Page 153 of 572

153
4
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
4-4.Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Uitvoering met handmatige verstel-
ling
1 Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
2 Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om
het stuurwiel te borgen.
Uitvoering met elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan
het stuur in de volgende richtingen ver-
steld worden:
1 Omhoog
2 Omlaag
3 Naar de bestuurder toe
4 Van de bestuurder af
■Het stuurwiel kan worden versteld wan-
neer (elektrische verstelling)
Het contact in stand ACC of AAN
* staat.*: Wanneer de bestuurdersgordel is vastge- maakt, kan het stuurwiel worden versteld,
ongeacht de stand van het contact.
■Automatisch wegkantelen en terugke-
ren (indien aanwezig)
Wanneer het contact UIT wordt gezet, wordt
het stuurwiel automatisch versteld zodat de
bestuurder gemakkelijk in of uit de auto kan
stappen.
Als het contact in stand ACC of AAN wordt
gezet, keert het stuurwiel terug naar de oor-
spronkelijke positie.
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 153 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 154 of 572

154
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■Automatische verstelling van de stuur-
wielpositie (indien aanwezig)
Met het ergonomisch geheugen kan een
gewenste stuurwielpositie in het geheugen
worden opgeslagen en automatisch worden
opgeroepen. ( →Blz. 148)
■Power Easy Access-systeem (indien
aanwezig)
Het stuurwiel en de bestuurdersstoel worden
automatisch versteld in overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand
van de veiligheidsgor del van de bestuurder.
( → Blz. 148)
■Na het afstellen van het stuurwiel
(handmatig verstelbaar stuurwiel)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed is ver-
grendeld.
De claxon klinkt mogelijk niet als het stuur-
wiel niet goed is vergrendeld.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 474)
Druk op of vlak bij het symbool .
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
■Na het afstellen van het stuurwiel
(handmatig verstelbaar stuurwiel)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed is ver-
grendeld. Anders kan het stuurwiel plotse-
ling bewegen, waardoor een ongeval kan
ontstaan met ernstig letsel tot gevolg.
Claxonneren
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 154 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 155 of 572

155
4
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding ach-
ter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de kop-
lampen van achteropkomend verkeer.
Schakel de automatische antiverblin-
dingsstand in/uit
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje .
De functie wordt ingeschakeld telkens wan-
neer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
Binnenspiegel*
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur
verliezen en een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Antiverblindingsstand
A
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 155 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 156 of 572

156
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
*: Indien aanwezig
Controlelampje camera
Geeft aan dat de camera normaal werkt.
Displayzone icoon
Geeft iconen, afstellingsmeters, enz. weer.
(→ Blz. 158)
Selectietoets
Druk hierop om de instelling van het item dat
u wilt instellen te wijzigen.
Menutoets
Druk hierop om de displayzone voor iconen
weer te geven en het item te selecteren dat
u wilt instellen.
Hendel
Bedien de hendel om te schakelen tussen
de modus voor de digitale spiegel en de
modus voor de optische spiegel.
Bedien de hendel om te schakelen tus-
sen de modus voor de digitale spiegel
en de modus voor de optische spiegel.
Digitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het dis-
play van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld ach-
ter de auto zien, ondanks obsta-
kels, zoals hoofdsteunen of
bagage. Ook worden de achter-
stoelen niet weergegeven en
wordt de privacy van de passa-
giers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
(→ Blz. 158)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
●Het bereik van het beeld dat wordt
weergegeven door de digitale binnen-
spiegel verschilt van dat van de opti-
sche spiegel. Controleer daarom dit
verschil vóór het rijden.
Systeemonderdelen
Wijzigen van de modus
A
B
C
D
E
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 156 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 157 of 572

