Page 185 of 324
183
180°-weergave
Wanneer u achteruitrijdend een parkeerplaats
verlaat, kunt u dankzij de 180°-weergave
voertuigen, voetgangers of fietsers zien
aankomen.De obstakels kunnen verder weg lijken
dan ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u met de
buitenspiegels de zijkanten van de auto in
de gaten houden.
De parkeerhulp achter geeft bovendien
extra informatie over de omgeving van de
auto.
Snelstartmodus
Met de snelstartmodus kan zo snel mogelijk de
omgeving van de auto (linker gedeelte) en de
bovenzijde van de auto worden weergegeven.
Een melding (in het Engels) geeft aan dat u
de omgeving van de auto moet controleren
voordat u de manoeuvre uitvoert. Het is raadzaam deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
De weergave heeft drie zones: links A
,
centraal B en rechts C
.
Deze weergave is alleen beschikbaar door
deze te selecteren in het menu voor het
veranderen van de weergave.
6
Rijden
Page 186 of 324
ZORGELOOS
BIJVULLEN
MET TOTAL QUARTZ-
SMEERMIDDELEN
Al meer dan 45 jaar delen TOTAL
en CITROËN dezelfde waarden:
topprestaties, creativiteit en technische
innovatie.
In het kader hiervan heeft TOTAL een
serie TOTAL QUARTZ smeermiddelen
ontwikkeld die geschikt zijn voor
motoren van het merk CITROËN. Deze
smeermiddelen dragen er toe bij dat het
brandstofverbruik wordt verminderd en
het milieu zo min mogelijk wordt belast.
TOTAL en CITROËN testen de
betrouwbaarheid en de prestatie van hun
producten tijdens autosportwedstrijden
onder extreme omstandigheden.
Kies TOTAL QUARTZ-smeermiddelen
voor het onderhoud van uw auto; deze
garanderen een optimale levensduur
en uitstekende prestaties van uw
motor.
Page 187 of 324

185
Compatibiliteit van
brandstoffen
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...)
is nadrukkelijk verboden (kans op schade
aan de motor en het brandstofcircuit).
Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan norm B715000 is
toegestaan.
Diesel bij lage
buitentemperaturen
Bij temperaturen beneden het vriespunt kan
paraffine in zomerdiesel vlokvorming en
storingen in de motor veroorzaken. Bij deze
temperaturen is het raadzaam winterdiesel te
tanken en de tank voor minimaal 50% gevuld
te houden.
Bij temperaturen beneden -15 °C is het beter
om de auto binnen te parkeren (ver warmde
garage) om problemen bij het starten te
voorkomen.
Reizen naar het buitenland
Bepaalde brandstoffen kunnen de motor
van uw auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoor t te gebruiken
(specifiek octaangetal, specifieke
commerciële benaming enz.) om de goede
werking van de motor te garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Diesel conform respectievelijk richtlijn EN590,
EN16734 en EN16709 en die respectievelijk
7%, 10%, 20% en 30% vetzuurmethylester
bevat. Als de brandstof B20 of B30, ook al is
het slechts incidenteel, wordt gebruikt, moeten
de bijzondere onderhoudsvoorschriften (voor
"Zware rijomstandigheden") strikt worden
nageleefd.
Paraffinehoudende diesel conform richtlijn
EN159 40.
Ta n k e n
Inhoud brandstoftank: ongeveer 69 liter.
Reserveniveau: 6 liter.
Laag brandstofniveau
Als het
minimumbrandstofniveau
is bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje
branden, in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding.
Stop & Star t
Tank nooit als de motor in de STOP-stand
staat. Zet in dat geval altijd het contact af.
Als het lampje gaat branden is er minder dan
8
liter in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
7
Praktische informatie
Page 188 of 324

