Page 201 of 378

modus “Blind Spot: Lights Only” dode hoek:
alleen lichtsignaal). Wanneer deze modus is
ingeschakeld werkt het dodehoeksysteem en
worden waarschuwingen als visuele signalen
weergegeven in de buitenspiegels. Door de
toets SELECTEREN een tweede maal te druk-
ken kiest u de modus “Blind Spot: Lights/CHM”
(dode hoek:lichtsignaal/geluid). In deze modus
geeft het dodehoeksysteem, zodra de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld, visuele waar-
schuwingen weer in de buitenspiegels en laat
gelijktijdig een waarschuwingssignaal klinken.
Door de modus “Blind Spot: Off” (dode hoek:
Uit) te kiezen wordt het dodehoeksysteem uit-
geschakeld.
OPMERKING:
Wanneer uw voertuig schade heeft opgelo-
pen in het gebied waar de sensor geplaatst
is, kan het zijn dat de sensor niet meer juist
uitgelijnd is, ook wanneer het plaatwerk niet
beschadigd is. Laat in een dergelijk geval de
uitlijning van de sensor controleren door
een erkende dealer. Door een niet juist uit-
gelijnde sensor zal het dodehoeksysteem
niet werken volgens specificatie.Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision Warning)
Het FCW anti-ongevalsysteem kan ingesteld
worden op: veraf, dichtbij of uit. De stan-
daardinstelling van het FCW-systeem is: veraf.
Dit houdt in dat het systeem u waarschuwt voor
een mogelijke aanrijding met een voertuig voor
u, terwijl u nog verder van dit voertuig verwij-
derd bent. Dit geeft u de langste reactietijd.
Voor een meer dynamische rijstijl kiest u de
instelling: dichtbij. Deze instelling waarschuwt
u voor een mogelijke aanrijding met een voer-
tuig voor u, terwijl u veel dichter bij dit voertuig
bent. Deze instelling biedt een meer dynami-
sche rijervaring. Om de FCW-status te wijzigen
drukt u herhaald kort op de toets SELECTE-
REN, totdat een vinkje naast de functie ver-
schijnt, waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het vinkje
verdwijnt waarmee wordt aangegeven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Voor meer informatie, raadpleeg “Adaptieve
cruisecontrol (ACC)” onder “De functies van uw
voertuig”.
Display Units of Measure in:
(Maateenheden weergeven in:)
Voor het EVIC, de kilometerteller en het
Uconnect™-navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) kunt u kiezen uit weergave in Engelse of
metrische maateenheden. Maak uw keuze
door de toets SELECTEREN kort in te drukken
totdat “ENGLISH” of “METRIC” verschijnt.
Kompas kalibreren
Raadpleeg “Weergave kompas” voor meer in-
formatie.
Kompasafwijking
Raadpleeg “Weergave kompas” voor meer in-
formatie.
GELUIDSSYSTEMENRaadpleeg uw boekje over geluidssystemen.
UNIVERSAL CONSUMER
INTERFACE (UCI) (universele
gebruikersinterface) 1.0 — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Dit hoofdstuk is uitsluitend bedoeld voor
radio’s met Uconnect™, verkoopcode RES
197
Page 202 of 378

of REQ/REL/RET. Raadpleeg de afzonder-
lijke RER-, REN-, RBZ-, RB2- of REZ-
gebruikershandleiding voor de UCI-functie
van de radio met touchscreen, verkoopcode
RER, RBZ, REN, REP, REW, RB2 of REZ. UCI
is uitsluitend als optie bij deze radio’s ver-
krijgbaar.
Deze voorziening maakt het mogelijk een iPod
of extern USB-apparaat aan te sluiten op de
USB-poort.
UCI is compatibel met mini-, 4G-, foto-, nano-,
5G- iPod - en iPhone -apparaten. Sommige
versies van de iPod -software zijn mogelijk niet
volledig compatibel met de UCI-functies. Ga in
dat geval naar de website van Apple om de
recentste softwareversies te downloaden.
OPMERKING:
•
Wanneer de radio is voorzien van een USB-
poort, raadpleeg dan de desbetreffende
gebruikershandleiding van Uconnect™
multimediaradio voor de mogelijke onder-
steuning van iPod of externe USB-
apparaten.
• Wanneer u een iPod of elektronisch
audio-apparaat aansluit op de AUX-poort
op het voorpaneel van de radio, kunt u
wel muziek afspelen, maar kan de UCI-
functie voor het bedienen van het aange-
sloten apparaat niet worden gebruikt.
