Page 49 of 284

BAGAGERUIMTE
VERGROTEN
Versies met hendel
Ga als volgt te werk:
open de achterdeuren en verwijder
de hoedenplank (zoals hiervoor is
beschreven);
zet de hoofdsteunen van de
achterstoelen helemaal naar beneden;
plaats de veiligheidsgordel opzij en
controleer of deze volledig uitgetrokken
en niet verdraaid is;
til de borghendel A fig. 78 van de
rugleuning op en klap de rugleuning
naar voren zodat u een vlakke laadvloer
krijgt. Bij het optillen van de hendel
wordt een rood merkteken zichtbaar;
trek de hendel B fig. 79 aan de kant
van het kussen dat automatisch
omhoog om de laadruimte nog groter
te maken; klap de stoel en de
rugleuning volledig naar voren fig. 80.
Versies met tape
Trek aan de tape B fig. 81 aan de
zijkant van het kussen om het los
te maken;
til het kussen met de hand op en
klap de stoel en rugleuning volledig
naar achteren fig. 80.De beide systemen zijn aanwezig op
voertuigen met tweedelige achterbank.
De tape is aangebracht op het kleinere
deel en de hendel is aanwezig op het
grotere deel van de achterbank.
Klap deze stoelen op volgens de
bovenstaande procedure.
Bij versies met neergeklapte rugleuning
en neergeklapte hoedenplank (voor
bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) kan een laadruimte fig. 82
gecreëerd worden.
76F0V0136
77F0V0137
78F0V0127
79F0V0202
80F0V0203
47
Page 50 of 284
In de lage stand kan de hoedenplank
een gewicht van maximaal 70 kg
dragen op een minimaal
draagoppervlak van 400 mm × 400 mm
fig. 83.
N.B. Er zitten strips op de achterbank
onder het kussen om de opgeklapte
stoel vast te maken aan de stangen van
de hoofdsteunen van de voorstoel.LADING VASTZETTEN
Aan de vloer fig. 84 - fig. 85 zijn haken
(verschillend aantal, afhankelijk van
versie) bevestigd voor het gemakkelijk
vastzetten van de lading.
BELANGRIJK
35)Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn en men
benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een goedgekeurd tankje
gebeuren dat op passende wijze is
vastgezet. In geval van een botsing is het
risico op brand toch altijd groter.
81F0V0213
82F0V0204
400mm400mm
70 kg
83F0V0212
84F0V0114
85F0V0122
48
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 51 of 284

36)Overschrijd nooit de maximaal
toegestane belading van de bagageruimte,
zie hoofdstuk “Technische gegevens”.
Zorg er tevens voor dat voorwerpen die in
de bagageruimte zijn geplaatst, goed
vastgezet zijn om te voorkomen dat deze
na plotseling remmen naar voren komen,
waardoor passagiers gewond zouden
kunnen raken.
37)Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn en men
benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een goedgekeurd tankje
gebeuren dat op passende wijze is
vastgezet. In geval van een botsing is het
risico op brand toch altijd groter.
38)Overschrijd nooit de maximaal
toegestane belading van de bagageruimte,
zie hoofdstuk “Technische gegevens”.
Zorg er tevens voor dat voorwerpen die in
de bagageruimte zijn geplaatst, goed
vastgezet zijn om te voorkomen dat deze
na plotseling remmen naar voren komen,
waardoor passagiers gewond zouden
kunnen raken.
39)De ingeklapte stoel mag niet gebruikt
worden om bagage te vervoeren. De lading
zou naar voren geworpen kunnen worden
tegen de rugleuning van de voorstoelen,
waardoor de inzittenden ernstig letsel
kunnen oplopen.
40)Zorg ervoor dat de voorwerpen
zorgvuldig geplaatst zijn en vastgemaakt
aan de haken op de vloer zodat ze niet
naar voren geworpen kunnen worden in
geval van bruusk remmen en op die manier
letsel toebrengen aan de passagiers.
BELANGRIJK
7)Gebruik handgreep B fig. 73om de
achterklep te sluiten. Probeer niet de
achterklep te sluiten door op de
schokdempers C fig. 73 aan de zijkant te
drukken. Let er tevens op niet tegen de
schokdempers aan de zijkant te stoten
wanneer u de bagageruimte inlaadt, om
beschadiging te voorkomen.
KOPLAMPEN
HOOGTEREGELING
KOPLAMPEN
De hoogteregeling werkt met de
contactsleutel in de stand MAR en
ingeschakelde dimlichten.
Het voertuig helt achterover indien
beladen. Hierdoor schijnt de lichtbundel
meer naar boven. In dat geval moeten
de koplampen opnieuw worden
afgesteld.
Hoogteregeling
instelling koplampen
Druk op
enfig. 86 op het
bedieningspaneel.
Het display op het instrumentenpaneel
geeft een visuele waarschuwing van
de ingestelde stand aan.
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
86F0V0506
49
Page 52 of 284

Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage in de
bagageruimte.
Stand 3 - bestuurder + maximaal
toegestane lading in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer elke keer
als de te vervoeren lading wijzigt de
stand van de lichtbundel.VERSIE MET
AARDGASSYSTEEM
(Natural Power)
41) 42) 43)
8) 9) 10)
INLEIDING
De Fiat Doblò Natural Power-versie
heeft twee brandstoftoevoersystemen,
een voor benzine en een voor aardgas
(methaan).
Het type brandstoftoevoer kiezen
Fiat Doblò Natural Power is
geconfigureerd voor een normale
werking op aardgas.
Het systeem schakelt automatisch over
naar het werken op benzine als de
aardgas bijna op is en de druk in de
cilinder de correcte bedrijfslimiet bijna
heeft bereikt.
De motor wordt altijd gestart met
benzine, met automatische
omschakeling naar aardgas wanneer
de beste omstandigheden bereikt
zijn (motorkoelvloeistoftemperatuur,
limiet stationair motortoerental) voor
omschakeling op aardgas.
Daarom moet er altijd benzine in de
tank zitten (minstens 1/4 vol), om de
werking van de brandstofpomp niet in
gevaar te brengen.Daarom moet altijd voldoende
benzine in de tank zitten.
Door middel van de schakelaar
benzine/aardgas fig. 87, onder de
bedieningselementen op het
dashboard, kan de werking op benzine
geselecteerd worden. Het systeem
schakelt niet automatisch over naar
aardgas wanneer de benzine opraakt.
BELANGRIJK Als er gaslucht wordt
waargenomen, schakel dan over van
werking op aardgas naar werking
op benzine en ga onmiddellijk naar een
Fiat Servicepunt om het voertuig te
laten controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
87F0V0587
50
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 53 of 284

AARDGASFLESSEN
Het voertuig is uitgerust met 4
gasflessen met een inhoud van 95 liter.
In het geval van de Cargo Maxi-versie
(met lange wielbasis) is optioneel een 5
e
gasfles verkrijgbaar, waardoor de
inhoud toeneemt tot 130 liter.
De gasflessen bevinden zich onder de
vloer en worden beschermd door
speciale beschermplaten. De
gasflessen fig. 88, fig. 89 en fig. 90
vormen de tank die aardgas in
gecomprimeerde gasvormige staat
bevat (nominaal 200 bar bij 15 °C).
Inhoud actieve-koolfilter:
- Versie met korte wielbasis: ongeveer
16,15 kg
- Versie met lange wielbasis: ongeveer
22,1 kg.
De hoeveelheid aardgas in de tank is
afhankelijk van de buitentemperatuur,
de toevoerdruk, de kwaliteit van het gas
en het type tankstation. Totale inhoud
gasflessen ongeveer 95 liter (versie met
korte wielbasis) en 130 liter (versie
met lange wielbasis).
Cilindercertificering
De aardgascilinders zijn gecertificeerd in
overeenstemming met EEG-richtlijn nr.
110.De cilinders moeten, in
overeenstemming met EEG-richtlijn
Procedure nr. 110, om de 4 jaar vanaf
de voertuigregistratiedatum
geïnspecteerd worden of in
overeenstemming met specifieke
voorschriften in afzonderlijke landen.
SCHAKELAAR
BENZINE/AARDGAS
Deze motor loopt normaal gesproken
op aardgas behalve tijdens het starten,
dan werkt hij op benzine. De
overschakeling naar aardgas is
automatisch en wordt op het display
van het instrumentenpaneel
weergegeven door de uitschakeling van
het signaal
.
Aardgas brandstofreserve
De hoeveelheid aardgas in de tanks
wordt aangegeven door de vier
verticale streepjes bij het woord CNG
op het display van het
instrumentenpaneel fig. 91. Wanneer de
resterende hoeveelheid aardgas minder
is dan 1/5 van de inhoud van de
cilinders, gaan het streepje van het
eerste niveau en de randen rond de
streepjes van de andere 3 niveaus
knipperen, tot aan het bijtanken van
aardgas. Er verschijnt een speciaal
bericht op het display en er klinkt een
geluidssignaal.
88F0V0233
89F0V0234
90F0V0235
51
Page 54 of 284

