Page 449 of 810
4484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot:Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vanaf de zijkanten van de auto
*
*
: Het gebied tussen de zijkanten van de auto en 0,5 m vanaf de zijkant
van de auto kan niet worden gesignaleerd.
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
Ongeveer 3 m achter de achterbumper
Ongeveer 3 m - 60 m achter de achterbumper
*
*
: Hoe groter het snelheidsverschil is tussen uw auto en de gesignaleerde auto, hoe
verder weg de auto wordt gesignaleerd, waardoor de indicator in de buitenspiegel
gaat branden of knipperen.
Detectiegebieden BSM-functie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 44 8 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 450 of 810

4494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
■De BSM-functie werkt wanneer
De BSM-functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●Het BSM-systeem is ingeschakeld ( →blz. 434)
● De selectiehendel staat in een andere stand dan R.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h
■ De BSM-functie signaleert een auto wanneer
De BSM-functie signaleert in de volgende situaties een auto in het detectiegebied:
●Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
● U haalt een auto in een aangrenzende rijstrook langzaam in.
● Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
■ Omstandigheden waaronder de BSM -functie een auto niet signaleert
De BSM-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten te
signaleren:
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Tegemoetkomende auto's
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
●Auto's die snel door uw auto worden ingehaald*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een a anvullend systeem dat de bestuurder waar-
schuwt voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindelings op de Blind Spot
Monitor-functie. De functie kan niet beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, kunnen zich ongevallen voordoen die tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk niet goed. Daarom
dient de bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te controleren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 44 9 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 451 of 810

4504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Omstandigheden waaronder de BSM -functie mogelijk niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de BSM-functie auto's mogelijk niet
correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt door modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere auto verandert
• Wanneer een auto het detectiegebied binnenkomt met ongeveer dezelfde snel-
heid als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectiegebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen
in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen-
heden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een rijstrook wordt gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto vandaan is
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achterzijde van de auto is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het
detectiegebied komt
• Direct nadat het BSM-systeem is ingeschakeld
• Bij het rijden met een aanhangwagen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 45 0 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 452 of 810

4514-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E●
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig een
auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie- gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen
in de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een rijstrook wordt gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen- heden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achterzijde van de auto is gemonteerd
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 45 1 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 453 of 810
4524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Toyota Parking Assist-sensor∗
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot objecten, zoals een muur, bij het fileparke-
ren en inparkeren in een garage wo rdt gemeten door sensoren en wordt
doorgegeven via het multi-informatie display en een zoemer. Controleer
bij gebruik van dit systeem ook altijd zelf de omgeving.
Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter Zijsensoren voor
(indien aanwezig)
Zijsensoren achter
(indien aanwezig)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 45
2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 454 of 810

4534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Dit systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het multi-informatie-
display.Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel en
selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel,
selecteer en druk op om de gewenste instelling (aan/uit) te
selecteren.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sensor wordt uitgeschakeld, gaat het contro-
lelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF ( →blz. 159) branden.
Als de Toyota Parking Assist-sensor eenmaal is uitgeschakeld, blijft hij uit totdat
hij weer wordt ingeschakeld via het scherm van het multi-informatiedis-
play. (Het systeem wordt niet automatisch ingeschakeld, zelfs niet wanneer het
hybridesysteem opnieuw wordt gestart.)
Wanneer de sensoren een object, zoals een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
● Multi-informatiedisplay
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren voor
Signalering zijsensor voor
*
(indien aanwezig)
Signalering zijsensor achter
*
(indien aanwezig)
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor ach-
ter
*: De displays van de zijsensoren worden niet weergegeven tot de gebieden aan de zijkant volledig zijn gescand.
Inschakelen/uitschakelen van het Toyota Parking Assist Sensor-sys-
teem
Display
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 45 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 455 of 810
4544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Wanneer er een object wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de globale
afstand tot het object weergegeven op het multi-informatiedisplay. (Als de
afstand tot het object klein wordt, gaan de afstandssegmenten mogelijk knip-
peren.)
De displays van de werking van de zijsensor voor en zijsensor achter (indien
aanwezig) worden niet weergegeven tot de gebieden aan de zijkant volledig
zijn gescand.
■Hoeksensoren
De afstandsweergave en zoemer
Globale afstand tot objectMulti-informatiedisplayZoemer
60 cm - 45 cm Gemiddeld
45 cm - 30 cm Snel
30 cm - 15 cm Continu
Minder dan 15 cm Continu
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 454 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 456 of 810
4554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Middelste sensoren
Globale afstand tot objectMulti-informatiedisplayZoemer
Voor: 100 - 60 cm
Achter: 150 - 60 cm Langzaam
60 cm - 45 cm Gemiddeld
45 cm - 30 cm Snel
30 cm - 15 cm Continu
Minder dan 15 cm Continu
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 455 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM