid)
❒High: functie ingeschakeld
(hoge ontvangstgevoeligheid).Functie RADIO ON VOLUME
(begrenzer voor maximum
radiovolume in-/uitschakelen)
Deze functie schakelt de begrenzer voor het maximum
volume tijdens het inschakelen van de autoradio in of uit.
Op het display verschijnt de stand van de functie:
❒„Radio on vol – Limit on”: bij het inschakelen van de
autoradio zal het volume zijn:
– als de volume-instelling op de maximum begrensde
waarde of hoger staat, dan zal de radio inschakelen
op het maximum volume;
– als de volume-instelling tussen het minimum en het
maximum ligt, dan schakelt de radio in op de
volume-instelling die was gekozen voor het
uitzetten;
– als de volume-instelling op de minimum begrensde
waarde of lager staat, dan zal de radio inschakelen
op het minimum volume.
❒„Radio on vol – Limit off”: de radio schakelt in op de
volume-instelling die was gekozen voor het uitzetten.
Het volume kan tussen 0 en 40 worden ingesteld.
De instelling kan worden gewijzigd met toets ¯/ ˙.
Page 242 of 270

241
AUTORADIO
NOTITIES
❒In het menu kan uitsluitend de in-/uitschakeling
worden geregeld en niet het minimum of maximum
volume.
❒Als tijdens het inschakelen van de autoradio de
functie „TA”, „TEL”, of een externe audiobron is
geselecteerd, dan wordt de volume-instelling van de
betreffende audiobron ingesteld. Als de externe
audiobron wordt uitgeschakeld, dan kan het volume
tussen het minimum en maximum worden geregeld.
❒Als de accu onvoldoende geladen is, dan kan het
volume niet tussen het minimum en maximum
worden geregeld.Functie SPEECH VOLUME
(regeling telefoonvolume)
Met behulp van deze functie kan het volume worden
geregeld (tussen 1 en 40) door de draaiknop fig. 1 te
draaien of de toetsen ¯/ ˙in te drukken, of worden
uitgeschakeld (OFF-instelling) van de telefoon en van
Blue&Me™(met uitzondering van de Media Player).
Op het display verschijnt de huidige status van de functie:
❒“Speech Off”: functie uitgeschakeld.
❒“Speech volume 23”: functie ingeschakeld en volume
ingesteld op 23.
Functie AUX OFFSET
(gelijkstellen van het volume van het draagbare
apparaat aan dat van de andere audiobronnen)
Met behulp van deze functie kan het volume van de
AUX-audiobron, dat afhankelijk is van het aangesloten
draagbare apparaat, worden aangepast aan dat van de
andere audiobronnen. Druk om de functie te activeren
op de toets MENU en selecteer de optie “AUX offset”.
Druk op de toets ¯of ˙om het volumeniveau te
verlagen of verhogen (instelbaar tussen –6 en +6).
Page 243 of 270

242
AUTORADIO
Functie RADIO OFF
(in- en uitschakelwijze)
Met deze functie kan de uitschakelwijze van de radio op
twee manieren worden ingesteld. De functie kan worden
in-/uitgeschakeld met toets ¯of ˙.
Op het display verschijnt de gekozen wijze:
❒„00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van de
contactsleutel; de autoradio wordt automatisch
uitgeschakeld zodra u de contactsleutel in stand
STOP draait;
❒„20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk van de
contactsleutel; de autoradio blijft maximaal nog 20
minuten ingeschakeld nadat de contactsleutel in stand
STOP is gedraaid.
Functie SYSTEM RESET
Met deze functie kunt u alle oorspronkelijke
fabrieksinstellingen herstellen.
De mogelijkheden zijn:
❒NO: geen restorewerkzaamheden;
❒YES: alle fabrieksinstellingen worden hersteld. Tijdens
deze procedure verschijnt het opschrift „Resetting”
op het display. Na deze procedure wijzigt de bron
niet en zal de oorspronkelijke situatie worden
weergegeven.VOORBEREIDING TELEFOON
Als op de auto een handsfree carkit is geïnstalleerd en
u gebeld wordt, wordt het audiosysteem verbonden met
de telefoon. Het volume van de telefoon is vast ingesteld,
maar kan tijdens het gesprek worden geregeld met de
draaiknop fig. 1.
Het vaste volume kan worden geregeld de functie
“SPEECH VOLUME” van het menu. Tijdens het
uitschakelen van het volume voor een telefoongesprek
verschijnt op het display het opschrift “PHONE”.
Page 244 of 270

