Page 41 of 378

Werking van de actieve hoofdsteunen
(AHR)
Het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC) bepaalt afhankelijk van de kracht of van
het type botsing van achteren of de actieve
hoofdsteunen (AHR) moeten worden geacti-
veerd. Als activering noodzakelijk is bij een
botsing van achteren, worden de actieve
hoofdsteunen van zowel de bestuurders- als
passagiersstoel geactiveerd.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een
botsing van achteren worden geactiveerd,
schuift de voorste helft van de actieve hoofd-
steun naar voren om de afstand tussen het
achterhoofd van de inzittende en de actieve
hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsin-
gen van achteren het risico van letsel bij de
bestuurder en voorpassagier te voorkomen of
te verlagen.OPMERKING:
De actieve hoofdsteunen (AHR) kunnen ge-
activeerd worden bij een frontale botsing of
een botsing van opzij. Als echter tijdens een
frontale botsing een secundaire botsing van
achteren plaatsvindt, kan de AHR geacti-
veerd worden naargelang het soort botsing.LET OP!
Alle inzittenden, inclusief de bestuurder , mo-
gen de auto niet besturen of niet in de auto
zitten totdat de hoofdsteunen in de juiste
stand staan om het risico op nekletsel bij een
botsing te minimaliseren.
OPMERKING:
Raadpleeg Actieve hoofdsteunen afstellen
in Leren over de functies van uw voertuig
voor meer informatie over het correct afstel-
len en positioneren van de hoofdsteunen.
Opnieuw afstellen van de actieve
hoofdsteunen (AHR)
Als de actieve hoofdsteunen tijdens een onge-
luk geactiveerd worden, moet u daarna de
hoofdsteunen voor de bestuurder en de passa-
gier voor opnieuw instellen. Geactiveerde ac-
tieve hoofdsteunen herkent u aan het feit dat ze
naar voren staan (zoals te zien is in stap drie
van de procedure voor het opnieuw instellen).
Onderdelen van de actieve
hoofdsteunen (AHR)
1 — Voorste helft van
de hoofdsteun (zachte
schuim en bekleding) 3 — Achterste helft
van de hoofdsteun
(decoratieve plastic
kap aan de achterkant)
2 — Rugleuning 4 — Geleidestangetjes
van de hoofdsteunen
37
Page 42 of 378
1. Trek de geactiveerde AHR van de achter-
bank.
2. Plaats de handen in een comfortabele posi-
tie bovenop de geactiveerde AHR.
3. Trekomlaag dan naar achteren richting de
achterkant van de auto en daarna omlaagom
het vergrendelmechanisme te activeren. 4. De AHR-helft met zachte schuim en bekle-
ding moet in de achterste helft van decoratief
kunststof vergrendeld worden.
OPMERKING:
•
Als u problemen ondervindt met het op-
nieuw instellen van de actieve hoofdsteu-
nen, neemt u contact op met een erkende
dealer.
• Laat uit veiligheidsoverwegingen de ac-
tieve hoofdsteunen controleren door een
specialist bij een erkende dealer.
Positiepunten van de handen op AHR
1 — omlaaggaande beweging
2 — naar achtergaande beweging
3 — laatste omlaaggaande beweging om het
vergrendelmechanisme te activeren
AHR in reset positie
38
Page 43 of 378

Geavanceerd
autogordelwaarschuwingssysteem
(BeltAlert)
BeltAlert is een voorziening die de bestuurder
en voorpassagier (indien BeltAlert voor de
voorpassagier aanwezig is) eraan herinnert de
veiligheidsgordel vast te gespen. Deze voor-
ziening is altijd actief wanneer het contact is
ingeschakeld. Als de autogordel van de be-
stuurder of voorpassagier niet is vastgegespt,
gaat het waarschuwingslampje voor de veilig-
heidsgordels branden totdat beide gordels
vóór zijn vastgegespt. Het BeltAlert -systeem
wordt geactiveerd binnen 60 seconden nadat
de auto een snelheid boven 8 km/u heeft
bereikt. De waarschuwingscyclus duurt 96 se-
conden of totdat de betreffende veiligheidsgor-
dels zijn vastgegespt. Nadat de cyclus is vol-
tooid, blijft het waarschuwingslampje voor de
veiligheidsgordels branden totdat beide gor-
dels vóór zijn vastgegespt. De bestuurder be-
hoort ook alle overige inzittenden op te dragen
hun veiligheidsgordels vast te gespen. Als een
veiligheidsgordel vóór niet is vastgegespt ter-
wijl er wordt gereden met een snelheid boven
8 km/u, laat BeltAlert als eenmalige waarschu- wing een geluidssignaal klinken, gaat het waar-
schuwingslampje voor de veiligheidsgordels
branden en wordt vervolgens de waarschu-
wingscyclus van 96 seconden geactiveerd.