186
Ta n k e n
Voor een juiste weergave van de
brandstofniveaumeter moet er minimaal 8 liter
brandstof worden getankt.
Bij het openen van de brandstofvuldop kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
volkomen normaal en wordt veroorzaakt door
de onderdruk die ontstaat door de afdichting
van het brandstofcircuit.
F
Z
et altijd eerst de motor af.
F
O
ntgrendel de auto als deze is voorzien van
het Keyless entrée and start-systeem. F
A
ls de auto is voorzien van een
conventionele sleutel, steek deze dan in de
vuldop en draai de sleutel linksom. F
P
laats de vuldop terug en sluit deze door de
dop rechtsom te draaien.
F D ruk de brandstofvulklep dicht (de auto
moet ontgrendeld zijn).
Open de linker schuifdeur (indien
aanwezig) niet wanneer de
brandstofvulklep open is, omdat anders de
klep en de schuifdeur beschadigd kunnen
raken en de persoon die tankt letsel kan
oplopen.
Als de brandstofvulklep open is en u de
linker schuifdeur wilt openen, zal een
mechanisme dit voorkomen.
U kunt de deur wel voor de helft openen.
Bij een handbediende schuifdeur moet u
de brandstofvulklep sluiten om de deur
weer te kunnen gebruiken.
Bij een elektrisch bedienbare schuifdeur
moet u de brandstofvulklep sluiten en op
een knop voor het openen drukken om
de schuifdeur weer correct te kunnen
gebruiken.
F
O
pen de brandstofvulklep. F
D
raai de vuldop open en plaats deze op de
steun (aan de brandstofvulklep).
F
S
teek het vulpistool zo ver mogelijk in de
vulopening en druk hierbij de metalen
klep
A in.
F
V
ul de brandstoftank. Laat het vulpistool
maximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden.
Praktische informatie
Page 189 of 324

187
De auto is voorzien van een katalysator, die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet de
tank beslist worden afgetapt voordat
de motor kan worden gestar t.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstofafsluiter
onderbroken.
Tankbeveiliging diesel
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met
een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is
om benzine te tanken. Hiermee wordt schade
aan de motor, ontstaan door het tanken van de
verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening
is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de
brandstofvuldop verwijdert. Het vullen van de brandstoftank met
behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Houd de tuit van de jerrycan recht en
druk deze niet tegen de klep van de
tankbeveiliging, om er voor te zorgen
dat de brandstof netjes in de vulopening
stroomt.Rijden in het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het
tanken van Diesel per land kunnen
verschillen, kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Niet alle auto's met een dieselmotor
zijn voorzien van een tankbeveiliging.
Daarom adviseren wij u voordat u naar het
buitenland afreist om bij het CITROËN-
netwerk te informeren of uw auto geschikt
is om in het desbetreffende land te kunnen
tanken.
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep.
Hierdoor blijft het systeem vergrendeld en kan
er dus niet getankt worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag
van de auto.
Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreser vewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
7
Praktische informatie
Page 190 of 324

188
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de parkeerrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd voorzichtig weg en rij even met een
snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen te
oefenen; doe dit op een vlakke en droge
ondergrond.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan
de banden en het wegdek te voorkomen.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
aluminium velgen, controleer dan of de
ketting en de bevestigingen de velg niet
raken. Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto.
Het gebruik van sneeuwsokken is eveneens
mogelijk.
Neem voor meer informatie contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Maat van de af fabriek
gemonteerde banden Type ketting
215/65 R16 schakel 12 mm
215/60 R17 KONIG K-SUMMIT
VA N K8 4
2 2 5 / 5 5 R17
Trekhaak
Lastverdeling
F
V erdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
probeer de maximaal toegestane kogeldruk
zo dicht mogelijk te benaderen zonder deze
te overschrijden.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de
prestaties van de motor af als men op grotere
hoogte boven de zeespiegel komt. Trek
daarbij voor elke 1000 m hoogte 10% van het
maximale aanhangergewicht af. Maak gebruik van trekhaken en de
desbetreffende bedrading, goedgekeurd
door CITROËN. Wij adviseren het
plaatsen te laten uitvoeren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het CITROËN-
netwerk behoort, moet de montage altijd
volgens de voorschriften van de fabrikant
worden uitgevoerd.
Sommige rijhulp- of besturingshulpfuncties
worden automatisch uitgeschakeld
wanneer een goedgekeurde trekhaak
wordt gebruikt.
Houd u aan het maximale
aanhangergewicht dat is vermeld op
het kentekenbewijs van uw auto, op het
constructeursplaatje en in de rubriek
Technische gegevens
van dit boekje.
De maximale kogeldruk geldt ook
voor de montage op de trekhaak van
accessoires als een fietsendrager of
een bagageplateau.
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Praktische informatie
Page 191 of 324

