111
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
■Bij het wijzigen van de rijmodus
De achtergrondkleur van het multi-informatie-
display wijzigt overeenkomstig de geselec-
teerde rijmodus. ( →Blz. 320, 321)
■Scherm klokinstellingen
Als “Clock :00” (klok :00) wordt weergegeven
wanneer wordt geselecteerd op het
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd.
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 20 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Geeft de buitentemperatuur aan binnen
het bereik -40°C tot 50°C.
●Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen
en blijft daarna branden.
■LCD-scherm
→ Blz. 114
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld de weergave
van het instrumentenpaneel) kunnen worden
gewijzigd op het scherm van het multi-
informatiedisplay. ( →Blz. 474)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 111 Friday, November 6, 2020 11:27 AM