De BeltAlert
voor de voorstoel aan passa-
gierszijde is niet actief wanneer er niemand in
de stoel zit. BeltAlert kan worden geactiveerd
wanneer zich op de voorstoel aan passagiers-
zijde een dier of zwaar voorwerp bevindt of
wanneer de stoel is neergeklapt (indien deze
voorziening aanwezig is). Het wordt aanbevo-
len huisdieren aangelijnd, of in een met de
veiligheidsgordels bevestigde reismand, op de
achterbank te vervoeren en bagage goed op te
bergen.
OPMERKING:
• De BeltAlert kan door uw erkende dealer
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
• Chrysler Group LLC raadt aan de
BeltAlert niet te deactiveren.
Als BeltAlert buiten werking wordt gesteld,
blijft het waarschuwingslampje voor de vei-
ligheidsgordels branden zolang de veilig-
heidsgordel van de bestuurder niet is vast-
gemaakt.
Vergrendelde veiligheidsgordelDe veiligheidsgordel midden achter is uitgerust
met een vergrendelingssysteem, dat ervoor
zorgt dat de middelste gordelband alleen kan
worden uitgetrokken als de bovenste grendel
van de achterbank is ingeschakeld.
Veiligheidsgordels en zwangerschapWij adviseren vrouwen die in verwachting zijn
om ook dan de autogordel te gebruiken. Een
veilig zittende moeder vormt de beste bescher-
ming voor de nog ongeboren baby.
Een aanstaande moeder hoort het heupge-
deelte van de gordel laag over het middel en zo
strak mogelijk over de heupen te dragen. Houd
de gordel laag, zodat deze niet over de buik
loopt. Op deze wijze zullen de heupen de
krachten opvangen bij een ongeval.
Extra beveiligingssysteem (SRS) —
Airbags
Deze auto is ter aanvulling op de veiligheids-
gordels voorzien van geavanceerde voorair-
bags voor zowel de bestuurder als de voorpas-
sagier. De geavanceerde voorairbag voor de
bestuurder bevindt in het midden van het stuur.
De geavanceerde voorairbag voor de passa-
39
Page 44 of 378

gier bevindt zich in het instrumentenpaneel,
boven het handschoenenkastje. Op de airbag-
panelen ziet u de vermelding SRS/AIRBAG.
Bovendien is de auto aan de bestuurderszijde
voorzien van een knieairbag, die zich in het
instrumentenpaneel onder de stuurkolom be-
vindt.
Het opblaasmechanisme van de geavan-
ceerde voor-airbags wordt in meerdere stadiageactiveerd. De airbag kan zo meer of minder
krachtig worden opgeblazen, afhankelijk van
de soort aanrijding en de ernst ervan.
Dit voertuig is uitgerust met extra gordijn-
zijairbags (SABIC), ter bescherming van de
bestuurder en passagiers voor en achter die
naast een raam zitten. De extra gordijn-
zijairbags bevinden zich boven de zijramen, de
afdekkingen zijn voorzien van het label SRS
AIRBAG.