Als het aardgas op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine:
voor Euro 5-versies: op het display
van het instrumentenpaneel knipperen
het eerste niveau plus de randen van
de balken van de andere drie niveaus
en gaat de indicator
bij het
CNG-symbool branden.
voor Euro 6-versies: alle segmenten
op het display stoppen met knipperen
en de
indicator gaat bij het
CNG-symbool branden.
Als u uitdrukkelijk op benzine wilt rijden,
drukt u op de specifieke knop fig. 87
op de tunnelconsole. Het oplichten van
het ledlampje op de knop geeft aan
dat het verzoek voor de overschakeling
correct heeft plaatsgevonden.De daadwerkelijke omschakeling naar
het gewenste brandstofsysteem hangt
af van de omstandigheden waarin de
auto gebruikt wordt om de
omschakeling op volledig veilige wijze
te laten plaatsvinden en wordt
bevestigd door het aan- of uitgaan van
het waarschuwingslampje
op het
display van het instrumentenpaneel.
Bovendien kan, bij het starten bij een
externe temperatuur lager dan
ongeveer -10°C, de omschakelingstijd
van benzine naar aardgas langer zijn
om het opwarmen van de
drukregelaar/reductie-eenheid toe te
staan.
BELANGRIJK Als de omschakeling
tijdens een acceleratie of
tussenacceleratie gebeurt, dan kan een
korte onderbreking (verlies van
vermogen) worden gevoeld.
BELANGRIJK
41)De Fiat Doblò Natural Power-versie is
uitgerust met een hogedruk
aardgassysteem, ontworpen om te werken
op een nominale druk van 200 bar. Het is
gevaarlijk om het systeem te forceren
op hogere drukwaarden te laten werken.
Volg, om schade aan de onderdelen van
het gassysteem bij het slepen of opkrikken
van het voertuig te voorkomen, de
instructies in het instructieboekje van
hoofdstuk: “Slepen van het voertuig” Als er
een probleem is met het aardgassysteem,
neem dan uitsluitend contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Breng geen
wijzigingen aan het aardgassysteem of de
componenten ervan aan. Zij zijn uitsluitend
ontworpen voor de Fiat Qubo Natural
Power. Het gebruik van andere
componenten of materialen kan leiden tot
storingen en kan de veiligheid in gevaar
brengen.
42)Bij gebruik van een lakoven moeten de
cilinders uit het voertuig verwijderd worden
en weer worden gemonteerd bij een Fiat
dealer. Alhoewel het aardgassysteem
talrijke veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd de handbediende kraan op
de cilinders te sluiten, elke keer als het
voertuig lange tijd niet gebruikt wordt,
getransporteerd wordt op een ander
voertuig of als het verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval.
91F0V0244
52
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 55 of 284
43)Als er gaslucht wordt geroken, schakel
dan over van werking op aardgas naar
werking op benzine en ga onmiddellijk naar
een Fiat-dealer om het voertuig te laten
controleren en eventuele systeemstoringen
uit te sluiten.
BELANGRIJK
8)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar aardgas.
9)Op het moment van het verzoek om
omschakeling zullen de kleppen die het
circuit onder druk zetten een metaalachtig
geluid afgeven (duidelijker met de
contactsleutel in de stand MAR-ON). Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
10)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
53
Page 56 of 284

KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.DASHBOARD EN
INSTRUMENTENPANEEL ............... 55
DIGITALE DISPLAY ......................... 57
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ....... 58
TRIP COMPUTER ........................... 60
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 62
-REMVLOEISTOF LAAG / HANDREM
GEACTIVEERD / LAGE
VACUÜMDRUK
REMBEKRACHTIGING ........................ 62
-STORING EBD ................................... 64
-STORING AIRBAGSYSTEEM ............. 64
-GORDELVERKLIKKER ....................... 65
-STORING COMFORT-MATIC- /
DUALOGIC™-VERSNELLINGSBAK ... 65
-TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 66
-LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE ................................. 66
-MOTOROLIEDRUK TE LAAG ............. 67
-MOTOROLIE VERSLECHTERD .......... 67
-MOTOROLIEPEIL TE LAAG................ 68
-PORTIER OPEN ................................. 68
-STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 70
-STORING ABS ................................... 71
-BRANDSTOFRESERVE...................... 71
-STORING VOORGLOEIBOUGIES/-
VOORGLOEISYSTEEM ....................... 72
-WATER IN HET DIESELFILTER ........... 72
-STORING STARTBLOKKERING -
FIAT CODE .......................................... 73
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 73
-INDICATIE AANVULLENDE
STORING ............................................ 74-DPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT ............................ 75
-REMBLOKSLIJTAGE .......................... 76
-ASR-SYSTEEM UITGESCHAKELD .... 77
-INSCHAKELING TRACTION PLUS
SYSTEEM............................................ 77
-TPMS................................................. 78
-STORING PARKEERSENSOR ............ 78
-STORING START&STOP SYSTEEM ... 79
-DIMLICHT .......................................... 80
-FOLLOW ME HOME .......................... 80
-RICHTINGAANWIJZER LINKS............ 80
-RICHTINGAANWIJZER RECHTS........ 80
-MISTLAMPEN .................................... 80
-CRUISE CONTROL ............................ 81
-GROOTLICHT .................................... 81
-STORING CNG-SYSTEEM ................. 81
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL