Page 281 of 572

281
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Wanneer de camera achter is bedekt (er zit vuil, sneeuw, ijs, enz. op) of als er kras-
sen op zitten
• Als er zich een knipperende lamp in het detectiegebied bevindt, zoals de alarm-
knipperlichten van een ander voertuig
• Als er sneeuwkettingen of een bandenre- paratieset worden gebruikt
●Omstandigheden waaronder de werking
van de Rear Camera Detection-functie
mogelijk niet opvalt
• De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
wanneer er veel omgevingsgeluid is, het
volume van het audiosysteem hoog staat,
de airconditioning is ingeschakeld, enz.
• Als de temperatuur in het interieur extreem hoog of laag is, werkt het scherm van het
audiosysteem mogelijk niet goed.
*: Indien aanwezig
■Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
→Blz. 286
■Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)
→Blz. 288
■Parking Support Brake-functie
(voor voetgangers die achter-
langs lopen)
→Blz. 290
PKSB (Parking Support
Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende func-
ties die werken bij rijden met een
lage snelheid of achteruitrijden,
bijvoorbeeld bij het parkeren.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met een
object of voetganger groot is,
wordt een waarschuwing geacti-
veerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een aanrijding met een gesig-
naleerd object of een voetganger
zeer groot is, worden de remmen
automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorko-
men of om de impact van een aan-
rijding te helpen verminderen.
PKSB-systeem
(Parking Support Brake)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 281 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 282 of 572

282
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten, voor voertuigen
die achterlangs rijden en voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 114)
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw auto
tijdens het rijden.
Afhankelijk van de auto en de conditie van
de weg, de weersomstandigheden, enz.
werkt het systeem mogelijk niet.
De signaleringsmogel ijkheden van senso-
ren en radars zijn beperkt. Controleer altijd
de omgeving van uw auto tijdens het rij-
den.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support Brake-
systeem is ontworpen om te helpen de
ernst van een aanrijding te verminde-
ren. Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem niet
werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
●Het is extreem gevaarlijk om de werking
van het systeem te controleren door
opzettelijk met de auto in de richting van
een muur, enz. te rijden. Doe dit nooit.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 282 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 283 of 572

283
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om PKSB
te selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 108) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
PKSB en vervolgens “On” (aan). Als het sys-
teem door middel van deze methode is uit-
geschakeld, wordt het niet automatisch weer
ingeschakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
Als de begrenzingsregeling van het brand-
stofcelsysteem of de remregeling in werking
is, klinkt er een zoemer en wordt er een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display, het head-up display (indien
aanwezig) en het scherm van het multimedi-
asysteem (indien aanwezig) om de bestuur-
der te waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het brandstofcelsysteem
om hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij
het vermogen zo veel mogelijk te beperken.
De begrenzingsregeling van het
brandstofcelsysteem is in werking
(begrenzing acceleratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Multimedia-display: Geen waarschuwing
weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Ahead Speed Reduced” (object vóór de auto
gesignaleerd, snelheid begrensd)
Head-up display (indien aanwezig): Geen
waarschuwing weergegeven
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
brandstofcelsysteem is in werking
(vermogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Multimedia-display: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay en head-up display
(indien aanwezig): BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Multimedia-display: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay en head-up display
(indien aanwezig): BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Multimedia-display: “Press Brake Pedal”
(trap het rempedaal in)
Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet wordt ingetrapt, wordt “Press
Brake Pedal” (trap rempedaal in) weergege-
ven.)
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling
vermogen
brandstofcelsysteem en
remregeling
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 283 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 284 of 572

284
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Head-up display (indien aanwezig): “Switch
to Brake” (verplaats voet naar rempedaal)
(Als het gaspedaal niet wordt ingetrapt,
wordt “Press Brake Pedal” (trap rempedaal
in) weergegeven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Als de Parking Support Brake bepaalt
dat er een risico op een aanrijding met
een gesignaleerd object of een voet-
ganger bestaat, wordt het vermogen
van het brandstofcelsysteem vermin-
derd om een toename van de rijsnel-
heid te beperken. (Begrenzingsregeling
brandstofcelsysteem: zie afbeelding 2.)
Bovendien treedt wanneer u het gaspe-
daal ingetrapt blijft houden automatisch
het remsysteem in werking om de rij-
snelheid te verlagen. (Remregeling: zie
afbeelding 3.)
Afbeelding 1: Wanneer de PKSB
(Parking Support Brake) niet in wer-
king is
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Afbeelding 2: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het brandstofcel-
systeem in werking is
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling brandstofcel-
systeem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Afbeelding 3: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het brandstofcel-
systeem en de remregeling in
werking zijn
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Overzicht systeem
A
B
C
A
B
C
D
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 284 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 285 of 572

285
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Begrenzingsregeling brandstofcel-
systeem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Remregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 282) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten.
Bovendien wordt het systeem weer automa-
tisch ingeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF uit, als aan een van
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●De selectiehendel staat in stand P.
●Het obstakel bevindt zich niet langer in de
rijrichting van de auto.
●De rijrichting van de auto wijzigt*
*
: Behalve wanneer de Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die ach-
terlangs lopen) in werking treedt
■Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF brandt
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden.
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld waterdruppels, ijs,
sneeuw of vuil. Verwijder dit van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer nor-
maal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen moge-
lijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op een sensor
en een sensor daardoor mogelijk geen
obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt,
zal het systeem weer normaal werken.
●Als deze melding alleen wordt weergege-
ven als de selectiehendel in stand R staat,
is de lens van de came ra achter mogelijk
vuil. Reinig de lens van de camera. Wan-
neer deze melding wordt weergegeven
wanneer de selectiehendel in een andere
stand dan R staat, is een sensor op de
voor- of achterbumper mogelijk vuil. Reinig
de sensoren en het omliggende gebied op
de bumpers.
●Als deze melding na het schoonmaken van
de sensor nog steeds wordt weergegeven
of wordt weergegeven ondanks dat de
sensor schoon is, laat uw auto dan contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
D
E
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 285 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 286 of 572

286
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals
hieronder aangegeven wanneer in de
rijrichting van de auto een object wordt
gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het
rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
■Wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt
Parking Suppor t
Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
*
Als de sensoren een stilstaand
object, zoals een muur, signaleren
in de rijrichting van de auto en het
systeem oordeelt dat zich een
aanrijding voor kan doen doordat
de auto plotseling naar voren
beweegt doordat het gaspedaal
per ongeluk wordt ingetrapt, wan-
neer de auto de verkeerde kant op
rijdt doordat de verkeerde scha-
kelstand wordt geselecteerd of tij-
dens het parkeren of het rijden
met een lage snelheid, werkt het
systeem om de gevolgen van een
aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk
te beperken.
Voorbeelden van het in
werking treden van de functie
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 286 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 287 of 572

287
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de auto de verkeerde
kant op rijdt doordat de verkeerde
schakelstand is geselecteerd
→Blz. 262■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 429)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 263
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→ Blz. 285
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
→ Blz. 264
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 287 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 288 of 572

288
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 267) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 265
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 266
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situa-
ties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een
auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een
auto en het rempedaal wordt niet
of te laat ingetrapt
→Blz. 259
Parking Support
Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)
*
Als een radarsensor achter een
auto signaleert die van rechts of
links achter nadert en het systeem
bepaalt dat de kans op een aanrij-
ding groot is, acti veert deze func-
tie de remmen om de kans op een
aanrijding met de naderende auto
te verkleinen.
Voorbeelden van het in
werking treden van de functie
Soorten sensoren
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 288 Friday, November 6, 2020 11:27 AM