Page 449 of 572

449
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
●Plak de waarschuwingssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
●Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( → Blz. 389)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 449 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 450 of 572

450
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt
mogelijk niet goed. ( →Blz. 452)
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
Mogelijk is de tankdopklep open.
(→Blz. 213)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. ( →Blz. 80)
Er is mogelijk een storing aanwezig
in de schakelregeling.
* (→Blz. 183,
437)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Het brandstofcelsysteem is mogelijk
defect als gevolg van een elektri-
sche storing, zoals een ontladen bat-
terij van de elektronische sleutel of
een defecte zekering. Er bestaat
echter, afhankelijk van het soort sto-
ring, een noodmaatregel om het
brandstofcelsysteem te starten.
(→Blz. 451)
De kans bestaat dat de temperatuur
van de tractiebatterij zeer laag is
(lager dan ongeveer -30°C).
(→Blz. 95, 180)
Mogelijk is het brandstofcelsysteem
bevroren. ( →Blz. 180)
*: Het is wellicht niet mogelijk om de selec-
tiehendel vanuit stand P in een andere
stand te zetten.
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. ( →Blz. 455)
De accuklemmen zitten mogelijk los
of zijn gecorrodeerd. ( →Blz. 385)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Een of beide klemmen van de 12V-
accu kunnen loszitten. ( →Blz. 385)
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. ( →Blz. 455)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het probleem niet verholpen
kan worden of als de reparatieprocedure
niet bekend is.
Als het
brandstofcelsysteem
niet kan worden gestart
Het niet starten van het brandstof-
celsysteem kan verschillende oor-
zaken hebben. Raadpleeg het
volgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het brandstofcelsysteem kan
niet worden gestart, ook al is
de startprocedure correct
uitgevoerd. ( →Blz. 180)
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden
of de claxon maakt geen
geluid.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 450 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 451 of 572

451
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Wanneer het brandstofcelsysteem niet
start, maar de startknop normaal werkt,
kan het systeem aan de hand van de
volgende stappen voorlopig worden
gestart:
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1 Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 191)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Zet het contact in stand ACC.
3 Houd de startknop gedurende 15
seconden ingedrukt terwijl het rem-
pedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het brandstofcelsysteem met
behulp van deze stappen kan worden
gestart, kan er een storing in het sys-
teem aanwezig zijn. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Starten van het
brandstofcelsysteem in een
noodgevalAls u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan een
nieuwe originele mechanische
sleutel maken met behulp van de
andere originele mechanische
sleutel en het sleutelnummer op
uw plaatje met sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Als de elektronische sl eutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven el ektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 451 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 452 of 572

452
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1Verwijder het deksel in de bagage-
ruimte.
2 Nadat u het deksel hebt verwijderd,
trekt u aan de hendel om de
tankdopklep te ontgrendelen en kan
hij net als anders worden geopend.
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uit geschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( →Blz. 144)
Als de tankdopklep niet
kan worden geopend
Als de ontgrendelschakelaar van
de tankdopklep niet kan worden
bediend, kunt u de tankdopklep
met behulp van de onderstaande
procedure openen.
Openen van de tankdopklep
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 144) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dergelijke gevallen
kunnen de portieren en de achter-
klep worden geopend en kan het
brandstofcelsysteem worden
gestart volgens onderstaande pro-
cedure.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 452 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 453 of 572

453
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Vergrendelen en ontgrendelen
van het portier
Gebruik de mechanische sleutel
(→Blz. 134) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1 Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Vergrendelen van het portier
1 Druk bij geopend portier de vergren-
delknop aan de binnenzijde van het
portier in.
Voorportieren
2 Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
Achterportieren
2 Sluit het portier.
■Achterklep
Draai de mechanisch e sleutel rechtsom
om de achterklep te ontgrendelen.
(→Blz. 83)
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1 Sluiten van de ruiten (draaien en vast-
houden)
2 Openen van de ruiten (draaien en vast-
houden)
Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren, ontgrendelen
van de achterklep
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 453 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 454 of 572

454
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1Trap het rempedaal stevig in terwijl
de selectiehendel in stand P staat.
2 Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen
de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakel d via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het contact in
stand ACC gezet.
3 Trap het rempedaal stevig in en
controleer of op het multi-
informatiedisplay wordt weergege-
ven.
4 Druk op de startknop. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als
het brandstofcelsysteem nog steeds
niet kan worden gestart.
■Uitschakelen van het brandstofcelsys-
teem
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehen-
del in stand P en druk op de startknop zoals u
normaal doet bij het uitschakelen van het
brandstofcelsysteem.
■Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel
is, wordt geadviseerd de batterij van de elek-
tronische sleutel zo snel mogelijk te laten ver-
vangen als deze ontladen is. ( →Blz. 405)
■Alarm
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
schakeld. ( →Blz. 82)
■Wijzigen van de standen van het con-
tact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap 3
hierboven op de startknop. Het brandstofcel-
systeem wordt niet ingeschakeld en de stan-
den van het contact wijzigen iedere keer dat
de knop wordt ingedrukt. ( →Blz. 184)
WAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
Starten van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 454 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 455 of 572

455
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Auto's met een alarm: Als u de startkabels
(of booster) aansluit, kan het alarm afgaan
of kunnen de portieren worden vergrendeld,
afhankelijk van de situatie. ( →Blz. 83)
2 Open de motorkap. Verwijder het
deksel van de zekeringenkast.
(→Blz. 378)
Druk de borglippen in en til de klep eraf.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
3 Open het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturingAls de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu ontladen is, kan
het brandstofcelsysteem met
behulp van de onderstaande pro-
cedures worden gestart.
U kunt contact ook opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Opnieuw starten van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 455 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 456 of 572
456
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
4Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem aan de
andere zijde van de positieve startk abel aan op van de tweede auto. Sluit
vervolgens de negatieve kabelklem aan op van de tweede auto en sluit de
klem aan de andere zijde van de negatieve startkabel aan op .
Controleer eerst de omgeving alvorens verb inding te maken met een ongelakt metalen punt
. Maak ook geen verbindingen waar onderdelen in de buurt voor hinder kunnen zorgen.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Speciale hulpstartaansluiting (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metale n punt, ver weg van de hulpstartaan-
sluiting en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding
A
B
C
D
D
A
B
C
D
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 456 Friday, November 6, 2020 11:27 AM