157
4
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
1Modus digitale spiegel
Geeft een beeld weer van het gebied achter
de auto.
gaat branden in deze modus.
2Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de digitale
binnenspiegel uitgeschakeld, waardoor de
spiegel kan worden gebruikt als optische
spiegel.
■Werkingsvoorwaarde modus digitale
spiegel
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het contact van AAN UIT of in stand
ACC wordt gezet, verdwijnt het beeld na
enkele seconden.
■Bij gebruik van de digitale binnenspie-
gel in de modus digitale spiegel
●Als het weergegeven beeld achter niet
goed te zien is als gevolg van water of stof
op de camera, bedien dan de cameras-
proeier achter ( →Blz. 160). Als het weer-
gegeven beeld nog steeds niet goed te
zien is, schakel dan over naar de modus
optische spiegel.
●Als het weergegeven beel d moeilijk te zien
is doordat licht reflecteert op de digitale
binnenspiegel, de camera vuil is of doordat
u last hebt van de lichten van een achter-
ligger of het weergegeven beeld, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●Als de achterklep is geopend, wordt het
beeld van de digitale binnenspiegel moge-
lijk niet goed weergegeven. Controleer
voor het rijden of de achterklep is gesloten.
●Als het display moeilijk te zien is door gere-
flecteerd licht, sluit dan het elektrisch
bedienbare zonnescherm van het panora-
madak (indien aanwezig).
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen bij het rijden in het donker, zoals
's nachts. Geen van deze verschijnselen
duidt op een storing.
• De kleuren van de objecten in het weerge- geven beeld verschillen mogelijk van de
daadwerkelijke kleuren.
• Afhankelijk van de hoogte van de lichten van de achterligger, wordt het gebied
rondom de auto wit en wazig weergege-
ven.
• Automatische aanpassing van het beeld voor een helder omgev ingsbeeld kan flik-
keringen veroorzaken.
Als het weergegeven beel d moeilijk te zien is
of als u last hebt van flikkeringen, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●De digitale binnenspiegel wordt mogelijk
heet wanneer de modus digitale spiegel is
ingeschakeld.
Dit duidt niet op een storing.
●Afhankelijk van uw fysi eke conditie of leef-
tijd duurt het mogelijk langer dan gebruike-
lijk om op het weergegeven beeld te
focussen. Schakel in dit geval over naar de
modus optische spiegel.
●Laat passagiers tijdens het rijden niet naar
het weergegeven beeld staren, omdat ze
anders wagenziek kunnen worden.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Als het in de afbeelding weergegeven sym-
bool wordt weergegeven bij het gebruik van
de digitale binnenspiegel in de modus digitale
spiegel, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Het symbool verdwijnt na
een paar seconden. Bedien de hendel, scha-
kel over naar de modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 157 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 158 of 572

158
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■Afstellen van de hoogte van de
spiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding ach-
ter het stuur.
Schakel de modus optische spiegel in
en stel de hoogte van de binnenspiegel
af door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
■Display-instellingen (modus digi-
tale spiegel)
De instellingen van het display in de
modus digitale spiegel kunnen worden
gewijzigd.
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk herhaaldelijk op de menutoets
en selecteer het item dat u wilt
instellen. 3
Druk op of om de
instelling te wijzigen.
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
*: Dit is een functie voor de modus optische
spiegel. De instelling kan echter ook wor-
den gewijzigd terwijl de modus digitale
spiegel in gebruik is.
Afstellen van de spiegel
IconenInstellingen
Hiermee kunt u de helderheid van
het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied omhoog/omlaag verplaat-
sen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied naar links/rechts verplaat-
sen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weergege-
ven afbeelding inzoomen/uitzoo-
men.
Hiermee kunt u de automatische
antiverblindingsstand in-/uitscha-
kelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch aangepast op
basis van de helderheid van de
koplampen van achteropkomend
verkeer.
De automatische antiverblindings-
stand wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 158 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 159 of 572

159
4
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand
in de modus optische spiegel kan wor-
den in-/uitgeschakeld. De instelling kan
worden gewijzigd in zowel de modus
digitale spiegel als de modus optische
spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
→Blz. 158
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
■Instellen van het display (modus digi-
tale spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk vervormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in ont-
staan.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 159 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 160 of 572

160
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■Schoonmaken van het spiegelop-
pervlak
Als het spiegeloppervlak vuil is, is het
beeld op het display mogelijk moeilijk te
zien.
Reinig het spiegeloppervlak voorzich-
tig met een zachte, droge doek.
■Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is of bedekt is
met verontreinigingen, zoals waterdrup-
pels, sneeuw en modder, is het weer-
gegeven beeld mogelijk niet duidelijk.
Spoel in dat geval de cameralens af
met een grote hoeveelheid water en
veeg hem vervolgens schoon met een
zachte, met water bevochtigde doek.
Vuil op de cameralens kan worden ver-
wijderd door de desbetreffende
sproeier voor het reinigen van de
camera te bedienen. ( →Blz. 207)
■De camera
De camera van de digitale binnenspiegel
bevindt zich op de in de afbeelding aange-
geven plaats.
■Camera reinigen met sproeiervloeistof
●Mogelijk is het beeld van achter de auto
niet goed te zien als gevolg van sproeier-
vloeistof die op de camera is gesproeid bij
het wassen van de camera. Houd bij het
rijden rekening met de omgevingsomstan-
digheden.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen v an de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in het
donker, zoals 's nachts, van achteren
nadert.
■Oorzaken van brand voorkomen
Als de bestuurder de digitale binnenspie-
gel blijft gebruiken terwijl er rook of een
brandlucht uit de spiegel komt, kan dit
brand tot gevolg hebben. Stop onmiddellijk
met het gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 160 Friday, November 6, 2020 11:27 AM