189
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, het
dimlicht en de plafonniers nog in totaal
maximaal 40 minuten gebruiken.
Inschakelen van deze
modus
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en de actieve functies worden
in de ruststand gezet.Als u op het moment dat de eco-mode
wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent, kan het gesprek nog gedurende
ongeveer 10 minuten worden voortgezet
via het Bluetooth-systeem van het
audiosysteem in uw auto.
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan 10 minuten om de functies
ongeveer 5 minuten te kunnen gebruiken, Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu
.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enkele
functies, zoals de airconditioning en
achterruitverwarming, tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. -
m
eer dan 10 minuten om de functies
ongeveer 30 minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Allesdragers/Imperiaal
Uit veiligheidsoverwegingen en om te
voorkomen dat het dak beschadigd
raakt, moet u voor de auto goedgekeurde
allesdragers en imperiaals gebruiken.
Houd u aan de montagevoorschriften
en de gebruiksvoor waarden die
staan vermeld in de handleiding die
met de allesdragers en imperiaals is
meegeleverd.
Adviezen
Verdeel de lading gelijkmatig om te
voorkomen dat een van de zijden wordt
overbelast.
Plaats de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij het dak.
Sjor de lading goed vast.
Rijd behoedzaam: wees bedacht op
een grotere zijwindgevoeligheid en
de stabiliteit van de auto kan door de
belading worden beïnvloed.
Controleer regelmatig de veiligheid en
strakke bevestiging van de allesdragers, in
ieder geval voor elke rit.
Ver wijder de allesdragers zodra deze niet
meer nodig zijn.
7
Praktische informatie
Page 192 of 324

190
Deze waarde kan worden gewijzigd,
raadpleeg de in de handleiding van
de allesdragers vermelde maximaal
toegestane last.
Pas bij een belading hoger dan 40 cm
de rijsnelheid aan de rijomstandigheden
aan om schade aan de allesdragers en
de bevestigingsplaatsen op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het ver voeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Allesdragers Maak gebruik van de groene plaatsen.
Max.
toegestaan gewicht:
-
o
p 2 allesdragers: 100 kg.
-
s
preiding over 3 allesdragers: 150 kg.
Gebruik bij het monteren van allesdragers de
hiervoor bestemde bevestigingspunten:
F
O
pen de afdekkapjes van de
bevestigingspunten van elke allesdrager.
F
B
reng de bevestigingspunten van de
allesdragers aan en vergrendel ze één voor
één op het dak.
F
C
ontroleer of de allesdragers goed zijn
bevestigd (door eraan te schudden).
F
S
luit de afdekkapjes op elke allesdrager.
De allesdragers zijn ver wisselbaar en kunnen
voor elk paar bevestigingspunten worden
afgesteld. Imperiaals
Max.
toegestaan gewicht:
-
v
oor XS: 140 kg.
-
v
oor M en XL: 170 kg.
Monteer een imperiaal op de daar voor
bestemde bevestigingspunten:
F
B
reng de bevestigingspunten van het
imperiaal aan en vergrendel ze één voor
één op het dak.
F
C
ontroleer of het imperiaal goed is
bevestigd (door eraan te schudden).
Motorkap
Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang het
linker voorportier is gesloten. Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit
te voeren om letsel als gevolg van het
automatisch inschakelen van de START-
stand te voorkomen.
Praktische informatie