243
AUTORADIO
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is voorzien van een diefstalbeveiliging die
gebaseerd is op de informatie-uitwisseling tussen de
autoradio en de regeleenheid (Body Computer) in de
auto.
Dit systeem garandeert maximale veiligheid en zorgt
ervoor dat de geheime code niet opnieuw ingevoerd
hoeft te worden, als de voeding van de autoradio
onderbroken is geweest.
Als deze controle een positief resultaat heeft, dan begint
de autoradio te werken. Als de codes bij de vergelijking
echter niet overeenkomen of als de regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan moet de gebruiker de
geheime code invoeren op de wijze die in de volgende
paragraaf is beschreven.
Geheime code invoeren
Als u de autoradio inschakelt, verschijnt, als de code
wordt gevraagd, op het display ongeveer 2 seconden
het opschrift „Radio code”, gevolgd door vier streepjes
„- - - -”.
De geheime code bestaat uit vier cijfers tussen 1 en 6.
Elk streepje staat voor een cijfer.
Druk voor het invoeren van het eerste cijfer op de
betreffende voorkeuzetoets (tussen 1 en 6). Voer op
dezelfde wijze de overige cijfers van de code in.Als de vier cijfers niet binnen 20 seconden worden
ingevoerd, verschijnt op het display het opschrift „Enter
code - - - -”. Dit wordt niet beschouwd als het invoeren
van een verkeerde code.
Na het invoeren van het vierde cijfer (binnen
20 seconden), begint de autoradio te werken.
Als een verkeerde code wordt ingevoerd, hoort u een
akoestisch signaal en verschijnt op het display het
opschrift „Radio blocked/wait” om aan te geven dat de
juiste code moet worden ingevoerd.
Iedere keer als een verkeerde code wordt ingevoerd,
wordt de wachttijd waarna opnieuw een code kan
worden ingevoerd, verhoogd (1 min, 2 min, 4 min, 8 min,
16 min, 30 min, 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en
24 uur), totdat de wachttijd van maximaal 24 uur is
bereikt. De wachttijd wordt op het display aangegeven
door het opschrift „Radio blocked/wait” weergegeven.
Als dit opschrift is verdwenen, kan de code opnieuw
worden ingevoerd.
Code-Card
Dit document is het eigendomsbewijs van de autoradio.
Op dit document staan het model, het serienummer en
de geheime code van de autoradio aangegeven.
BELANGRIJK Bewaar dit document zorgvuldig, zodat
u bij diefstal van de autoradio de gegevens aan de
bevoegde instantie kunt overleggen.
Page 245 of 270

AUTORADIO
244
RADIO (Tuner)
INLEIDING
Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de audiobron
ingeschakeld die voor het uitschakelen beluisterd werd:
Radio, CD, CD MP3, Media Player (alleen met
Blue&Me™) of AUX (alleen met Blue&Me™).
Om de Radio te selecteren tijdens het beluisteren van
een andere audiobron, moet u kort op de toets FM of
AM drukken, afhankelijk van de gewenste golfband.
Als de Radio is ingeschakeld, verschijnen op het display
de naam (alleen RDS-stations), de frequentie van het
geselecteerde station, de geselecteerde golfband (bijv.
FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv. P1).GOLFBAND SELECTEREN
Druk bij ingeschakelde Radio herhaaldelijk kort op de
toets FM of AM om de gewenste golfband te selecteren.
Telkens als u op de toets drukt, wordt de volgende
golfband geselecteerd in de volgorde:
❒Na indrukken van de toets FM: „FM1”, „FM2” of
„FMA”;
❒Na indrukken van de toets AM: „MW1”, „MW2”.
Elke band wordt op het display door een bijbehorend
opschrift aangegeven. Er wordt afgestemd op het laatst
geselecteerde station op de betreffende golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 en FMA; de
FMA-golfband is gereserveerd voor de stations die met
de Autostore-functie automatisch worden opgeslagen.
Page 246 of 270

