Page 73 of 283

Instrumenten en bedieningsorganen719Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd worden op het
Info-Display weergegeven.
Info-Display 3 87.
Druk op p en tik vervolgens op 1.
Selecteer Instellingen gevolgd door
Tijd en datum om het desbetreffende
submenu weer te geven.
Automatisch instellen
Selecteer Automatisch instellen om
aan te geven of de datum en tijd auto‐ matisch of handmatig worden inge‐
steld.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd automatisch in te stel‐ len.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd handmatig in te stellen.
Als Automatisch instellen op Uit -
Handbediend wordt ingesteld, zijn de
submenu-opties Tijd instellen en
Datum instellen beschikbaar.
Tijd instellen Selecteer Tijd instellen om de tijdsin‐
stellingen aan te passen.
Tik op + of - om de instellingen aan te
passen.
Selecteer een tijdmodus door de
notatie 12 uur of 24 uur te selecteren.
Als de 12-uurs notatie wordt geselec‐ teerd, tik dan op R of S om AM of
PM in te stellen.Datum instellen
Selecteer Datum instellen om de
datuminstellingen aan te passen.
Tik op + of - om de instellingen aan te
passen.
Elektrische aansluitingen
Er zit een 12 V aansluitcontact in de
middenconsole.
Het maximaal opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan 240 W.
Wanneer de auto is uitgeschakeld, is
de aansluiting gedeactiveerd. De
aansluiting wordt ook gedeactiveerd
wanneer de accuspanning laag is.
Page 74 of 283

72Instrumenten en bedieningsorganenAangesloten elektrische accessoires
moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
DIN-norm VDE 40 839.
Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals laadtoestellen of accu's.
Aansluitingen niet beschadigen door
het gebruik van ongeschikte stekkers.
USB-laadpoorten
Er zitten twee USB-poorten in de
middenconsole. Deze poorten
kunnen worden gebruikt als aanslui‐
ting voor het opladen of voor Infotain‐
ment.
Externe apparaten 3 130.
Aan de achterkant van de midden‐
console bevinden zich nog twee
USB-aansluitingen voor het opladen.
Alle USB-poorten leveren 2,1 A bij
5 V.
Let op
Houd de USB-poorten altijd schoon
en droog.
Inductief opladen9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.
9 Waarschuwing
Neem vóór het opladen van een
mobiel apparaat alle metalen
voorwerpen van de oplader,
omdat deze voorwerpen zeer heet kunnen worden.
Met Qi compatibele mobiele toestel‐len kunnen inductief worden opgela‐
den.
Een beschermkap voor het mobiele apparaat kan het inductief opladen in
de weg staan.
Page 75 of 283
Instrumenten en bedieningsorganen73De auto moet zijn ingeschakeld, in de
servicemodus staan of opgeslagen
energie uit.
Voertuig starten en stoppen 3 157.
De bedrijfstemperatuur is -20 °C tot
60 °C voor het laadsysteem en 0 °C
tot 35 °C voor het mobiele apparaat.
Een mobiel toestel opladen:
1. Haal alle voorwerpen uit de oplaadsleuf. Het is mogelijk dat
het systeem niet oplaadt als er
zich voorwerpen in de oplaadsleuf
bevinden.
2. Steek het mobiele apparaat met het scherm naar de bestuurder
gericht langzaam in de oplaad‐
sleuf tot 0 op het Info-Display
wordt aangegeven. Dit geeft aan
dat het mobiele apparaat correct
is geplaatst en kan worden opge‐
laden.
Als er een apparaat in de sleuf is
gestoken en 0 wordt niet weergege‐
ven, haal het mobiele apparaat dan
uit de sleuf, draai deze 180° en wacht
3 seconden alvorens het apparaat weer in de sleuf te steken.
Page 76 of 283
74Instrumenten en bedieningsorganenWaarschuwingslampen, meters en controlelampenInstrumentengroep
Page 77 of 283