De iPod of het externe
USB-apparaat aansluiten
Nadat het audio-apparaat is aangesloten en
synchronisatie met het UCI-systeem van de
auto heeft plaatsgevonden (de iPod heeft
mogelijk enkele seconden nodig om de verbin-
ding tot stand te brengen), begint het audio-
apparaat met opladen en is het apparaat ge-
reed voor gebruik via het indrukken van de
radioknoppen, zoals hierna wordt beschreven.
OPMERKING:
Wanneer de batterij van het audio-apparaat
volledig leeg is, bestaat de kans dat er geen
communicatie met het UCI-systeem moge-
lijk is voordat de batterij een minimum laad-
niveau heeft bereikt. Als u de verbinding
tussen het audio-apparaat en het UCI-
systeem in stand laat, kan de accu opladen
tot het vereiste minimum laadniveau.
Gebruik van deze functieBij gebruik van iPod-kabel of extern USB-
apparaat voor aansluiting op USB-poort:
• De audio van het apparaat kan worden af-
gespeeld via het audiosysteem van de auto,
terwijl de metagegevens (artiest, titel, album,
enzovoort) worden weergegeven op het ra-
diodisplay.
• Het audio-apparaat kan worden bediend
door de radioknoppen te gebruiken voor
afspelen, bladeren en een overzicht van de
inhoud van de iPod .
• De batterij van het audio-apparaat wordt
opgeladen wanneer het is aangesloten op
de UCI-connector (indien ondersteund door
het specifieke audio-apparaat).
De iPod of het externe
USB-apparaat bedienen met de
radioknoppen
Om de UCI-modus (iPod of extern USB-
apparaat) te activeren en toegang te krijgen tot
een aangesloten audio-apparaat, drukt u op de
knop “AUX” op het front van de radio. U kunt
ook op de knop VR drukken en dan USB of
198
Page 203 of 378

Schakel naar USB zeggen. Eenmaal in de
UCI-modus, worden audionummers (indien
aanwezig op het audio-apparaat) afgespeeld
via het audiosysteem van de auto.
De Play-modusAls de UCI-modus is ingeschakeld, wordt de
Play-modus automatisch geactiveerd door de
iPod of het externe USB-apparaat. In de Play-
modus kunnen de volgende knoppen op het
radiofront worden gebruikt om de iPod of het
externe USB-apparaat te bedienen en gege-
vens weer te geven:
• Gebruik de TUNE-knop om naar het vol-
gende of vorige nummer te gaan.
• Als u de knop één klik rechtsom (vooruit)
draait tijdens het afspelen van een num-
mer, gaat u naar het volgende nummer. U
kunt ook op de knop VR drukken en dan
Volgende nummer zeggen.
• Als u de knop één klik linksom (terug)
draait, gaat u naar het vorige nummer in
de lijst. U kunt ook op de knop VR druk-
ken en dan Vorige nummer zeggen. •
Teruggaan in het huidige nummer door
de knop << RWingedrukt te houden.
Door de knop << RWlang genoeg inge-
drukt te houden, gaat u terug naar het
begin van het huidige nummer.
• U kunt het huidige nummer vooruitspoelen
door de knop FF>> ingedrukt te houden.
• Als u eenmaal drukt op de knop << RWof
FF >>, gaat u vijf seconden terug of vooruit
in het huidige nummer.
• Gebruik de knoppen << SEEKenSEEK >>
om naar het vorige of volgende nummer te
gaan. Als tijdens het afspelen op de knop
SEEK >> drukt, gaat u naar het volgende
nummer in de lijst. U kunt ook op de knop VR
drukken en dan Volgende of vorige num-
mer zeggen.
• Tijdens het afspelen van een nummer kunt u
op de INFO-knop drukken om de metage-
gevens (artiest, titel, album, enzovoort) van
het nummer te bekijken. Als u nogmaals op
de INFO -knop drukt, gaat u naar het vol-
gende scherm met gegevens over het num-
mer. Nadat alle schermen zijn bekeken, komt u met een laatste druk op de
INFO-knop
weer terug in het scherm met de afspeelmo-
dus op de radio.
• Als u op de knop REPEATdrukt, wordt de
modus van het audio-apparaat veranderd
om het nummer dat op dat moment wordt
afgespeeld te herhalen. U kunt ook op de
knop VR drukken en dan Herhalen AAN of
Herhalen UIT zeggen.
