Page 89 of 283

Instrumenten en bedieningsorganen87Menu Opties
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu
Opties :
● Eenheid
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen band
Eenheden
Druk op [ terwijl de eenhedenpagina
wordt weergegeven.
Selecteer Engelse of metrische
eenheden door op 9 te drukken.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op 9 te drukken terwijl de
pagina wordt weergegeven. Druk op
[ en { of } om de waarde aan te
passen. Druk op 9 om de snelheid in
te stellen. Na het instellen van de snelheid kan deze functie worden
uitgeschakeld door tijdens het bekij‐
ken van deze pagina op 9 te druk‐ken. Als de geselecteerde maximum‐
snelheid wordt overschreden,
verschijnt er een pop-upwaarschu‐
wing en klinkt er een geluidssignaal.
Draagvermogen banden
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 243.
Druk op { of } om een categorie
Licht , Zuinig of Max te selecteren.
Druk op 9 om de categorie te beves‐
tigen.
Help
Geeft informatie over de meters die in
de verschillende indelingen ( Simpel,
Standaard of Uitgebreid ) beschikbaar
zijn.
Open source-software
Systeeminstellingen 3 121.
Info-Display
Op het Info-Display kan het volgende worden aangegeven:
● klimaatregeling 3 148
● Infotainmentsysteem 3 111● persoonlijke instellingen 3 93
● informatie stroomverloop
● programmeerbare laadinstellin‐ gen
● verbruiksinformatie
● achteruitkijkcamera 3 194
● buitentemperatuur 3 70
● parkeerhulpinstructies 3 182
Menu's en instellingen selecteren Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Page 90 of 283
88Instrumenten en bedieningsorganen
●Tik op p om de startpagina weer
te geven.
● Tik op het betreffende pictogram in het menu op het display.
● Tik op een pictogram om de desbetreffende functie te selec‐
teren.
● Tik op 9 om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
● Tik op p om terug te gaan naar
de startpagina.
Overzicht bedieningselementen
3 111.
Persoonlijke instellingen 3 93.
Verbruik
Toont de verbruiksapplicaties van het
systeem.
1. Druk op Energie.
2. Selecteer het gewenste menu.Communicatiefout
Als er sprake is van een communica‐ tieprobleem met het verbruikssys‐
teem, verschijnt het foutbericht.
Probeer in dit geval de auto opnieuw
te starten of neem contact op met een
werkplaats.
Doorstroming
In dit menu wordt de energiestroom
tussen de elektrische aandrijving en
de hoogspanningsaccu aangegeven.
1. Druk op Energie.
2. Druk op Stroom.
De componenten zijn gemarkeerd als
ze actief zijn.
Page 91 of 283
Instrumenten en bedieningsorganen89Uitschakelen
De wielen worden niet bekrachtigd.
De hoogspanningsaccuschaal wordt
in grijs weergegeven.Aan/uit
De pijl wijst van de hoogspannings‐
accu naar het wiel.Regenereren
Tijdens regeneratief remmen of uitrol‐ len gaat er energie van de wielen
terug naar de hoogspanningsaccu.Voeding hoogspanningsaccu
De hoogspanningsaccu is actief; de
wielen worden bekrachtigd of
wanneer de auto stilstaat worden de
wielen niet bekrachtigd.
Opladen
Oplaadmodus selecteren 3 206.
Programmeerbaar opladen
Programmeerbaar opladen 3 206.
Page 92 of 283

90Instrumenten en bedieningsorganenVerbruiksinformatie
U kunt Energiegegevens ,
Energieverbruik score en Efficiëntie‐
geschiedenis bekijken door op
Energie te tikken en dan op
Informatie . Tik op < of > om naar het
volgende scherm te gaan.
Energiegegevens
Op het Energiegegevens scherm
staat hoe de energie wordt gebruikt
sinds de laatste keer dat de hoog‐
spanningsaccu volledig werd opgela‐
den. Dit omvat Rijden en
accessoires , Klimaatinstellingen en
Accuconditionering . Het cirkeldia‐
gram geeft deze percentages aan.
Ook Verbruikte energie en Afgelegde
afstand worden op dit scherm
getoond.
Energieverbruik score
Het Energieverbruik score scherm
geeft een schatting van de factoren die van invloed zijn op het energie‐
verbruik sinds de laatste keer dat de
hoogspanningsaccu volledig werd
opgeladen. Er is een positieve score
nodig om de elektriciteitsclassificatie
van de auto halen.
● Rijtechniek omvat accelereren
en remmen.
● Terrein omvat wegdekomstan‐
digheden, zoals heuvels, regen
en sneeuw, en kunnen worden
beïnvloed door de wind en de
bandenspanning.
● Klimaatinstellingen geeft ook aan
hoe de verwarming en de aircon‐ ditioning worden gebruikt.
● Buitentemperatuur geeft ook het
effect aan die hete of koude lucht heeft op de aerodynamica van de
auto.
● Score is het totaal van de
verschillende scores.
De aparte scores geven aan hoe het
elektriciteitsverbruik per dag
verschilt, zelfs wanneer dezelfde
route wordt afgelegd.
Alle waarden worden na het volledig
opladen van de accu gereset en zijn
mogelijk pas stabiel nadat er 16 km zijn gereden.
Page 93 of 283

