Page 49 of 572
49
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
OPMERKING
●Verwijder onderdelen als de voorbum-
per, motorkap of wielophanging niet en
vervang ze niet door niet-originele
onderdelen. Anders werkt het systeem
mogelijk niet goed.
●Plaats niks op de voorbumper of de
motorkap. Anders kunnen de sensoren
een aanrijding mogelijk niet goed waar-
nemen of werkt het systeem mogelijk
niet goed.
●Sluit de motorkap niet met kracht en
oefen geen belasting uit op het hefsys-
teem. Anders kan dat systeem bescha-
digd raken en werkt het mogelijk niet
goed.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen
in de wagenhoogte ervoor kunnen zor-
gen dat het systeem niet goed werkt.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 49 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 50 of 572

50
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER AIR-
BAG
De controlelampjes PASSENGER AIRBAG
en ON gaan branden als het airbagsysteem
is ingeschakeld en gaan na ongeveer 60
seconden uit. (Alleen als het contact AAN
staat.)
Aan/uit-schakelaar airbagSteek de mechanische sleutel in de
slotcilinder en draai deze in de stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
■Informatie over controlelampje PAS-
SENGER AIRBAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje OFF gaat niet branden
als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet.
●Het controlelampje reageert niet wanneer
de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassa-
giersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbag alleen uit als
er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
gebruikt.
Systeemonderdelen
A
B
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 50 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 51 of 572

51
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje al tijd op een achter-
stoel. Als de achterstoel niet kan worden
gebruikt, mag de voorstoel worden
gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand ON blijft staan, kan de kracht die
met het activeren (opblazen) van de air-
bag gepaard gaat, ernstig letsel veroorza-
ken.
■Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal
de airbag in geval van een ongeval niet
worden geactiveerd, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht als er kinde-
ren in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kin-
derzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de
auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per onge-
luk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel, de ruiten-
wisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het
achterportier of de blokkeerscha-
kelaar van de ruitbediening om te
voorkomen dat kinderen het por-
tier openen tijdens het rijden of
per ongeluk de elektrisch bedien-
bare ruit bedienen. ( →Blz. 138,
169)
Laat kleine kinderen geen onder-
delen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten
of bekneld kunnen raken, zoals de
elektrisch bedienbare ruiten, de
motorkap, de achterklep en de
stoelen.
WAARSCHUWING
■Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto ach-
ter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto
te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Daarnaast kunnen kinderen zich
bezeren als ze met de ruiten of andere
systemen in de auto spelen. Verder kan de
temperatuur in de auto zo hoog oplopen of
zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan
worden.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 51 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 52 of 572

52
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Punten om rekening mee te houden:
Blz. 52
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
Blz. 53
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: Blz. 56
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
Blz. 65• Vastgezet met een veiligheidsgor-
del: Blz. 66
• Vastgezet met een onderste ISOfix- bevestigingspunt: Blz. 67
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 68
Geef prioriteit aan de waarschuwin-
gen en neem deze in acht. Houd u
daarnaast ook aan de wetgeving en
voorschriften met betrekking tot
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de stan-
daard gemonteerde veiligheidsgor-
del op de juiste wijze te gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinder-
zitjes in alle auto's kunnen worden
gemonteerd.
Controleer, voordat u een baby- of
kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is voor de stoelposi-
ties. ( →Blz. 56)
Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje
in de auto plaats t, zijn er voor-
zorgsmaatregelen die u in acht
moet nemen, verschillende soor-
ten baby- en kinderzitjes en ver-
schillende plaatsingsmethoden,
enz. Deze staan beschreven in
deze handleiding.
Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de
auto meerijdt dat nog niet op de
juiste wijze gebruik kan maken
van een veiligheidsgordel. Plaats
voor de veiligheid van het kind het
baby- of kinderzitje op een achter-
stoel. Zorg ervoor dat u de plaat-
singsmethode opvolgt die in de
handleiding van het baby- of kin-
derzitje staat.
Wij raden het gebruik van een ori-
gineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien dit in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van
Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze
kopen bij een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te
houden
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kind in de auto mee-
rijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 52 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 53 of 572