• Druk op de SCAN-knop om de scanmodus
van het UCI-apparaat te gebruiken. In deze
modus worden van elk nummer alleen de
eerste 10 seconden afgespeeld, waarna het
volgende nummer wordt geladen. Als u de
scanmodus wilt beëindigen om het nummer
van uw keuze volledig af te spelen, drukt u
tijdens de eerste vijf seconden van het ge-
wenste nummer nogmaals op de SCAN
-knop. Tijdens de scanmodus kunt u ook
drukken op de knoppen << SEEKen
SEEK >> om het vorige of volgende num-
mer te selecteren.
• De RND -knop (uitsluitend beschikbaar op
de radio met verkoopcode RES): als u op
deze knop drukt, schakelt de iPod of het
199
Page 204 of 378

externe USB-apparaat tussen de modi Shuf-
fle ON en Shuffle OFF. U kunt ook op de knop
VR drukken en danShuffle ON of Shuffle
OFF zeggen. Als het pictogram RNDwordt
weergegeven op het radiodisplay, is de mo-
dus Shuffle geactiveerd.
De List-modus (Browse-modus)Wanneer u in de Play-modus op een van de
hierna genoemde knoppen drukt, roept u de
List-modus op. In de List-modus kunt u blade-
ren in de lijst met menu’s en nummers op het
audio-apparaat.
• De TUNE -regelknop: de TUNE-regelknop
werkt op dezelfde manier als het scrollwiel
van het externe USB-apparaat.
• Door de knop rechtsom (vooruit) of
linksom (achteruit) te draaien, kunt u in de
lijsten bladeren terwijl de gegevens van
de nummers worden weergegeven op het
radiodisplay. Nadat u het nummer van uw
keuze heeft gemarkeerd op het radiodis-
play, drukt u op de TUNE-regelknop om
het nummer te selecteren en af te spelen.
Alsude TUNE-regelknop snel draait,
bladert u sneller door de lijst. Wanneer u snel bladert, wordt de informatie op het
radiodisplay mogelijk met een kleine ver-
traging bijgewerkt.
• In de List-modi geeft de iPod alle lijsten
weer in doorlopende vorm. Als het num-
mer van uw keuze zich bijvoorbeeld on-
der aan de lijst bevindt, draait u de regel-
knop linksom (achteruit) om sneller naar
dit nummer te gaan.
• In de List-modus worden de PRESET
-knoppen gebruikt als een snelle manier
om naar de volgende lijsten op de iPod
of het externe USB-apparaat te gaan:
• Voorkeuz e 1 – Afspeellijsten
• Voorkeuz e2–Artiesten
• Voorkeuz e 3 – Albums
• Voorkeuz e 4 – Muziekstijlen
• Voorkeuz e 5 – Luisterboeken
• Voorkeuz e 6 – Podcasts
• Als u op een van de PRESET-knoppen
drukt, wordt de huidige lijst op de boven-
ste regel weergegeven en het eerste item
in de lijst op de tweede regel. •
Als u de List-modus wilt verlaten zonder
een nummer te kiezen, drukt u nogmaals
op dezelfde PRESET-knop om terug te
gaan naar de Play-modus.
• LIST -knop: als u op de LIST-knop drukt,
wordt het hoofdmenu van de iPod of het
externe USB-apparaat weergegeven. Draai
de TUNE -regelknop om het onderdeel van
het hoofdmenu weer te geven dat u wilt
selecteren, en druk op de TUNE-regelknop.
Hierna wordt het volgende lijstonderdeel in
het submenu van het audio-apparaat weer-
gegeven. U kunt nu via dezelfde stappen
naar het gewenste nummer in deze lijst
gaan. Niet alle niveaus van submenu van de
iPod of het externe USB-apparaat zijn op
dit systeem beschikbaar.
• De MUSIC TYPE -knop: deMUSIC TYPE
-knop biedt ook een snelle manier om de
lijsten op het audio-apparaat, in dit geval
gesorteerd op Muziekstijl, te bekijken.
200
Page 205 of 378

LET OP!
•Wanneer u de iPod of het externe USB-
apparaat (of een ander ondersteund appa-
raat) bij uitzonderlijk hoge of lage tempera-
turen in de auto laat liggen, kan de werking
negatief worden beïnvloed en het apparaat
beschadigd raken. Volg de aanwijzingen
van de fabrikant van het apparaat.
• Het plaatsen van voorwerpen op de iPod
of het externe USB-apparaat en het aan-
leggen van verbindingen naar de iPod of
het externe USB-apparaat in de auto, kan
leiden tot beschadiging van het apparaat
en/of de aansluitingen.
WAARSCHUWING!
U mag de iPod of het externe USB-apparaat
niet aansluiten of verwijderen tijdens het rij-
den. Als u deze waarschuwing niet in acht
neemt, kan zich een ongeluk voordoen.
Bluetooth Streaming Audio (BTSA)U kunt muziek uit uw mobiele telefoon streamen
naar het Uconnect™ telefoonsysteem.
BTSA bedienen met de radioknoppen
Om de BTSA-modus te activeren drukt u op de
knop “AUX” op de radio. U kunt ook op de knop
VR drukken en dan “Bluetooth Streaming Au-
dio” zeggen.
De Play-modus
Door te schakelen naar de BTSA-modus, kun-
nen bepaalde audio-apparaten direct muziek
afspelen via het audiosysteem van het voer-
tuig. Bij sommige apparaten moet de muziek
op het apparaat eerst worden geïnitialiseerd,
waarna deze wordt gestreamd naar het
Uconnect™ telefoonsysteem. Er kunnen zeven
apparaten worden gekoppeld aan het
Uconnect™ Phone systeem, maar er kan
slechts één apparaat tegelijk worden geselec-
teerd en gebruikt. Ander audio-apparaat selecteren
1. Druk op de knop PHONE om te beginnen.
2. Na de prompt
Gereed en de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Instellen en dan
Audio-apparaten selecteren .
3. Zeg de naam van het audio-apparaat of
vraag het Uconnect™ Phone systeem om een
lijst van audio-apparaten.
Volgend nummer
Gebruik de knop SEEK UP of druk op de knop
VR op de radio en zeg Volgende nummer om
naar het volgende nummer op uw mobiele
telefoon te gaan.
Vorig nummer
Gebruik de knop SEEK DOWN of druk op de
knop VR op de radio en zeg Vorige nummer
om naar het vorige nummer op uw mobiele
telefoon te gaan.
Bladeren
Bladeren is niet mogelijk op een BTSA-
apparaat. Alleen bij het huidige nummer dat
wordt afgespeeld wordt informatie weergege-
ven.
201
Page 206 of 378

STUURBEDIENING VOOR AUDIODe knoppen van de afstandsbediening van de
geluidsinstallatie bevinden zich achter op het
stuur. Reik met uw vingers achter het stuur om
de knoppen te bedienen.
De knop aan uw rechterhand is een tuimel-
schakelaar met een drukknop in het midden.
Hiermee kunt u het volume regelen en de
modus van de geluidsinstallatie bepalen. Als u
de bovenzijde van de tuimelschakelaar indrukt,
neemt het geluidsvolume toe. Als u de onder-
zijde indrukt, wordt het volume verminderd.Door op de drukknop in het midden te drukken,
kunt u schakelen tussen de verschillende be-
schikbare modi voor het geluidssysteem (AM/
FM/SAT/CD/HDD/AUX/VES etc.).
De knop aan de linkerkant is een tuimelscha-
kelaar met een drukknop in het midden. De
functie van de knop aan uw linkerhand is
afhankelijk van de modus waarin de geluidsin-
stallatie zich bevindt.
Hier volgt een beschrijving van de functies van
de knop aan uw linkerkant in de verschillende
modi.
Bediening van de radioAls u de bovenzijde van de schakelaar indrukt,
wordt omhoog gezocht naar de volgende goed
te ontvangen zender. Als u de onderzijde van
de schakelaar indrukt, wordt omlaag gezocht
naar de volgende goed te ontvangen zender.
Als u op de drukknop midden op de tuimel-
schakelaar aan uw linkerkant drukt, stemt de
radio af op de volgende vooraf ingestelde
zender die u hebt geprogrammeerd onder de
drukknop voor radiovoorinstellingen.
Cd-spelerBij eenmaal indrukken van de bovenzijde van
de schakelaar gaat u door naar de volgende
muziektitel op de cd. Als u eenmaal de onder-
zijde van de schakelaar indrukt, keert u terug
naar het begin van het huidige nummer of naar
het begin van het vorige nummer wanneer de
knop wordt ingedrukt binnen één seconde na-
dat het huidige nummer begint te spelen.
Wanneer u de schakelaar tweemaal naar bo-
ven of naar beneden drukt, wordt het tweede
nummer afgespeeld; bij driemaal het derde,
enz.
De drukknop midden op de tuimelschakelaar
aan de linkerkant heeft geen functie voor een
cd-speler voor één cd. Als de auto echter is
uitgerust met een cd-speler met cd-wisselaar,
kunt u met de middelste drukknop de volgende
beschikbare cd in de speler selecteren.