Deze auto is voorzien van extra zijairbags in de
voorstoelen (SAB), die de inzittenden betere
bescherming bieden tegen zijdelingse botsin-
gen. De extra zijairbags in de voorstoelen
bevinden zich aan de buitenzijde van de voor-
stoelen.
OPMERKING:
•
De airbagpanelen zullen in de interieurbe-
kleding amper opvallen, maar springen
wel degelijk open tijdens het opblazen
van de airbag.
• Na ieder ongeval dient de auto onmiddel-
lijk naar een erkende dealer te worden
gebracht. Onderdelen van het airbagsysteem
Uw auto kan zijn uitgerust met de volgende
onderdelen van het airbagsysteem:
•
Beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC)
• Waarschuwingslampje voor het airbagsys-
teem
• Stuur en stuurkolom
• Instrumentenpaneel
• Extra knieairbag aan bestuurderszijde
• Kniebescherming
• Geavanceerde voorairbag aan bestuurders-
zijde
• Geavanceerde voorairbag aan passagiers-
zijde
• Extra zijairbags in de voorstoelen (SAB)
• Opblaasbare gordijn-zijairbags (SABIC)
• Sensors frontale en zijbotsingen
• Gordelspanners voorin, gesp van gordelslui-
ting
Locaties van de geavanceerde
voorairbags en knieairbag
1 — Geavanceerde
voorairbags voor be-
stuurder en passagier 3 — Kniebescherming
2 — Knieairbag voor
bestuurder
40
Page 45 of 378

•Extra actieve hoofdsteun voor bestuurder en
voorpassagier
Kenmerken van de geavanceerde
airbags voorin
Het systeem van de geavanceerde voor-
airbags bestaat uit airbags aan de bestuur-
derszijde en aan de passagierszijde die zich in
meerdere stadia ontvouwen. Dit systeem rea-
geert overeenkomstig de kracht en de aard van
de botsing die worden vastgesteld door het
beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC), dat informatie kan ontvangen van de
botsingsensoren.
Het eerste opblaasmechanisme wordt onmid-
dellijk tijdens een botsing waar ontvouwing van
de airbag noodzakelijk is geactiveerd. Deze
geringe opblazing wordt gebruikt voor minder
zware botsingen. Bij zwaardere botsingen
wordt een krachtiger opblazing toegepast.
WAARSCHUWING!
• Er mogen geen voorwerpen boven of nabij
de airbag op het instrumentenpaneel wor-
den geplaatst, omdat deze objecten letsel
kunnen veroorzaken bij botsingen waarbij
de airbag wordt opgeblazen.
• Plaats niets tegen of rond de airbagpane-
len en probeer deze nooit met de hand te
openen. Het is mogelijk dat u de airbags
beschadigt. Bovendien kunt u gewond ra-
ken omdat de airbags mogelijk niet meer
functioneren. De beschermhoezen voor de
airbagkussens gaan alleen open als de
airbags worden opgeblazen.
• Boor of snijd nooit in de kniebeschermrand
en blijf er ook verder van af.
• Monteer geen accessoires aan de kniebe-
scherming zoals alarmverlichting, stereo-
installaties, 27 MC apparatuur, enz. Extra zijairbags in de voorstoelen (SAB)
De extra zijairbags in de voorstoelen bieden de
inzittenden betere bescherming tegen zijde-
lingse botsingen. De extra zijairbag in de voor-
stoel is gemarkeerd met een airbaglabel dat op
de buitenzijde van de voorstoelen is aange-
bracht.
Als de airbag zich ontvouwt, gaat de naad
tussen de voor- en zijkant van de zitting open.
Elke airbag ontvouwt zich apart. D.w.z. dat bij
een botsing aan de linkerkant alleen de linker
airbag zich ontvouwt, en hetzelfde geldt voor
een botsing aan de rechterkant.
Label van extra zijairbag in de voorstoel
41
Page 46 of 378

Extra opblaasbaar gordijn zij-airbag
(SABIC)
Ter aanvulling op de bescherming die de car-
rosserie biedt, kunnen de extra gordijn-
zijairbags de inzittenden op de voor- en ach-
terstoelen aan het raam beschermen bij
zijdelingse botsingen en over de kop slaan.