Instrumenten en bedieningsorganen91Efficiëntiegeschiedenis
De Efficiëntiegeschiedenis grafiek
geeft het gemiddelde energieverbruik gedurende de laatste 50 km aan.
De huidige balk geeft het gemiddelde verbruik voor de huidige 5 km aan.
Tik op Resetten om de geschiedenis
te wissen.
Energie-instellingen
U kunt Energie-instellingen bekijken
en veranderen door op Energie te
tikken en dan op Energie-
instellingen . Schuif met de pijlen door
de lijst.
De volgende lijst met menuopties kan
beschikbaar zijn:
● Laden op basis van locatie : Met
deze functie kunnen de laadin‐ stellingen worden herinnerd bij
de opgeslagen GPS-coördinaten voor de Thuis locatie.
Locatie-gebaseerd laden in
Programmeerbaar opladen
3 206.
● Afdaal reserve : Selecteer Uit,
Aan , Aan – Alleen thuis of Aan –
Alleen op weg .
Regeneratief remmen 3 167.
● Pop-up energie-overzicht : Stel
de pop-up-functie van de ener‐ giesamenvatting in op Aan of Uit.
● Feedback laadstatus : Stel de
feedback-functie van de laadsta‐
tus in op Claxonsignalen of Uit.
● Waarschuwing bij verlies
laadstroom : Met deze functie
klinkt er een waarschuwingssig‐ naal wanneer de auto wordt
opgeladen en vermogen verliest
bij de wandcontactdoos. Stel de
waarschuwingsfunctie voor
vermogensverlies in op Aan of
Uit .
● Radio uit bij : Op deze manier kan
er op energie van de hoogspan‐
ningsaccu worden bespaard.
Stel de waarde in voor de herin‐
nering die moet worden weerge‐
geven. U kunt het oplaadniveau
voor de hoogspanningsaccu voor
Radio uit bij instellen door op
Energie te tikken, dan op
Page 94 of 283

92Instrumenten en bedieningsorganenEnergie-instellingen en dan op
Radio uit bij . Selecteer Uit, 2% ,
4% , 6% , 8% , 10% .Lage energiemodus
Op deze manier kan er op energie
van de hoogspanningsaccu worden
bespaard.
1. Houd m van het infotainmentsys‐
teem ingedrukt.
2. Raak Ja op het Info-Display aan.
Het scherm wordt uitgeschakeld.
3. Druk opnieuw op m om het display
in te schakelen.Boordinformatie
Berichten worden weergegeven op
het Driver Information Center; in
sommige gevallen samen met een
waarschuwing en een geluidstoon.
Druk op 9 op het stuurwiel om een
bericht te bevestigen.
Boord- en onderhoudsinformatie
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Sommige belangrijke gegevens
kunnen tevens op het Info-Display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Als er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één geluidssignaal.
Bij het starten van het
aandrijvingssysteem of tijdens
het rijden
Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere akoestische signalen.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep
niet goed gesloten is.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
● Wanneer de afstand tot de voor‐ ligger te snel kleiner wordt.
Page 95 of 283

Instrumenten en bedieningsorganen93●Wanneer een geprogrammeerde
snelheid of snelheidslimiet wordt
overschreden.
● Wanneer er een waarschuwings‐
bericht verschijnt op het Driver
Information Center.
● Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
● Wanneer de parkeerhulp een obstakel herkent.
● Bij een onbedoelde rijstrookwis‐ sel.
● Als de veiligheidsfunctie van de elektrische achterklep voorwer‐
pen in de bewegingsrichting
detecteert.
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
Batterijspanning
Wanneer de spanning van de 12 V-
accu laag is, verschijnt er een waar‐
schuwingsbericht op het Driver Infor‐
mation Center.1. Schakel alle elektrische verbrui‐ kers uit die niet nodig zijn voor eenveilige rit, bijvoorbeeld de stoel‐
verwarming, achterruitverwar‐
ming of andere grootverbruikers.
2. Laad de 12 V-accu op door een tijdje te rijden of door een oplaad‐
apparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht verdwijnt nadat de auto twee keer is gestart
zonder een spanningsval.
Als de 12 V-accu niet kan worden
opgeladen, moet u de oorzaak van de
storing in een werkplaats laten
verhelpen.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen
in het Info-Display aan te passen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief als
de auto is ingeschakeld.
Tik op p en daarna op 1.
Page 96 of 283

94Instrumenten en bedieningsorganenDe volgende instellingen kunnen
worden geselecteerd door het picto‐
gram of de toets op het touchscreen
te selecteren:
● Tijd en datum
● Taal
● Radio-instellingen
● Voertuiginstellingen
● Apparaten
● Toegang op afstand apparaat
● Apple CarPlay
● Android Auto
● KeyPass
● USB automatisch starten
● Wi-Fi
● Displayinstellingen
● Camera achterzijde
● Fabrieksinstellingen herstellen
● Akoestische feedback bij
aanraking
● Tekst scrollen
● Software-informatie
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:Tijd- en datuminstellingen
Klok 3 71.
Taal
Selectie van de gewenste taal.
Systeeminstellingen 3 121.
Radio-instellingen
Volume-instellingen 3 119.
Auto-instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐ sche modus.
Automatische stoelverwarming :
activeert automatisch de stoel- en stuurwielverwarming.
Automatische ontwaseming :
Ondersteunt het ontvochtigen van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste
instellingen en de automatische
aircomodus.● Comfort en gebruiksgemak
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Bestuurderspersonalisatie : Acti‐
veert of deactiveert de persoon‐
lijke instellingen.
Automatisch wissen bij achteruit :
Activeert of deactiveert automa‐ tische inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
● Aanrijdingpreventie/detectiesys‐
temen
Veiligheidssignaal voetgangers :
Schakelt de waarschuwing voet‐
gangersveiligheid in of uit. Zelfs
als het signaal voor voetgangers‐
veiligheid is uitgeschakeld, wordt het automatisch ingeschakeld
terwijl dit menu niet toegankelijk
is, zoals OnStar-oproep, came‐
raweergave, Apple CarPlay en Android Auto, niet-automatisch
verdwijnende pop-ups, etc.
Forward Collision systeem : De
melding voor de functie kan aan uw persoonlijke wensen worden