53
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst op de voorpassa-
giersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind
een baby- of kinderzitje op een achter-
stoel. Als het plaatsen van een zitje op
de voorpassagiersstoel onvermijdelijk
is, stel dan de stoel als volgt af en
plaats het baby- of kinderzitje:
Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren.
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop.
Indien er bij het plaatsen van een in de rij-
richting geplaatst kinderzitje een opening
aanwezig is tussen het kinderzitje en de rug-
leuning, stel de rugleuning dan af totdat het
zitje en de rugleuning goed contact maken.
WAARSCHUWING
●Voor de meest effectieve bescherming
van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen moet een kind goed vast-
zitten, met een veiligheidsgordel of een
baby- of kinderzitje dat op de juiste
wijze is geplaatst. Raadpleeg voor infor-
matie over het plaatsen de bij het baby-
of kinderzitje bijgesloten handleiding. In
deze handleiding vindt u algemene aan-
wijzingen met betrekking tot het plaat-
sen.
●Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past
bij het gewicht en de lengte van het kind
en dat op de achterstoel is geplaatst. In
ongevallenstatistieken is aangetoond
dat kinderen minder verwondingen oplo-
pen als zij op de achterstoelen op de
juiste wijze vastzitten dan als zij op de
voorstoel zitten.
●Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan
een kind dan de voorruit raken of klem
komen te zitten tussen degene die het
kind vasthoudt en delen van het interi-
eur.
■Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijk-
manoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●Als de auto een hevige impact te verdu-
ren krijgt, bijvoorbeeld als gevolg van
een ongeval, kan er schade ontstaan
aan het baby- of kinderzitje die niet
direct zichtbaar is. Gebruik het baby- of
kinderzitje in dergelijk e gevallen niet
meer.
●Afhankelijk van het baby- of kinderzitje
kan het zijn dat dit moeilijk of onmogelijk
kan worden geplaatst. Controleer in der-
gelijke gevallen of het baby- of kinder-
zitje geschikt is v oor plaatsing in de
auto. ( →Blz. 56) Houdt u zich bij het
plaatsen en gebruik aan de voorschrif-
ten voor het vastzetten van het zitje in
deze handleiding en de handleiding van
het baby- of kinderzitje. Lees deze voor-
schriften zorgvuldig.
●Laat het zitje goed vastzitten op de
stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in
het passagierscompartiment.
●Wanneer u het zitje toch moet verwijde-
ren, bewaar het dan buiten de auto of
zet het vast in de bagageruimte.
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 53 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 54 of 572

54
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van een baby- of kinder-
zitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. ( →Blz. 50) Bij een ongeval kan
het kind ernstig letsel oplopen door de
kracht waarmee de voorpassagiersair-
bag wordt geactiveerd.
●Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagi ersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 54 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 55 of 572

55
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
●Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan. Als er een
zitje waarin het kind met het gezicht in
de rijrichting zit op de voorpassagiers-
stoel wordt geplaatst, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden
geschoven. Als dat niet gedaan wordt,
kan er ernstig letsel ontstaan als de air-
bags geactiveerd worden.
●Laat een kind niet met het hoofd of een
ander lichaamsdeel tegen het portier
leunen of tegen dat deel van de stoel,
de voor- of achterstijlen of de dakzijrails
leunen waarin de side airbags of de cur-
tain airbags zijn ondergebracht, ook niet
als het kind in een baby- of kinderzitje
zit. Anders kan het kind ernstig letsel
oplopen als bij een aanrijding de side
airbags of de curtain airbags worden
geactiveerd.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 55 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 56 of 572

56
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Geschiktheid baby- en kinderzit-
jes voor elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje ( →Blz. 57)
geeft met symbolen aan welke typen
baby- of kinderzitjes kunnen worden
gebruikt en de mogelijke zitposities bij
het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren.
Controleer anders [Tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby- en
kinderzitjes] voor de aanbevolen baby-
of kinderzitjes. ( →Blz. 61)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende [Voordat u
de geschiktheid van elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje controleert].
■Voordat u de geschiktheid van
elke zitpositie bij een baby- of kin-
derzitje controleert
1 Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
voldoet aan de VN ECE R44
*1- of
VN ECE R129
*1, 2-norm.
Het onderstaande erkende keur-
merk staat op de baby- en kinderzit-
jes.
Controleer of het baby- of kinder-
zitje is voorzien van het juiste keur-
merk.
Voorbeeld van het weergegeven nummer
van het voorschrift
Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44
*3
De gewichtsklasse van kinderen die
in aanmerking komen voor een zitje
met het typegoedkeuringsmerk VN
ECE R44 wordt weergegeven.
WAARSCHUWING
●Gebruik een baby- of kinderzitje dat
past bij de leeftijd en de grootte van het
kind en plaats dit op de achterstoel.
●Als het kinderzitje niet goed gemonteerd
kan worden omdat de bestuurdersstoel
in de weg zit, moet het kinderzitje rechts
achterin (auto's met linkse besturing) of
links achterin (auto's met rechtse bestu-
ring) worden gemonteerd. ( →Blz. 61)
Geschiktheid baby- en
kinderzitjes voor elke zitpositie
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 56 Friday, November 6, 2020 11:27 AM