Page 57 of 324

55
Lendensteun
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Tafelstand van de
rugleuning van de
bestuurders- en/of
voorpassagiersstoel
Controleer of er geen voor werpen boven
of onder een stoel de beweging van de
stoel kunnen hinderen.
F
Z
et de hoofdsteun in de laagste stand, zet
de armsteun (indien aanwezig) rechtop en
klap het uitklaptafeltje aan de achterzijde
van de rugleuning in. Het is raadzaam de airbag vóór aan
passagierszijde uit te schakelen.
F
T
rek de hendel zo ver mogelijk omhoog en
kantel de rugleuning naar voren.
Om de stoel weer in de normale stand te zetten
moet u de hendel omhoog trekken om de
rugleuning te ontgrendelen en vervolgens de
rugleuning rechtop zetten.
Als de rugleuning van de voorpassagiersstoel in
de tafelstand is gezet, kunnen lange voor werpen
worden vervoerd.
Als de rugleuning van de bestuurdersstoel in de
tafelstand is gezet, kunnen de achterpassagiers
door de hulpdiensten uit de auto worden
gehaald.
Bij een noodstop of een aanrijding kunnen
op de neergeklapte rugleuning geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Elektrisch verstelbare
voorstoel
Voer deze elektrische verstellingen alleen
bij draaiende motor uit om te voorkomen
dat de accu leegraakt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels.
Verstellen in lengterichting
F Duw de schakelaar naar voren of naar achteren
om de stoel in lengterichting te verplaatsen tot
de gewenste positie is verkregen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de
stoel niet wordt verhinderd door personen
of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de
stoel als grote voor werpen op de vloer
achter de stoel zijn geplaatst.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 324

56
Hoogte van de stoel
F Beweeg de schakelaar omhoog of omlaag om de gewenste hoogte in te stellen.
Rugleuninghoek
F Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste hoek te
verkrijgen.
De hoogte van een
hoofdsteun afstellenVoor de veiligheid zijn de pennen van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde van
het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
F
I
n de hoge stand zetten: trek de hoofdsteun
zo ver mogelijk omhoog (tot hij vastklikt).
F
D
ruk om de hoofdsteun te ver wijderen op
de pal A en trek de hoofdsteun omhoog.
F
D
e hoofdsteun terugzetten: steek de
pennen recht in de openingen van de
rugleuning.
F
O
mlaag zetten: druk tegelijkertijd op de
nok
A en op de hoofdsteun.
Tweezitsbank vóór
Afhankelijk van de uitvoering is deze niet
verstelbaar en voorzien van een aan de
rugleuning bevestigde veiligheidsgordel
voor de zitplaats aan de zijde van de
bestuurdersstoel. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels .
Opbergruimte onder de
zitting
Ergonomie en comfort
Page 59 of 324

57
Afhankelijk van de uitvoering van de auto
bevindt zich onder de zitting een opbergruimte.
F
T
rek de riem naar u toe om de zitting
omhoog te klappen.
Armsteun
De armsteun kan in meerdere standen worden
gezet.
F
T
rek de armsteun volledig omhoog.
F
D
uw deze volledig omlaag.
F
Z
et de armsteun omhoog in de gewenste
stand.
Stoelverwarming voorste
zitplaatsen
Afhankelijk van de uitvoering van de auto.
F B ij draaiende motor kunt u met de draaiknop
de stoelver warming inschakelen en de
gewenste verwarmingsstand selecteren
van
0 (uit) naar 3 (hoog). Langdurig gebruik van de stoelver warming
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waar van de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.),
kunnen brandwonden krijgen.
Om beschadiging van het
verwarmingselement en kortsluiting te
voorkomen:
-
p
laats geen scherpe of zware
voor werpen op de stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel,
-
g
ebruik de stoelver warming nooit
wanneer de stoel vochtig is.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Zet de stoelver warming zo snel mogelijk
in een lagere stand.
Schakel de functie uit zodra de
temperatuur van de stoelen en in
het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 324

58
Elektrisch verstelbare
lendensteun
F Druk de schakelaar in om de lendensteun naar wens in te stellen.
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage van
de lendenen bij de inzittenden voorin en
werkt alleen bij draaiende motor en als de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem is
geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze toets om de functie in of uit te schakelen.
Bij het inschakelen gaat het verklikkerlampje
branden. De massagefunctie is voor een
tijdsduur van één uur ingeschakeld.
Gedurende deze tijdsduur wordt de massage
in 6 cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten
massage worden gevolgd door 4 minuten rust).
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het
verklikkerlampje gaat dan uit.
Intensiteit instellen
Druk op deze knop om de intensiteit
van de massage in te stellen.
U hebt de keuze uit twee standen
voor de intensiteit van de massage.
Stuurwielverstelling
F Duw bij stilstaande auto de hendel omlaag
om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel de hoogte en de diepte.
F
T
rek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Ergonomie en comfort
Page 61 of 324

