Page 209 of 572

209
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Als de ruitenwissers voor niet worden
gebruikt, keren ze terug tot onder de
motorkap. Om de ruitenwissers voor te
kunnen optillen bij parkeren onder
koude omstandigheden of bij het ver-
vangen van een ruitenwisserrubber,
moeten de ruitenwissers voor met de
ruitenwisserhendel vanuit de ruststand
in de servicestand gezet worden.
■De ruitenwissers in de service-
stand zetten
Zet binnen ongeveer 45 seconden na
het UIT zetten van het contact de rui-
tenwisserhendel in de stand en
houd hem gedurende ten minste onge-
veer 2 seconden in die stand.
De ruitenwissers bewegen naar de service-
stand.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat er
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in
werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Als er geen ruitensproeiervloeistof
uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd
naar u toe getrokken houdt, kan de sproei-
erpomp beschadigd raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
Wijzigen van de ruststand van
de ruitenwissers voor/optillen
van de ruitenwissers voor
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 209 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 210 of 572

210
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Optillen van de ruitenwissers voor
Houd het haakgedeelte van de rui-
tenwisserarm vast en til de ruitenwisser
voor van de voorruit.
■De ruitenwissers voor in de ruststand
zetten
Zet het contact AAN en zet de ruitenwisser-
hendel in een werkingsstand terwijl de ruiten-
wissers voor op de voorruit geplaatst zijn. Als
de ruitenwisserschakelaar wordt uitgescha-
keld, stoppen de ruitenwissers voor in de
ruststand. Zelfs als de ruitenwissers uit posi-
tie staan terwijl het contact UIT staat, keren
de ruitenwissers terug in de normale stand.
OPMERKING
■Bij het optillen van de ruitenwissers
voor
●Til de ruitenwissers voor niet op als ze
in de ruststand onder de motorkap
staan. Als u dat wel doet, raken de rui-
tenwissers voor mogelijk de motorkap,
hetgeen kan resulteren in schade aan
de ruitenwissers voor en/of de motor-
kap.
A
●Til de ruitenwissers voor niet op aan het
ruitenwisserblad. Anders kan het ruiten-
wisserblad vervormd raken.
●Bedien de ruitenwisserhendel niet wan-
neer de ruitenwissers voor zijn opgetild.
Als u dat wel doet, raken de ruitenwis-
sers voor mogelijk de motorkap, het-
geen kan resulteren in schade aan de
ruitenwissers voor en/of de motorkap.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 210 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 211 of 572

211
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-4. Tanken
Rijden
5-4.Tanken
Sluit alle portieren en ruiten.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Zet het contact UIT.
Schakel de verlichting uit.
■Brandstofsoorten
→ Blz. 469
■Opmerkingen bij het tanken
●Tanken is niet mogelijk als de druk in de
waterstoftanks van de auto hoger is dan de
toevoerdruk van het waterstofstation. Als
de waterstoftanks voor meer dan de helft
gevuld zijn, kan er mogelijk niet getankt
worden bij een H35-dispenser. Om water-
stoftanks volledig te vullen is een water-
stofstation met een H70-dispenser
(toevoerdruk 70 MPa) [714 kg/cm
2, 700
bar, 10.150 psi] nodig.
●Bel het nummer op de apparatuur als het
tanken niet kan worden voltooid door pro-
blemen met de apparatuur van het station.
Openen van de
tankdopklep
Tank alleen gecomprimeerd
waterstofgas bij waterstofstations.
Tank bij waterstofstations die vol-
doen aan SAE J2601. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige
als u vragen hebt over de
geschiktheid van een waterstof-
station.
Neem opmerkingen en instructies
bij de waterstofstations in acht.
De vultijd en -hoeveelheid kun-
nen variëren, afhankelijk van de
buitentemperatuur en de appara-
tuur bij het waterstofstation.
Auto's met waterstofgerelateerde
onderdelen met een verstreken
houdbaarheidsdatum mogen niet
worden gebruikt. Kijk op Blz. 93
hoe en wanneer u de vervaldatum
kunt en moet controleren. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Voor het tanken
WAARSCHUWING
■Tijdens het tanken
Neem bij het tanken de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Zet voor het tanken het contact UIT.
●Zorg er voor het vullen voor dat het vul-
pistool voor waterstofgas vergrendeld is
op de tank in de auto. Dit kunt u contro-
leren door aan het vulpistool te trekken
om te controleren of het er niet vanaf
getrokken kan worden. Als u dit niet
doet kan dit letsel veroorzaken of kan
het vulpistool voor waterstofgas of de
auto beschadigd raken.
●Rook niet tijdens het tanken.
●Omdat de brandstof koud is, worden het
vulpistool voor waterstofgas en het
oppervlak van de tank in de auto koud,
en kan er rijp ontstaan. Gebruik als het
tanken is voltooid alleen de plastic
handgreep om het vulpistool voor water-
stofgas te verwijderen. Raak direct na
het tanken geen andere onderdelen van
het vulpistool voor waterstofgas of de
tank in de auto met blote handen aan,
anders kan bevriezing optreden.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 211 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 212 of 572

