
181
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is (tem-
peratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
brandstofcelsysteem mogelijk niet worden
gestart. Probeer in dat geval het brandstof-
celsysteem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van de tractiebatterij is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 80)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 213)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 89
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 455 om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 132
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 144
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 145
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 181 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

435
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde waarschuwingsmel-
dingen verschillen mogelijk van de werkelijke
meldingen overeenkomstig de bedrijfscondi-
ties en voertuigspecificaties.
■Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
■Als “FCV System Stopped Steering
Power Low” (Brandstofcelsysteem uit-
geschakeld. Weinig stuurbekrachtiging)
wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
brandstofcelsysteem word t uitgeschakeld tij-
dens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
■Als “FCV System High Temp. FCV
Power Reduced” (Temperatuur brand-
stofcelsysteem te hoog. Vermogen
brandstofcelsysteem gereduceerd.) of
“FCV Power Reduced Due to Excessive
Acceleration” (Vermogen brandstofcel-
systeem gereduceerd als gevolg van
overmatige acceleratie) wordt weerge-
geven
1 Minder vaart en houd daarbij de veilig-
heid in het oog. Blijf enkele minuten zo
rijden.
2 Als de melding na een poosje verdwijnt,
kan er weer normaal met de auto worden
gereden, aangezien hij slechts tijdelijk
oververhit was.
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware omstandighe-
den. (Bijvoorbeeld wanneer u een lange
steile helling op rijdt.)
■Als “FCV Power Significantly Redu-
ced” (vermogen brandstofcelsysteem
aanmerkelijk gereduceerd) wordt weer-
gegeven
Het uitgangsvermogen van het brandstofcel-
systeem is sterk beperkt. Neem, als dit regel-
matig wordt weergegeven, contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “FCV Sys. OFF Due to Cold Stop in
Safe Place See Owner’s Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten gevolge
van kou, stop op een veilige plaats, zie
handleiding) wordt weergegeven
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen,
of geeft meldingen over noodza-
kelijk onderhoud weer. Voer de
juiste corrigerende maatregelen
uit wanneer er een melding wordt
weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende hande-
lingen, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwings-
lampje gaat branden of knippert
terwijl er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, tref dan
corrigerende maatregelen over-
eenkomstig het waarschuwings-
lampje. ( →Blz. 425)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 435 Friday, November 6, 2020 11:27 AM