Page 105 of 572
3
105
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Voertuigstatusinformatieen controlelampjes
3-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en controlelampjes .............. 106
Meters en tellers .................... 110
Multi-informatiedisplay ........... 114
Head-up display..................... 122
Energiemonitor/ verbruiksscherm/
luchtreinigingsscherm ......... 126
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 105 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 106 of 572
106
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
3-1.Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel,
het middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de
status van de diverse systemen van de auto.
Instrumentenpaneel
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 106 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 107 of 572

107
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje
waterstoflekkage*1 (→ Blz. 425)
(Rood) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
→ Blz. 425)
(Geel) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
→ Blz. 426)
(Rood) Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( → Blz. 426)
Waarschuwingslampje overver-
hitting brandstofcelsysteem
*3
( → Blz. 426)
Laadstroomcontrolelampje
*3
( → Blz. 426)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( → Blz. 427)
Waarschuwingslampje actieve
motorkap
*1 ( → Blz. 427)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( → Blz. 427)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 428)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 428)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
( → Blz. 428)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 428)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*4 (indien
aanwezig) ( →Blz. 429)
(Knippert) Controlelampje PKSB OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 429)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 429)
(Knippert) Controlelampje RCD OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 430)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( → Blz. 430)
Waarschuwingslampje
Brake Override-systeem/
wegrijregeling
*3 ( → Blz. 431)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
( → Blz. 431)
(Knippert) Waarschuwingslampje
parkeerrem (
→Blz. 431)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 ( → Blz. 432)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
*2 ( → Blz. 432)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( → Blz. 432)
Controlelampjes achterpassa-
giersgordels
*2 ( → Blz. 433)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 107 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 108 of 572

108
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het brandstof-
celsysteem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem, zoals het waarschuwingslampje
ABS of SRS, niet gaat branden als u het
brandstofcelsysteem st art, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar
zijn om u te beschermen in geval van een
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de
auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( →Blz. 190)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 197)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 198)
Controlelampje AHS
(indien aanwezig) ( →Blz. 200)
Controlelampje AHB
(indien aanwezig) ( →Blz. 203)
(Blauw) Controlelampje lage koelvloei-
stoftemperatuur
*1, 2
Controlelampje mistachterlicht
(
→ Blz. 206)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop
*3
( → Blz. 180)
Controlelampje cruise control
*2
( → Blz. 245)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*2 ( → Blz. 245)
Controlelampje cruise control
SET
*2 ( → Blz. 245)
(
*4) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 220, 237)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*5, 6
(indien aanwezig) ( →Blz. 263)
Controlelampje PKSB OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 282)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 108 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 109 of 572

109
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Geeft aan dat de koelvloeistoftempera-tuur laag is.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*5: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*6: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
*7: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het brandstof-
celsysteem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet
gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*8: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-gels.
*9: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*10: Wanneer de buitentemperatuur onge- veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje gedurende 10 seconden
knipperen en blijft daarna branden.
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*7 (
→ Blz. 323)
Controlelampje VSC OFF
*5, 7
( → Blz. 324)
Waarschuwingslampje PCS
*5, 7
( → Blz. 223)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*7, 8 (indien aanwezig)
( → Blz. 258, 272)
Controlelampje BSM OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 258)
Controlelampje RCTA OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 273)
Controlelampje RCD OFF
*2, 5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 278)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*7
( → Blz. 193)
Controlelampje Brake Hold-
systeem
*7 ( → Blz. 193)
Controlelampje antidiefstal-
systeem
*9 ( → Blz. 80, 82)
Controlelampje READY
( → Blz. 180)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*2, 10 ( → Blz. 111)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 191)
Controlelampje Br-modus
*2
( → Blz. 189)
Controlelampje ECO-
rijmodus
*2 ( → Blz. 320)
Controlelampje SPORT-
modus
*2 ( → Blz. 320)
Controlelampje SNOW-modus*2
( → Blz. 321)
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG
*7, 9 ( → Blz. 50)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 109 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 110 of 572
110
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
De eenheden die voor de teller en het display worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Brandstofmeter/actieradius ( →Blz. 113)
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder een aantal gegevens met betrekking tot het rijden ( →Blz. 114)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer al s er zich een storing voordoet (→Blz. 435)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Klok ( →B l z . 111 )
De weergegeven tijd is gekoppeld aan het multimediasysteem. Raadpleeg voor meer informa-
tie de handleiding voor het navigatiesysteem.
Schakelstandindicator
Geeft de geselecteerde schakelstand weer (→Blz. 186)
Kilometerteller en dagteller ( →Blz. 112)
Buitentemperatuur ( →B l z . 111 )
Meters en tellers
De meters geven allerlei in formatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
A
B
C
D
E
F
G
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 110 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 111 of 572

111
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
■Bij het wijzigen van de rijmodus
De achtergrondkleur van het multi-informatie-
display wijzigt overeenkomstig de geselec-
teerde rijmodus. ( →Blz. 320, 321)
■Scherm klokinstellingen
Als “Clock :00” (klok :00) wordt weergegeven
wanneer wordt geselecteerd op het
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd.
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 20 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Geeft de buitentemperatuur aan binnen
het bereik -40°C tot 50°C.
●Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen
en blijft daarna branden.
■LCD-scherm
→ Blz. 114
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld de weergave
van het instrumentenpaneel) kunnen worden
gewijzigd op het scherm van het multi-
informatiedisplay. ( →Blz. 474)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 111 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 112 of 572

112
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
■Wijzigen van de weergave
Het onderwerp verandert iedere keer
dat op de toets ODO/TRIP wordt
gedrukt. Als de dagteller wordt weerge-
geven, wordt deze gereset als de toets
ingedrukt wordt gehouden. De helderheid van de dashboardver-
lichting kan worden ingesteld.
1
Helderder
2 Donkerder
■Afstellen helderheid instrumentenpa-
neel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk worden
aangepast wanneer de achterlichten branden
en wanneer de achterlichten uit zijn. Wan-
neer de omgeving echter li cht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de verlich-
ting van het instrumentenpaneel niet aange-
past wanneer de achterlichten worden
ingeschakeld.
Weergave kilometerteller en
dagtellerDimmer dashboardverlichting
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 112 Friday, November 6, 2020 11:27 AM