212
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-4. Tanken
1Druk op de ontgrendelschakelaar.
Als het controlelampje READY brandt of het
contact AAN staat, wordt de tankdopklep
niet ontgrendeld.
2Verwijder de dop en bevestig hem
in de houder.
■Als “Stop in Safe Place Turn Power OFF
Open Hydrogen Filler Door” (stop op
een veilige plaats, zet contact uit, open
klep waterstoftank) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en druk nogmaals op de ontgrendel-
schakelaar van de tankdopklep volgens de
volgende procedure:
1 Zet de selectiehendel in stand P.
2 Zet het contact UIT.
3 Druk op de ontgrendelschakelaar van de
tankdopklep.
■Geluiden tijdens het tanken
Als gecomprimeerd waterstofgas wordt
getankt, kunt u soms geluiden horen van gas
dat door het vulpistool voor waterstofgas en
de kleppen van de waterstoftanks stroomt.
( → Blz. 89)
OPMERKING
■Tijdens het tanken
●Tank alleen watersto fgas bij geschikte
stations. Het brandstofcelpakket zal
beschadigd raken wanneer u de ver-
keerde brandstof gebruikt.
●Zwaai niet met het vulpistool voor water-
stofgas, laat het niet vallen en oefen er
geen overmatige kracht op uit. Anders
kan er schade ontstaan.
●Als het vulpistool voor waterstofgas na
het tanken niet verwijderd kan worden,
zit het mogelijk vastgevroren aan de
tank in de auto. Wacht totdat het vulpis-
tool ontdooid is alvorens het proberen te
verwijderen. Trek niet met kracht aan
het vulpistool voor waterstofgas en
draai het niet. Als u deze voorzorgs-
maatregelen niet opvolgt, kan er schade
ontstaan.
●Plaats altijd de dop na het tanken. Als er
vuil in de tank in de auto terechtkomt,
kan er schade ontstaan.
●Steek niets scherps, zoals een schroe-
vendraaier, mes of ander vreemd voor-
werp, in de opening van de tank in de
auto. Als de tank beschadigd raakt, lekt
er mogelijk waterstofgas tijdens het tan-
ken.
●Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als u
iets vreemds opvalt aan de tank in de
auto.
●Stel de beheerder van het waterstofsta-
tion op de hoogte als u iets vreemds
opvalt aan de waterstofdispenser of het
vulpistool voor waterstofgas. Op de dis-
penser wordt meestal contactinformatie
weergegeven.
Openen van de tankdopklep
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 212 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 213 of 572

