Page 113 of 283
Infotainmentsysteem111Overzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 114 of 283

112Infotainmentsysteem1Display/aanraakscherm ......117
2 m (knop)
Draaien: volume
aanpassen .......................... 113
3 m (toets)
Kort indrukken: stiltefunctie . 113
of schakel de stiltefunctie
uit als deze actief is ............113
of schakel de lage
energiemodus uit als deze
actief is ................................ 113
Lang indrukken: lage
energiemodus inschakelen . 113
4 p
Indrukken: het beginscherm van het info‐
tainmentsysteem tonen .......117
5 t / v
Kort indrukken: ga naar de vorige of volgende zender
als de radio actief is ............124of ga naar het vorige of
volgende nummer
wanneer externe
apparaten actief zijn ............132
Lang indrukken: omhoog
of omlaag zoeken als de
radio actief is ....................... 124
of snel achteruit of voorruit
wanneer externe
apparaten actief zijn ............132Afstandsbediening op stuurwiel
1w
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden .............113
of open het telefoonmenu ...142
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............142
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 138
Page 115 of 283

Infotainmentsysteem1132Vijfstandenknop
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center bedienen 84
3 n
Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren .........142
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 138
of mutefunctie in- /
uitschakelen ........................ 113
Druk o FAV n of FAV o om de lijst
met favorieten te openen of een van
de opgeslagen favorieten te kiezen.
Druk op de toets rechts aan de
achterkant van het stuurwiel om het volume aan te passen.
Gebruik Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem kan op
verschillende manieren werken.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 111
● het aanraakscherm 3 117
● audioknoppen op het stuurwiel 3 111
● de spraakherkenning 3 138
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Het infotainmentsysteem wordt auto‐
matisch ingeschakeld wanneer de
auto wordt ingeschakeld. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wanneer het infotainmentsysteem
met X is ingeschakeld terwijl de auto
is uitgeschakeld, dan wordt het
10 minuten na de laatste invoer auto‐
matisch weer uitgeschakeld.
Lage energiemodus
Er is een lage energiemodus om de hoogspanningsaccu te sparen.
Page 116 of 283

114InfotainmentsysteemIndien gewenst, kunt u het display
uitschakelen terwijl het geluid actief
blijft.
Houd X ingedrukt. Er verschijnt een
bericht dat de lage energiemodus is
ingeschakeld. Bevestig het bericht
om het scherm uit te schakelen.
Druk op X om de lage energiemodus
uit te schakelen.
Als het peil van de hoogspannings‐
accu tot onder het niveau in het auto- instellingenmenu valt, raadt het info‐
tainmentsysteem aan het display en
het geluid uit te schakelen.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van het instellen van het peilvan de hoogspanningsaccu 3 87.
Er verschijnt een bericht dat de lage
energiemodus is ingeschakeld.
Bevestig het bericht om het display en
het geluid uit te schakelen.
Druk op X om de lage energiemodus
uit te schakelen.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 119.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 119 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.
Druk nogmaals op X om de mute‐
functie te beëindigen. Het laatst gese‐ lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.Klokweergave op volledig scherm
Raak op elk willekeurig scherm het
tijdsveld aan om een klok op het volle‐
dige scherm te zien.
Tik op u om terug naar het vorige
scherm te gaan.
Bedieningsstanden Druk op p en selecteer 1 linksboven
in het scherm om het overzichts‐
scherm met de applicaties op te
roepen.
Page 117 of 283
Infotainmentsysteem115
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Geluidsbron op het scherm
om de bronnenlijst op te roepen.Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de items in de
lijst.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 124
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth , iPod , AUX ) 3 132
Galerie
Selecteer Galerie om de afbeelding
en het filmmenu te openen voor
bestanden die op een USB-apparaat
zijn opgeslagen.
Selecteer y of z om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 134
● Filmfuncties 3 135
Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele telefoon.
Page 118 of 283

116InfotainmentsysteemVoor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 139.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu van de telefoonportal weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 142.
Projectie
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐ phone op het infotainmentsysteem
weer te geven.
Selecteer Projectie om de weergave‐
functie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 137.
Instellingen
Selecteer Instellingen om een menu
met de verschillende systeemgerela‐
teerde instellingen te openen, bijvoor‐ beeld om Akoestische feedback bij
aanraking te deactiveren.
OnStar
Selecteer OnStar om het OnStar-
menu te openen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 97.
Page 119 of 283

Infotainmentsysteem117Basisbediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐ tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden en dergelijke voor het aanraakscherm.
v schermtoets
Selecteer v linksboven in het scherm
of druk op p op het naamplaatje om
het startscherm van het infotainment‐ systeem op te roepen.
1 schermtoets
Selecteer 1 om het overzichts‐
scherm met applicaties te openen.
u schermtoets
Selecteer u bij het navigeren door de
menu's in het betreffende submenu
om naar het bovenliggende menu
terug te gaan.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
De desbetreffende systeemfunctie
wordt geactiveerd, er verschijnt een
bericht of een submenu met verdere
opties.
Een functie activeren
Tik op de gewenste menuoptie.
Afhankelijk van de vorige instelling
verandert de schermtoets naast de
menuoptie in de activerings- of deac‐
tiveringsmodus.
Door lijsten scrollen
Zijn er meer items dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan kan er door de lijst worden
geschoven.
Page 120 of 283

118Infotainmentsysteem
Om door een lijst met menuopties te
bladeren kunt u:
● Raak de lijst op een willekeurige plek aan en schuif hem omhoogof omlaag.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
● Beweeg de schuif van de schuif‐ balk aan de linkerkant van de lijstmet uw vinger omhoog of
omlaag.
Het beginscherm van het
infotainmentsysteem bewerken
Druk op p om het startscherm van
het infotainmentsysteem weer te
geven en selecteer vervolgens
Bewerken . Er verschijnt een scherm
met mogelijke indelingen van het
beginscherm.
Selecteer de gewenste indeling. De
indeling wordt gewijzigd.
Als u Aangepaste indeling selecteert,
verschijnt er een scherm met geper‐
sonaliseerde indelingsinstellingen.
Raak de verschillende schermgebie‐
den aan en maak de indeling naar uw wens.
Snel naar het menu Audio of
Telefoon
Met het symbool w in de bovenste
regel van sommige menu's kunt u
rechtstreeks naar het hoofdmenu van
de actieve audiobron springen.
Wanneer er een oproep gaande is en
het telefoonscherm wordt niet weer‐
gegeven, staat er een snelkoppe‐
lingspictogram waarmee u recht‐
streeks naar het telefoonhoofdmenu
kunt springen.