Page 121 of 283

Infotainmentsysteem119GeluidsinstellingenIn het geluidsinstellingenmenu
kunnen de toonkarakteristieken
worden ingesteld. Het menu is
toegankelijk vanuit elk audiohoofd‐
menu.
Selecteer Menu en activeer het
tabblad Audio instelling om het menu
met tooninstellingen te openen.
Selecteer Geluidsinstellingen om het
betreffende menu weer te geven.
Bas
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐ ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge tonen
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balans en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het menu om balance en fader in te stel‐
len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is.Equalizermodus
Gebruik deze instelling voor een opti‐ maal geluid voor het genre, bijv.
Rock of Klassiek .
Activeer de gewenste klankstijl. Als u
Aangepast kiest, kunt u de tooninstel‐
lingen handmatig aanpassen.
BOSE premium audio
Als het systeem met BOSE premium
audio is uitgerust, zijn er slechts twee
equalizerinstellingen beschikbaar.
Activeer Spraak als u wilt dat de toon‐
instellingen automatisch worden
ingesteld. Activeer Aangepast als u
de tooninstelling handmatig wilt
instellen.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Page 122 of 283

120InfotainmentsysteemSelecteer Instellingen , Radio-
instellingen en vervolgens Maximaal
startvolume .
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Het volume kan automatisch aan het
snelheidsgeluidsniveau van de auto
worden aangepast.
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Audio en activeer vervol‐
gens de gewenste audiobron. Selec‐
teer Menu en activeer het tabblad
Audio instelling . Selecteer
Automatische volumeregeling om het
desbetreffende submenu weer te
geven.
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Functie Audible touch feedback
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en blader in de
lijst naar Akoestische feedback bij
aanraking .Druk op de schermtoets naast
Akoestische feedback bij aanraking
om de functie te activeren of deacti‐
veren.
Audiosignalen
Audiosignalen zijn korte geluidseffec‐ ten die bepaalde systeemhandelin‐
gen aangeven.
Configuratie
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en vervolgens
Radio-instellingen . Activeer of deac‐
tiveer Audiosignalen .
Volume audiosignalen
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en vervolgens
Radio-instellingen . Selecteer Volume
audiosignalen om het betreffende
submenu weer te geven.
Pas het volume naar wens aan.
Page 123 of 283

Infotainmentsysteem121Let op
De instelling Volume audiosignalen
is alleen beschikbaar als Audiosignalen is ingeschakeld.
Volume van verkeersinformatie
Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven. De desbetreffende
instelling wordt dan door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
De onderstaande instellingen hebben
betrekking op het hele systeem. Alle
andere instellingen worden op onder‐
werp in de betreffende hoofdstukken
van deze handleiding beschreven.
Tijd- en datuminstellingen
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en dan Tijd en
datum om het desbetreffende
submenu weer te geven.
Automatisch instellen
Selecteer Automatisch instellen om
aan te geven of de datum en tijd auto‐ matisch of handmatig worden inge‐
steld.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd automatisch in te stel‐ len.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd handmatig in te stellen.
Als Automatisch instellen op Uit -
Handbediend wordt ingesteld, zijn de
submenu-opties Tijd instellen en
Datum instellen beschikbaar.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om de tijds- en
datuminstellingen aan te passen.
Selecteer de tijdnotatie aan de linker‐
kant van het scherm. Activeer 12 uur
of 24 uur .
Raak + of - aan om de tijdsinstellingen
aan te passen.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om de tijds-
en datuminstellingen aan te passen.
Raak + of - aan om de datuminstel‐
lingen aan te passen.
Taalinstellingen
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en dan Taal om
het desbetreffende menu weer te
geven.
Taal voor de menuteksten wijzigen:
druk op de gewenste taal.
Page 124 of 283

122InfotainmentsysteemBladerfunctie voor tekst
Als er lange tekst op het scherm
verschijnt, zoals bij titels van
nummers en zendernamen, kan de
tekst continu over het scherm rollen of
kan deze eenmaal over het scherm
rollen en dan in verkorte vorm worden weergegeven.
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen .
Activeer Tekst scrollen als de tekst
continu moet doorlopen.
Deactiveer de instelling als de tekst in
blokken moet worden doorlopen.
Displayinstellingen
Er zijn verschillende weergaveopties.
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen . Blader door de
lijst en selecteer Displayinstellingen .
Selecteer de gewenste optie.
Wi-Fi-instellingen
Via het menu Wi-Fi kunt u verbinding
maken met een beschikbaar Wi-Fi-
netwerk.
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen en dan Wi-Fi
om het desbetreffende submenu
weer te geven.
Configuratie van Wi-Fi
Activeer of deactiveer Wi-Fi.
Page 125 of 283

Infotainmentsysteem123Let op
Een Wi-Fi-verbinding is alleen
mogelijk als Wi-Fi is ingeschakeld.
Wi-Fi-netwerken
Selecteer Wi-Fi netwerken beheren
voor een lijst met beschikbare Wi-Fi-
netwerken.
Selecteer Ander netwerk toev. om
een nieuw netwerk te registreren.
Volg de instructies op het scherm en
voer de netwerknaam, het type bevei‐
liging en het wachtwoord in. Het
nieuwe netwerk verschijnt in de lijst.
Selecteer Vernieuwen om de
bestaande lijst opnieuw te laden.
Selecteer i voor meer informatie over
een netwerk.
Selecteer Verwijderen om een
netwerk uit de lijst te verwijderen.
Fabrieksinstellingen Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen . Blader door de
lijst en selecteer Fabrieksinstellingen
herstellen .Selecteer Voertuiginstellingen
resetten om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gepaarde Bluetooth-apparaten
en alle bijbehorende gegevens te
verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐
ten te verwijderen en de gekozen beltoon te wissen.
In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.
Systeemversie
Open source-informatie
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen . Blader door de
lijst en selecteer Software-informatie .
Selecteer Open source om de licen‐
tie-informatie voor de open source-
software weer te geven.Software-updates
Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Instellingen . Blader door de
lijst en selecteer Software-informatie .
Selecteer Software update om de
software te updaten. Voor een gede‐ tailleerde beschrijving over software-
updates 3 269.
Selecteer Voorkeuren voor updates
om een menu met nog meer instellin‐
gen te tonen.
Als Updates op de achtergrond
downloaden is ingeschakeld, worden
software-updates automatisch door
het systeem gedownload zonder dat
dit specifiek wordt aangegeven. Als
Updates op de achtergrond
downloaden is uitgeschakeld kan er
een bericht worden weergegeven,
voordat er een update wordt uitge‐
voerd. Schakel de functie naar wens
in of uit.
Voertuiginstellingen
Persoonlijke instellingen 3 93.
Page 126 of 283

124InfotainmentsysteemRadioGebruik
Activering van de radiofunctie Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Selecteer Audio. Het laatst geselec‐
teerde hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer Geluidsbron .
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik.
De laatst ten gehore gebrachte
zender van het geselecteerde
frequentiebereik wordt ontvangen.
Menu Audio
Selecteer Menu om het audiomenu
weer te geven.
Selecteer Afspelend om van het audi‐
omenu naar het audiohoofdscherm
terug te keren.
Informatie huidige zender
Selecteer Menu in het FM- of DAB-
hoofdscherm en activeer vervolgens
het tabblad Zoek naar audio .
Selecteer Huidige station informatie
voor aanvullende informatie over de
huidige zender.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op t of v op het bedie‐
ningspaneel of op het scherm om
naar de vorige of volgende beschik‐
bare te gaan.
Handmatig zender zoeken
Druk op t of v op het bedienings‐
paneel. Loslaten wanneer de gewen‐ ste frequentie bijna bereikt is.
De volgende ontvangbare zender wordt opgezocht en automatisch
afgespeeld.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er
alleen naar RDS-zenders 3 126
gezocht en als verkeersinformatie
TP is ingeschakeld, wordt er alleen
naar zenders met verkeersinforma‐
tie 3 126 gezocht.
Page 127 of 283

Infotainmentsysteem125Afstemmen op zender
Druk op x op het scherm. Het afstem‐
display verschijnt.
Voer de gewenste frequentie in.
Gebruik { om de ingevoerde cijfers
te verwijderen. Selecteer x om de
hele invoer te verwijderen. Druk zo nodig op d of c om vervolgens de
invoer te wijzigen.
Let op
Het systeem voegt automatisch een
" ." op de juiste plaats tussen de
cijfers toe.
Zenderlijsten
Zenders
Selecteer Menu om het betreffende
golfbandspecifieke submenu te
openen.
Selecteer het tabblad Zoek naar
audio en selecteer de betreffende
zenderlijst, bijv. FM-stations. Alle
zenders die op de betreffende golf‐
band en in het huidige ontvangstge‐ bied kunnen worden vervangen,worden getoond.
Of selecteer het tabblad met het golf‐ bandsymbool, bijv ~ om de
zenders direct op te roepen.
Selecteer de gewenste zender.
Categorieën
Tal van radiozenders zenden een
PTY-code uit die het uitgezonden
programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden ook de
PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De lijstoptie voor categorieën is
alleen beschikbaar voor de FM- en
DAB-golfband.
Selecteer Menu en vervolgens het
tabblad Zoek naar audio om naar een
zender van een bepaald programma‐ type te zoeken. Selecteer FM-
categorieën of DAB-categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypes.
Page 128 of 283

126InfotainmentsysteemSelecteer het gewenste programma‐
type. Er verschijnt een lijst met
zenders die een programma van het
geselecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijsten bijwerken
Als de zenders in de golfbereik-speci‐
fieke zenderlijst niet meer worden
ontvangen, moeten de zenderlijsten
worden bijgewerkt.
Selecteer Menu gevolgd door het
tabblad Zoek naar audio . Selecteer
afhankelijk van het frequentiebereik FM-stations bijwerken , DAB-stations
bijwerken of AM-stations bijwerken .
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Het toestel zoekt naar zenders en er
verschijnt een bijbehorend bericht.
Na het zoeken verschijnt de betref‐
fende zenderlijst.Favorieten
U kunt favoriete audiobronnen hand‐
matig in de favorietenlijst opslaan. In
de favorietenlijst kunnen maximaal
15 favorieten worden opgeslagen.
Een zender opslaan
Activeer de gewenste golfband en
zender.
Activeer het tabblad < om de favor‐
ietenlijst weer te geven. Houd het
item op de lijst enkele seconden inge‐ drukt. De huidige actieve frequentie
of zender wordt als lijstitem opgesla‐
gen.
U kunt ook t op het scherm of in een
lijst selecteren. De favoriet wordt
opgeslagen en de schermtoets
verandert in s.
U verwijdert een zender door het
betreffende lijstitem naar rechts te
schuiven. De favoriet wordt uit de
favorietenlijst verwijderd.
Of tik op s. De favoriet wordt uit de
lijst verwijderd en de schermtoets
verandert in t.
Zenders ophalen
Activeer het tabblad < om de favor‐
ietenlijst weer te geven.
Selecteer op het scherm de voorkeu‐ zeknop waaronder de gewenste radi‐
ozender opgeslagen is.
Radio Data SystemRadio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-zenders die ervoor
zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.