Page 329 of 572

329
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
Rijden
5-6.Rijtips
Gebruik ruitensproeiervloeistof die
geschikt is voor winterse omstandig-
heden.
Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de achterwie-
len aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandig-
heden aan.
Voorbereiding voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die plotseling regenera-
tief remmen veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 329 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 330 of 572

330
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het aircond itioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt. Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehen-
del in stand P, maar activeer de par-
keerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren niet
vrij komen. Blokkeer bij het parkeren
van de auto de wielen zonder de par-
keerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting (diameter 3 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 330 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 331 of 572

331
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
Rijden
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen op de achter-
wielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om
de voorwielen.
●Plaats sneeuwkettingen zo strak mogelijk
om de achterwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Om de ruitenwissers voor te kunnen
optillen wanneer er veel sneeuw of
vorst wordt verwacht, moeten de ruiten-
wissers voor met de ruitenwisserhendel
vanuit de ruststand in de servicestand
gezet worden. ( →Blz. 209)
Wetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
Ruitenwissers voor
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 331 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 332 of 572
332
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 332 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 333 of 572
6
333
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
ALL AUTO-regeling................ 334
Automatische airconditioning ..................... 335
Automatische airconditioning achter .......... 343
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren .................. 345
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............... 348
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 351
Voorzieningen bagageruimte ...................... 354
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Toyota Multi-Operation Touch................................... 356
Elektrisch bedienbaar zonnescherm....................... 357
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 359
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 333 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 334 of 572

334
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
Selecteer van de Toyota Multi-Ope-
ration Touch, geef het scherm “Klimaat-
regeling stoel/stuur” weer en selecteer .
De indicator op het bedieningsscherm voor
de ALL AUTO-regeling gaat branden; de
automatische airconditi oning, stoelverwar-
ming, stoelventilatoren en stuurwielverwar-
ming werken in de automatische modus.
Wanneer een van de systemen handmatig
wordt bediend, dooft de indicator. Alle ove-
rige functies blijven echter in de automati-
sche modus werken.
■Automatische airconditioning
(→Blz. 335)
De temperatuur kan voor elke zitplaats
afzonderlijk worden ingesteld.
■Stoelverwarming (indien aanwe-
zig) en -ventila toren (indien aan-
wezig) ( →Blz. 345)
Verwarming of ventilatie wordt automa-
tisch geselecteerd overeenkomstig de
ingestelde temperatuur van de aircon-
ditioning, de buitentemperatuur, enz.
■Stuurwielverwarming (indien aan-
wezig) ( →Blz. 345)
De stuurwielverwarming werkt automa-
tisch overeenkomstig de ingestelde
temperatuur van de airconditioning, de
buitentemperatuur, enz.
■Detectiefunctie passagier
De stoelverwarming en -ventilator werken
automatisch als er een passagier is gesigna-
leerd op de voorpassagiersstoel.
■Bediening stoelverwarming/stoelventi-
lator
Wanneer de automatische modus is geselec-
teerd met de schakelaar voor de stoelverwar-
ming/stoelventilator, vi ndt er geen signalering
van passagiers plaats.
■Werking stoelverwarming achter (auto's
met 3-ZONE-klimaatregeling)
De stoelverwarming achter wordt niet gere-
geld door de ALL AUTO-regeling.
ALL AUTO-regeling*
De stoelverwarming (indien aan-
wezig), stoelventilatoren (indien
aanwezig) en stuurwielverwarming
(indien aanwezig) worden elk auto-
matisch geregeld overeenkomstig
de ingestelde temperatuur van de
airconditioning, de buitentempera-
tuur, de temperatuur in de auto,
enz. De ALL AUTO- regeling zorgt
voor comfortabele omstandighe-
den zonder dat elk systeem moet
worden afgesteld.
Inschakelen van de
ALL AUTO-regeling
Bediening van elk systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 334 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 335 of 572
335
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Toetsen temperatuurregeling links
Toets luchtcirculatieregeling
Toets verhogen aanjagersnelheid
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid wor-
den automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
De airconditioning kan worden bediend via het bedieningspaneel voor de
airconditioning en het aircobedieningsscherm op de Toyota Multi-Opera-
tion Touch.
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Verder zijn de positie van het disp lay en de knoppen per systeem verschil-
lend.
Raadpleeg Blz. 356 voor meer informatie over de Toyota Multi-Operation
Touch.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 335 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 336 of 572

336
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Toets verlagen aanjagersnelheid
Toets “Keuze”
Toetsen temperatuurregeling rechts
Toets DUAL of 3-ZONE
Toets buitenlucht-/recirculatiemodus
Toets ECO-modus airconditioning
Toets A/C
Selectietoets bedieningsscherm airconditioning achter
Toets automatische modus
Toets voorruitverwarming
Toets achterruit- en buitenspiegelverwarming
Toets OFF
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verhogen.
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verlagen.
Als de toets ingedrukt wordt gehouden of als u uw vinger op de toets houdt, wordt de tem-
peratuur steeds verder verhoogd of ver-
laagd.
Als de indicator van de toets A/C niet brandt,
blaast het systeem lucht met de omgevings-
temperatuur of verwarmde lucht in het interi-
eur.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de toets voor het verhogen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verhogen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verhogen.
Druk op de toets voor het verlagen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verlagen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 336 Friday, November 6, 2020 11:27 AM