Instrumenten en bedieningsorganen75OverzichtORichtingaanwijzers 3 79XGordelverklikker 3 79vAirbags en gordelspanners
3 80VAirbag deactiveren 3 80pLaadsysteem 3 806Laat auto spoedig nakijken
3 81RRemsysteem 3 81mElektrische handrem
3 81jStoring elektrische
handrem 3 81uAntiblokkeersysteem
(ABS) 3 813SPORT-modus 3 82aLane Keep Assist 3 82aElektronische stabiliteitsre‐
geling UIT 3 82bElektronische stabiliteitsre‐
geling en Traction Control-
systeem 3 82kTraction Control-systeem
uit 3 82wBandenspanningscontro‐
lesysteem 3 82dStartbeveiliging 3 834Auto gereed 3 838Buitenverlichting 3 83CGroot licht 3 83fGrootlichtassistent 3 83øMistachterlicht 3 83mCruisecontrol 3 83AVoorligger gedetecteerd
3 837Voetgangersdetectie
3 83LSnelheidsbegrenzer
3 84LVerkeersbordherkenning
3 84hPortier open 3 84Reconfigureerbare
instrumentengroep
De indeling van de instrumenten‐
groep kan anders zijn. Ga met de
bediening op het stuurwiel naar de
verschillende displayzones en schuif door de verschillende displays.
U kunt uit drie verschillende display‐
configuraties kiezen:
● Simpel configuratie toont de snel‐
heidsmeter met een vereenvou‐
digde hoogspanningsaccumeter en een efficiency-lampje.
● Standaard configuratie toont de
snelheidsmeter met een hoog‐
spanningsaccumeter en een effi‐ ciency-meter.
● Uitgebreid configuratie toont de
snelheidsmeter met een hoog‐
spanningsaccumeter, efficiency-
ring en elektriciteitsmeter.
Driver Information Centre 3 84.
Page 78 of 283

76Instrumenten en bedieningsorganenSnelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.Kilometerteller
De totale geregistreerde afstand
wordt weergegeven in km.
Accumeter
Hier wordt de laadstatus van de hoog‐
spanningsaccu aangegeven. De
waarde in het midden is een schatting
van hoe ver er met de auto kan
worden gereden op de resterende
lading op basis van de gewoonlijke
rijstijl en omstandigheden die gedu‐
rende enkele dagen zijn geleerd.
De maximumwaarde staat boven het
display aangegeven en de minimum‐
waarde onder het display. De waar‐
den geven de grootste en de kleinste
actieradius aan zoals geschat aan de
hand van de huidige auto-omstandig‐ heden en de klimaatinstellingen.
De geschatte actieradius en de maxi‐ mum- en minimumwaarde worden
beïnvloed door het gebruik van de
klimaatregeling. Het geschatte bereik
kan groter of kleiner worden op basis
van het verbruik door de klimaatrege‐
ling.
Een balk aan de linkerkant geeft aan
hoe recente auto-omstandigheden en klimaatinstellingen van invloed zijn op
de voorspelling van het geleerde
bereik.
Als de hoogspanningsaccu bijna leeg is, dan verandert de geschatte actie‐
radius in het midden in Laag. De
maximum- en minimumbereiken worden niet meer weergegeven. Er
kunnen nog andere waarschuwingen
op het display verschijnen en er kan
een zoemer klinken bij een lage laad‐
status.
Efficiencymeter Deze meter doet dienst als richtlijnen
voor efficiënt rijden.
Page 79 of 283
Instrumenten en bedieningsorganen77Zuinig rijden 3 154.
Efficiënt rijden Efficiënt rijden wordt aangegeven
door:
● Basisindeling: houd de meter en het blad groen.
● Standaardindeling: houd de bal
groen en in het midden van de
meter.
● Verbeterde indeling: houd de buitenste ring van de snelheids‐
meter groen.
Inefficiënt accelereren
Inefficiënt accelereren wordt aange‐
geven door:
● Basisindeling: de meter en het blad worden geel.
● Standaardindeling: de bal wordt geel en beweegt naar boven.
● Verbeterde indeling: de buitenste
ring van de snelheidsmeter wordt geel en de meter daalt.
Agressief remmen
Agressief remmen wordt aangegeven
door:
● Basisindeling: de meter en het blad worden geel.
● Standaardindeling: de bal wordt geel en beweegt naar beneden.
● Verbeterde indeling: de buitenste
ring van de snelheidsmeter wordt geel en de meter stijgt.
Zuinig rijden 3 154.
Driver Information Centre 3 84.
Page 80 of 283
78Instrumenten en bedieningsorganenEnergiemeter
De energiemeter geeft de huidige
lading en de energie die naar of vanuit de hoogspanningsaccu stroomt. Demaximale bruikbare energie is
beschikbaar wanneer de hoogspan‐
ningsaccu volledig is geladen.
Tijdens normale bedrijfsomstandig‐
heden kan de beschikbare energie
een beetje teruglopen naarmate de
ladingstatus van de hoogspannings‐
accu afneemt.
Regeneratief remmen
Er wordt aangegeven wanneer er
sprake is van regeneratief remmen.
Wanneer regeneratief remmen actief
is, wordt het pictogram met pijlen in
groen aangegeven.
Indicatie beperkte regeneratieve
energie
Het pictogram voor regeneratieve
energie wordt in grijs weergegeven
wanneer de regeneratieve energie beperkt is. Bovendien wordt er een
horizontale balk om de meter weer‐
gegeven. Dit gebeurt gewoonlijk
wanneer de hoogspanningsaccu
bijna vol of leeg is.
Regeneratief remmen 3 167.