Elke airbag heeft opblaasruimten die zich
naast het hoofd van de passagiers aan het
raam bevinden en zo de kans op hoofdletsel bij
botsingen van opzij beperken. De gordijnen
ontvouwen zich naar beneden en bedekken
beide ramen aan de kant van de botsing.OPMERKING:
•
Wanneer het voertuig over de kop slaat,
kunnen de gordelspanners en/of de extra
zijairbags in de voorstoelen en/of de extra
gordijn-zijairbags worden geactiveerd.
• De airbagpanelen zullen in de interieurbe-
kleding amper opvallen, maar springen
wel degelijk open tijdens het opblazen
van de airbag.
• Als u zich tijdens het activeren te dicht bij
de extra zijairbags in de voorstoelen en
de extra gordijn-zijairbags bevindt, kunt u
ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Het systeem omvat sensoren voor zijdelingse
botsingen, die zich naast de inzittenden op de
voor- en achterstoelen bevinden en zijn geijkt
om de extra gordijn-zijairbags te activeren bij
botsingen die bescherming van de inzittenden
door airbags noodzakelijk maken.WAARSCHUWING!
• Als uw auto is uitgerust met extra gordijn-
zijairbags aan de linker- en rechterzijde,
mag u bagage of andere lading niet der-
mate hoog opstapelen dat de afdekpanelen
van de extra gordijn-zijairbags worden ge-
blokkeerd. In de omgeving van de extra
gordijn-zijairbag mogen zich geen obsta-
kels bevinden.
• Als uw auto is uitgerust met zij-airbags,
gebruik dan geen aanvullende stoelhoezen
en plaats geen voorwerpen tussen uzelf en
de zij-airbags. De werking van de airbags
kan zo foutief worden, doordat deze voor-
werpen met kracht tegen u aan slaan en zo
ernstig letsel kunnen veroorzaken.
Extra knieairbag aan bestuurderszijde
De extra knieairbag aan bestuurderszijde zorgt
voor extra bescherming en werkt samen met
de geavanceerde voorairbag aan bestuurders-
zijde bij frontale botsingen.
Plaats van extra opblaasbaar gordijn zij-airbag (SABIC)
42
Page 47 of 378

Kniebescherming
De kniebeschermer helpt de knieën van de
voorpassagier te beschermen door de passa-
gier optimaal te positioneren voor contact met
de geavanceerde voorairbags.
In combinatie met de veiligheidsgordels en
gordelspanners werken de geavanceerde
voorairbags samen met de knieairbag aan be-
stuurderszijde en de kniebeschermer aan pas-
sagierszijde als extra bescherming voor de
bestuurder en voorpassagier. Ook de zij-
airbags werken in combinatie met de autogor-
dels voor een betere bescherming van inzitten-
den.
Hier volgen enkele eenvoudige raadgevingen
om het risico op letsel door een opgeblazen
airbag te verminderen:
Kinderen van 12 jaar en jonger moeten altijd
goed vastgegespt op de achterbank zitten.WAARSCHUWING!
Baby’s in kinderzitjes waarin het kind met het
gezicht naar achteren zit, mogen nooit wor-
den vervoerd op de voorstoel van auto’s met
een geavanceerde voorairbag aan passa-
gierszijde. Bij het opblazen kan de airbag
ernstig en zelfs dodelijk letsel aan een peuter
in die zitpositie toebrengen.
Kinderen die niet groot genoeg zijn om de
autogordel op de juiste wijze te dragen (zie het
hoofdstuk Kinderzitjes) moeten veilig op de
achterbank worden vervoerd in een kinderzitje
of een verhogingszitje met gordelbevestiging.
Oudere kinderen die geen kinderzitje of vast te
gespen verhogingszitje gebruiken, horen op de
achterbank te zitten en de autogordel om te
gespen. Sta nooit toe dat kinderen de schou-
dergordel onder de arm door dragen of achter
de rug langs laten lopen.