59
Spiegels
Buitenspiegels
Handmatig verstellen
Duw de knop in een van de vier richtingen om
de spiegel af te stellen.
Wanneer de auto is geparkeerd, kunnen de
buitenspiegels handmatig worden ingeklapt.
Als de spiegel uit de oorspronkelijke stand is
gekomen, duw deze dan bij stilstaande auto,
handmatig op zijn plaats terug of gebruik de
knop.
Er is geen risico op breken, zelfs niet in
vriesweer.
Elektrische verstelling
F Beweeg de schakelaar A naar rechts of links om de desbetreffende buitenspiegel te
selecteren.
F
D
uw de knop B in een van de vier richtingen
om de spiegel af te stellen.
F
Z
et knop A weer in de middenstand.
Stel om veiligheidsredenen de spiegels zo
af dat de dode hoek zo klein mogelijk is.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Houd hier rekening mee bij het inschatten
van de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer.
Handmatig inklappen
U kunt de spiegels handmatig inklappen
(parkeren, smalle garage enz.)
F
K
antel de spiegel naar de auto.
Elektrisch inklappen
Bij stilstaande auto en aangezet contact
kunnen de buitenspiegels van binnenuit
elektrisch worden ingeklapt:
Elektrisch uitklappen
De spiegels worden weer elektrisch uitgeklapt
zodra de auto ontgrendeld wordt met de
afstandsbediening of de sleutel. Trek als
de spiegels zijn ingeklapt met behulp van
de schakelaar A de schakelaar naar de
middenstand. F
Ze
t de schakelaar A in de
middelste stand.
F
T
rek de schakelaar A naar
achteren.
Vergrendel de auto met de afstandsbediening
of de sleutel om de spiegels van buitenaf in te
klappen.
Het automatisch in- en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen/
ontgrendelen kan worden gedeactiveerd.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Indien nodig kunt u de buitenspiegels
handmatig inklappen.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 324

60
Buitenspiegels met
ver warming
F Druk op deze toets.Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming .
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder
hinder onder vindt van bijvoorbeeld de zon
en van de koplampen van achteropkomend
verkeer.
Handbediend model
Instellingen
F
S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat. Dag-/nachtstand
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand. Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal zicht
naar achteren.
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
Moduwork
Wanneer het luik is ver wijderd,
kunt u lange voor werpen onder de
passagiersstoel door schuiven.
De zitting van de passagiersstoel van de
tweezitsbank kan tegen de rugleuning worden
geklapt om meer laadruimte in de cabine te
creëren.
De scheidingswand is voorzien van een
uitneembaar luik voor het ver voer van lange
voorwerpen.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 324

61
Verwijderbaar luik (type 1)
Verwijderen van het luik
F Houd het luik met één hand tegen en draai met uw andere hand aan de knop boven het
luik om het los te maken.
F
L
aat het luik zakken om het uit de behuizing
te halen.
F
B
erg het op achter de bestuurdersstoel door
het vast te klemmen in de nokken.
F
D
raai aan de knop boven het luik om het luik
te vergrendelen.
Terugplaatsen van de klep
F Kantel de klep met de gele scharnieren omlaag.
F
P
laats de scharnieren in hun behuizing
en druk ze omlaag (om trillingen te
vo o r ko m e n).
F
T
il de klep met één hand op om hem
opnieuw te sluiten en draai ver volgens met
de andere hand de hendel bovenaan de
klep om hem te vergrendelen.
Verwijderbaar luik (type 2)
Het luik wordt in de gesloten of geopende stand
gehouden met magneten op iedere eindpositie.
Opklapbare zitting
De stoel omhoog klappen
F Trek met één hand stevig de lus naar voren om de stoel te ontgrendelen.
F
E
en gasveer plaatst de zitting tegen de
rugleuning.
F
S
chuif het luik naar links of rechts om het te
openen of te sluiten. Plaats uw hand nooit
onder
de stoel om de stoel omhoog
te klappen, uw vingers kunnen
daarbij bekneld raken.
Gebruik altijd de lus.
3
Ergonomie en comfort
Page 64 of 324

62
Wanneer de
passagiersstoel omhoog
is geklapt en het luik
is ver wijderd, moet
u het veiligheidsnet
aanbrengen.
Raadpleeg de rubriek
Veiligheidsnet .
Neerklappen van de zitting
F Verwijder het veiligheidsnet. Let erop dat het vergrendelen niet wordt
verhinderd door voorwerpen of voeten
van passagiers achterin die zich op de
verankeringspunten bevinden.
Veiligheidsnet
Aanbrengen van het net
F Plaats de eerste bevestiging in de bovenste
uitsparing 1 , onder de opgeklapte zitting.
Houd de bevestiging tegen de constructie
en draai deze ver volgens een kwartslag
rechtsom om te vergrendelen.
F
P
laats de tweede bevestiging in de onderste
uitsparing 2 , op de zitting. Houd de
bevestiging tegen de constructie en draai
deze ver volgens een kwartslag rechtsom
om te vergrendelen.
F
B
evestig de eerste haak aan het oog 3 in
het dashboardkastje.
F
B
evestig de eerste haak aan het oog 4 in
het dashboardkastje.
F
O
m de rugleuning terug te plaatsen, moet
u stevig met een hand op de bovenkant van
de stoel drukken om de stoel omlaag te
zetten tot deze in de zitpositie vastklikt.
Ergonomie en comfort