Afstandsbediening geluidssysteem
(achteraanzicht stuurwiel)
202
Page 207 of 378

ONDERHOUD VAN CD/DVD-
SCHIJFJES
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
uw cd’s en dvd’s in goede conditie te houden:
1. Houd de cd aan de rand vast en zorg dat u
het oppervlak niet aanraakt.
2. Als er vlekken op de cd zijn, moet u het
oppervlak met een zachte doek schoonmaken
en vegen van het midden naar de richting van
de rand.
3. Geen papier of plakband op de cd aanbren-
gen; krassen van de cd vermijden.
4. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals ben-
zine, terpentijn, schoonmaakmiddelen of anti-
statische sprays.
5. Bewaar de cd in de houder na het afspelen.
6. De cd niet aan direct zonlicht blootstellen.
7. De cd niet bewaren op een plaats waar het
te heet kan worden.OPMERKING:
Als u op problemen stuit bij het afspelen van
een bepaalde disc, kan er sprake zijn van
een beschadiging (bijvoorbeeld krassen, ge-
deeltelijke verwijdering van de reflecterende
laag, een haar, vocht of dauw op de disc). De
disc kan echter ook te groot zijn of een
beveiligingscode hebben. Probeer eerst een
goede disc af te spelen, voordat u de cd-
speler ter reparatie aanbiedt.
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE
TELEFOONS
Onder bepaalde omstandigheden kan een in-
geschakelde mobiele telefoon in uw auto de
radio storen. Deze situatie kunt u verhelpen
door de antenne van de mobiele telefoon te
verplaatsen. Dit probleem is niet schadelijk
voor de radio. Wanneer de radio nog steeds
niet naar tevredenheid werkt nadat de antenne
is verplaatst, is het raadzaam de radio zachter
of uit te zetten wanneer de mobiele telefoon in
gebruik is.
KLIMAATREGELINGHet systeem voor airconditioning en verwar-
ming is ontworpen voor een optimaal interieur-
comfort onder alle weersomstandigheden.
Dual-Zone handmatig instelbare
verwarming en airconditioning
De Dual-Zone handmatig instelbare klimaatre-
geling stelt zowel de bestuurder als de bijrijder
in staat individuele comfortinstellingen te kie-
zen. De bedieningselementen bestaan uit een
reeks knoppen met draairingen aan de buiten-
kant en drukknoppen aan de binnenkant.
203
Page 208 of 378

AanjagerknopMet deze knop regelt u
de hoeveelheid lucht
die door het ventilatie-
systeem wordt geleid
bij alle standen. De
aanjagersnelheid wordt
verhoogd door, vanuit
de standO (Uit), de
knop verder rechtsom
te draaien. Er zijn zeven
aanjagerstanden.
Temperatuurregeling
• Temperatuurregeling bestuurder
Door deze knop te ver-
draaien regelt u de
luchttemperatuur voor
de bestuurder. U kunt
de knop naar links in
het blauwe deel van de
schaal draaien, wat
duidt op koelere lucht,
terwijl draaien naar
rechts in het rode deel
duidt op warmere lucht. •
Temperatuurregeling passagiers
Door deze knop te ver-
draaien regelt u de
luchttemperatuur voor
de bijrijder. U kunt de
knop naar links in het
blauwe deel van de
schaal draaien, wat
duidt op koelere lucht,
terwijl draaien naar
rechts in het rode deel
duidt op warmere lucht.
OPMERKING:
Wanneer de airco niet zo goed werkt als u
verwacht, controleert u of de voorzijde van
de airco-condensor vóór de radiator is ver-
stopt door vuil of insecten. Maak schoon
door voorzichtig water te spuiten vanaf de
achterzijde van de radiator en door de con-
densor heen. Beschermhoezen kunnen de
luchtstroom door de condensor hinderen,
waardoor de prestaties van de airco terug
kunnen lopen. Luchtcirculatieknop
(luchtuitstroomrichting)
Door op de regelknoppen te drukken kunt u
een keuze maken uit meerdere patronen van
luchtinstroming.
Paneelventilatie
De luchtstroom stroomt via de roosters in
het instrumentenpaneel de auto binnen.
Deze roosters kunnen worden versteld
om de richting van de luchtstroom te regelen.
OPMERKING:
De roosters in het midden van het instru-
mentenpaneel kunnen op de achterinzitten-
den worden gericht zodat een maximale
luchtstroom naar achteren wordt bereikt.
Ventilatie op 2 niveaus De lucht stroomt door de roosters in het
instrumentenpaneel en de vloeruit-
stroomopeningen naar binnen.
204