Lees de instructies bij het baby- of kinderzitje,
zodat u zeker weet dat u het zitje goed ge-
bruikt. Alle inzittenden moeten te allen tijde hun drie-
puntsveiligheidsgordel op de juiste wijze dra-
gen.
Schuif de stoelen van bestuurder en voorpas-
sagier zo ver als praktisch is naar achteren,
zodat de geavanceerde voor-airbags ruimte
hebben om te kunnen worden opgeblazen.
Zit daarom niet tegen het portier of het raam
geleund. Als de auto zij-airbags heeft, worden
die tijdens een aanrijding krachtig opgeblazen
in de ruimte tussen uzelf en het portier.
Indien het airbagsysteem in deze auto veran-
derd moet worden om gebruik door een inva-
lide mogelijk te maken, neem dan contact op
met klantenservice. De telefoonnummers wor-
den vermeld in het hoofdstuk
Als u gebruik wilt
maken van klantenservice .
43
Page 48 of 378

WAARSCHUWING!
•Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan dit
bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel.
De airbags werken in combinatie met uw
autogordel om u op de juiste wijze te be-
schermen. Bij sommige aanrijdingen wor-
den de airbags niet opgeblazen. Draag uw
autogordels altijd, ook als uw auto is uitge-
rust met airbags.
• Als u tijdens het activeren van de geavan-
ceerde voorairbag te dicht op het stuur of
bij het instrumentenpaneel zit, kunt u ern-
stig of dodelijk letsel oplopen. Airbags heb-
ben ruimte nodig om te worden opgebla-
zen. Ga achterover zitten en strek uw
armen zodanig dat u comfortabel het stuur
en het instrumentenpaneel kunt bedienen.
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• De extra gordijn-zijairbag en de extra zijair-
bag in de voorstoel hebben eveneens
ruimte nodig om te kunnen worden opge-
blazen. Zit daarom niet tegen het portier of
het raam geleund. Zit rechtop op het mid-
den van de stoel.
• Als u zich tijdens het activeren te dicht bij
de extra gordijn-zijairbag en/of de extra
zijairbag in de voorstoel bevindt, kunt u
ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Sensors en regelknoppen voor
ontvouwing van de airbags
Beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC)
Het Beschermingssysteem voor de inzitten-
den (ORC) maakt deel uit van een voorge-
schreven veiligheidssysteem dat vereist wordt
voor dit voertuig.
De ORC bepaalt of het nodig is om de voor-
en/of zij-airbags op te blazen bij een frontale of
zijwaartse botsing. Op basis van de signalen
van de botsingsensoren en afhankelijk van het type botsing activeert een centraal elektronisch
beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC) de geavanceerde voorairbags, de extra
knieairbag aan bestuurderszijde, de extra
gordijn-zijairbag en de extra zijairbags in de
voorstoelen, alsmede de gordelspanners voorin.
De geavanceerde voorairbags en de knieair-
bag zijn ontworpen om bij bepaalde typen
frontale botsingen extra bescherming te bie-
den door, afhankelijk van het type en de kracht
van de botsing, de werking van de veiligheids-
gordels aan te vullen. Geavanceerde voorair-
bags zijn niet bedoeld om het risico van letsel
te verlagen bij botsingen van achteren of van
opzij.
De geavanceerde voorairbags en de knieair-
bag worden niet bij alle frontale botsingen
geactiveerd. Dit geldt ook voor sommige fron-
tale botsingen die ernstige schade aan het
voertuig tot gevolg hebben, zoals bepaalde
aanrijdingen tegen palen, aanrijdingen waarbij
de auto onder een vrachtwagen terechtkomt en
aanrijdingen onder een hoek. Daarentegen
kunnen de geavanceerde voor-airbags, afhan-
kelijk van de soort en plaats van de botsing,
opgeblazen worden bij aanrijdingen met ge-
44