AUTORADIO
245
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6 maken de
volgende voorkeuze-instellingen mogelijk:
❒18 stations op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2
of 6 op FMT of „FMA” (bij enkele uitvoeringen);
❒12 stations op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op
MW2).
Kies voor het oproepen van een voorkeuzestation, de
gewenste golfband en druk vervolgens kort op de
betreffende voorkeuzetoets (van 1 en 6).
Als langer dan 2 seconden de betreffende
voorkeuzetoets wordt ingedrukt, wordt het
geselecteerde station opgeslagen. Als het station is
opgeslagen, klinkt er ter bevestiging een geluidssignaal.
LAATST BELUISTERDE STATION OPSLAAN
De radio onthoudt automatisch naar welk station op de
diverse golfbanden is geluisterd. Op dit station wordt
afgestemd als de radio wordt ingeschakeld of wanneer
van golfband wordt gewisseld.AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kort op toets ¯of ˙om automatisch in de
gekozen richting te zoeken naar het eerstvolgende
station.
Als de toets ¯of ˙langer wordt ingedrukt, dan start
het snel zoeken. Als de toets wordt losgelaten, wordt er
afgestemd op het eerstvolgende te ontvangen station.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld,
wordt alleen naar stations gezocht die
verkeersinformatie uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMING
U kunt handmatig de stations op de geselecteerde
golfband zoeken.
Kies de gewenste golfband en druk vervolgens
herhaaldelijk kort op toets ▲of ▼om in de gekozen
richting te zoeken.
Als toets ▲of ▼langer wordt ingedrukt, wordt er snel
naar stations gezocht. Als de toets wordt losgelaten,
stopt het zoeken.
Page 247 of 270

AUTORADIO
246
FUNCTIE AUTOSTORE
(automatisch opslaan van stations)
Voor het inschakelen van de functie Autostore moet
u de toets FM ingedrukt houden, totdat u een akoestisch
signaal hoort.
Met deze functie worden automatisch de 6 stations met
het sterkste signaal op de FMA-golfband opgeslagen (in
volgorde van afnemende sterkte).
Tijdens het automatisch opslaan knippert op het display
het opschrift „Autostore”.
Om de Autostore-functie te onderbreken, moet
opnieuw op de toets FM worden gedrukt: er wordt
afgestemd op het station waarnaar u luisterde, voordat
de functie werd ingeschakeld.
Als de Autostore-functie is beëindigd, wordt automatisch
afgestemd op het eerste voorkeuzestation op de FMA-
golfband, dat is opgeslagen onder voorkeuzetoets 1.
Onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen worden nu
automatisch de stations opgeslagen die op dat moment
op de geselecteerde golfband het sterkste signaal
uitzenden.
Als is afgestemd op de MW-golfband en de functie
Autostore wordt ingeschakeld, dan wordt automatisch
de FMA-golfband geselecteerd, waarop de functie wordt
uitgevoerd.BELANGRIJK Soms slaagt de functie Autostore er niet in
6 stations met een voldoende sterk signaal te vinden. In
dat geval worden onder de vrije voorkeuzetoetsen de
stations met het sterkste signaal opgeslagen.
BELANGRIJK Als de Autostorefunctie wordt
ingeschakeld, worden de eerder opgeslagen stations
op de FMA-golfband gewist.
Page 248 of 270

AUTORADIO
247
ONTVANGST VAN ALARMBERICHTEN
De autoradio is bij ingeschakeld RDS voorbereid op de
ontvangst van alarmberichten in geval van uitzonderlijke
omstandigheden of gebeurtenissen die gevaar kunnen
opleveren (aardbevingen, overstromingen enz.). Deze
berichten worden uitgezonden op het station waarop is
afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet
worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht verschijnt op
het display het opschrift „Alarm”. Tijdens het bericht
wijzigt het volume van de autoradio op dezelfde wijze als
bij het weergeven van verkeersinformatie.FUNCTIE EON
(Enhanced Other Network)
In enkele landen zijn netwerken geformeerd van
meerdere stations die verkeersinformatie uitzenden. Als
dit het geval is, wordt het programma van het station
waarnaar u luistert tijdelijk onderbroken voor:
❒verkeersinformatie (alleen bij ingeschakelde
TA-functie);
❒regionale programma’s, iedere keer als deze worden
uitgezonden door een station van hetzelfde netwerk.
UITZENDINGEN IN STEREO
Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt de weergave
automatisch veranderd van stereo in mono.