213
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-4. Tanken
Rijden
1Plaats de dop.
2 Sluit de tankdopklep.
■Functie om fouten te voorkomen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Als het
controlelampje READY brandt, gaat de
tankdopklep niet open.
■Als “Open Filler Door Detected Stop in
Safe Place Close Hydrogen Filler Door”
(open klep waterstoftank, stop op een
veilige plaats, sluit klep waterstoftank)
wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay
De tankdopklep is open. Breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand en sluit de
tankdopklep.
■Als “Open Filler Door Detected Close
Hydrogen Filler Door Restart Vehicle”
(open tankklep gesignaleerd, sluit klep
waterstoftank, start auto weer) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De tankdopklep is open en het brandstofcel-
systeem kan niet worden gestart. Zet de
selectiehendel in stand P en zet het contact
UIT. Vervolgens:
1 Controleer of de dop weer is geplaatst.
2 Sluit de tankdopklep.
Als op dat moment de waarschuwingsmel-
ding op het multi-informatiedisplay uitgaat, is
er geen storing aanwezig. Als de melding
echter nog steeds wordt weergegeven, is de
sensor mogelijk beschadigd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het systeem kan 1 keer worden gestart door
de startprocedure 5 keer te herhalen (druk
met ingetrapt rempedaal de startknop 9 keer
in met intervallen van maximaal 2 seconden).
Bedien de auto nadat u gecontroleerd hebt of
het vulpistool voor waterstofgas niet is aan-
gesloten op de auto.Sluiten van de tankdopklep
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 213 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 214 of 572

214
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
5-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
→Blz. 219
■LTA (Lane Tracing Assist)
→Blz. 231
■AHS (Adaptive High Beam-sys-
teem)
*
→Blz. 200
*: Indien aanwezig
■AHB (Automatic High Beam)*
→Blz. 203
*: Indien aanwezig
■RSA (Road Sign Assist)
→Blz. 241
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
→Blz. 245 Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense bestaat uit
de volgende ondersteunende sys-
temen en draagt bij aan een vei-
lige en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 214 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 215 of 572

215
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de radarsensor en de afdekking
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ont-
staan.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
radarsensor, de grille of de voorbumper
is blootgesteld aan krachtige schokken.
●Haal de radarsensor niet uit elkaar.
A
B
●Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
●In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwij- derd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit al s deze vuil is of als
er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels
e.d. nog steeds met de ruitenwissers
voor worden verwijderd van het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera voor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
binnenzijde van de voorruit waar de
camera voor is geplaatst vuil is.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 215 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 216 of 572

216
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de camera voor
(het grijze gebied in de afbeelding).Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onderzijde
van de camera voor
Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
naar links en rechts vanuit het midden
van de camera voor)
●Als de voorruit vóór de camera voor is
beslagen of wanneer er condens of ijs
op de voorruit zit, gebruik dan de voor-
ruitverwarming om de condens van de
voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. ( →Blz. 337)
●Vervang het ruitenwisserrubber of het
ruitenwisserblad als de ruitenwissers
vóór de waterdruppels niet goed kunnen
verwijderen van het gedeelte van de
voorruit vóór de camera vóór.
●Plak geen ruitfolie op de voorruit.
●Vervang de voorruit als deze bescha-
digd is of als er een barst in zit.
Na vervanging van de voorruit moet de
camera voor opnieuw worden gekali-
breerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
●Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen op
de camera voor terechtkomen.
●Voorkom dat er fel licht op de camera
voor schijnt.
A
B
●Zorg ervoor dat de camera voor niet vuil
wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnen-
zijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens van de camera
voor terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is,
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Stel de camera voor niet bloot aan
sterke schokken.
●Wijzig de montagepositie of -richting
van de camera voor niet en verwijder de
camera niet.
●Haal de camera voor niet uit elkaar.
●Wijzig geen onderdelen van de auto
rond de camera voor (binnenspiegel,
enz.) of het dak.
●Bevestig geen accessoires die de
camera voor kunnen hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Zorg er als een surfplank of een ander
lang voorwerp op het dak moet worden
geplaatst voor dat de camera voor er
niet door wordt gehinderd.
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen of andere lichten aan.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 216 Friday, November 6, 2020 11:27 AM