Page 209 of 283

Rijden en bediening207De auto begint met opladen zodra
deze op een stopcontact aangesloten
is.
Selecteer de Laadlimiet, zie hieron‐
der.Vertrek
De auto schat de begintijd van het
opladen met het oog op de gepro‐
grammeerde vertrektijd voor de
huidige dag van de week. Het opla‐
den begint op de begintijd en is op de
vertrektijd alleen voltooid als er na het
aansluiten van de oplaadkabel
voldoende tijd is.
Selecteer Met voorrang opladen tot
Aan of Uit (bij prioriteitladen wordt de
auto onmiddellijk tot een vooraf gede‐
finieerd peil opgeladen).Vertrektijd invoeren
Bij de vertrekoplaadmodus kunt u de
vertrektijd invoeren volgens uw
persoonlijke schema.
1. Tik op Vertrek terwijl de
Bewerken oplaadmodus is gese‐
lecteerd.
2. De huidige geprogrammeerde vertrektijd staat op het tabblad
met de weekdag. Selecteer het
tabblad voor de weekdag die
moet worden bewerkt.
3. Tik op + of − om de uren en minu‐
ten te wijzigen.
4. Tik op o of n om AM of PM te
veranderen.
5. Tik op q om het scherm af te slui‐
ten.
Let op
● Het opladen begint op de begin‐ tijd en is tegen de vertrektijd
alleen voltooid als er sprake is
van voldoende tijd nadat de
oplaadkabel is ingestoken.
● De auto gebruikt een interne klok
voor het programmeerbaar opla‐den, niet de klok op het Info-
Display.Fout oplaadmodus
Als er bij het opladen een probleem is
opgetreden, verschijnt er een foutbe‐
richt. Probeer in dit geval de auto
opnieuw te starten of neem contact
op met een werkplaats.
Page 210 of 283

208Rijden en bedieningOplaadmodus selecteren
De oplaadlimietinstelling geeft aan
welke oplaadlimiet moet worden
geselecteerd die overeenkomt met de
capaciteit van de oplaadlocatie. Als
de auto na het aansluiten van de stek‐ ker tekens stopt met opladen of alseen circuitonderbreker steeds blijft
springen, kan het selecteren van een lagere limietinstelling het probleem
verhelpen.
De oplaadlimietinstelling moet zoda‐
nig worden geconfigureerd dat deze
overeenkomt met de nominale
stroomsterkte van de contactdoos
waarop de oplaadkabel aangesloten
is. Schakel in het scherm
Laadmodus de instelling Laadlimiet
tussen:
● 10 A
● 6 A
De oplaadlimietinstelling moet
worden bijgewerkt, voordat de auto
wordt opgeladen en de oplaadlimiet‐
instelling wordt op een standaard‐
waarde ingesteld wanneer vanuit P
weg wordt geschakeld.9 Waarschuwing
Als de capaciteit van het elektri‐
sche circuit of het stopcontact
onbekend is, gebruik dan alleen
het laagste oplaadniveau totdat de
capaciteit van het circuit door een
deskundige monteur is vastge‐
steld. Bij een oplaadniveau dat de capaciteit van het elektrische
circuit of het stopcontact te boven
gaat, is er kans op brand of schade
aan het elektrische circuit.
Elektrische vereisten 3 218.
Voorkeur stroomtarief
De auto schat de begintijd van het
opladen met het oog op het stroom‐ tariefschema, het voorkeursstroom‐
tarieven de geprogrammeerde
vertrektijd voor de huidige dag van de week. De auto laadt gedurende de
nachtstroomtijden zodanig op dat de
hoogspanningsaccu op de vertrektijd
volledig opgeladen is. Vraag voor
deze modus bij uw elektriciteitsleve‐
rancier om informatie over de stroom‐
tarieven op het oplaadpunt.
Tik in het scherm Laadmodus bij een
geselecteerde Vertrek oplaadmodus
op de optie Meer om Voorkeur elek‐
triciteitstarief te selecteren.
Page 211 of 283

Rijden en bediening209Tik op een van de volgende opties omVoorkeur elektriciteitstarief te selec‐
teren:
● Uit: uitgesteld opladen op basis
van vertrektijd.
● Alleen daltarief : opladen tijdens
daluren.
● Kostenoptimaal dal en mid-
piektarief : opladen tijdens minder
drukke piekuren en daluren.
● Kostenoptimaal alle tarieven :
opladen tijdens piekuren, minder
drukke piekuren en daluren.
Het opladen begint op de begintijd en is op de vertrektijd alleen voltooid als
er na het aansluiten van de oplaad‐
kabel voldoende tijd is. Als de stekker
van de auto bijvoorbeeld 1 uur voor
vertrek wordt aangesloten en de
hoogspanningsaccu geheel ontladen
is, is de auto op de vertrektijd niet
volledig opgeladen, ongeacht het
geselecteerde stroomtarief.
Als het opladen met de geselecteerde instellingen voor stroomtarieven
voorts zeer lang duurt, begint de auto
meteen na het aansluiten met opla‐
den. Als de stroomtarieventabel metalleen maar hoge tarieven is inge‐
steld en u alleen maar tijdens minder
kostbare perioden wilt opladen,
begint de auto meteen na het aanslui‐
ten met opladen.
Stroomtarievenschema
Tik in het scherm Opladen bij een
geselecteerde Vertrek oplaadmodus
op de optie Bewerken in de Voorkeur
elektriciteitstarief .
Selecteer een van de volgende voor
de optie Laden voltooien :
● Zo snel mogelijk
● Zo laat mogelijk
Stroomtarieven of kosten per eenheid
kunnen per tijdsperiode, weekdag /
weekend en seizoen variëren. Over‐
dag, als er veel vraag naar stroom is,
zijn de tarieven gewoonlijk hoger. Dit
zijn de piekuren. 's Nachts, als er niet
veel vraag naar stroom is, zijn de
tarieven gewoonlijk hoger. Dit zijn de
daluren. In sommige gebieden geldt
er ook een tarief voor minder drukke
piekuren.
Tik in het scherm Elektriciteitstarief-
schema bewerken op Tariefschema
elektriciteit en selecteer het gewenste
schema.
Page 212 of 283

210Rijden en bediening●Jaarlijks
● Zomer/winterBegindatum Zomer- / winterschema
invoeren
Open Zomer/winter als het voorkeur‐
stariefschema, tik op Bewerken in het
tabblad Zomer naast de data.
1. Tik op + of − om de maand en de
dag voor het begin van de zomer
in te stellen.
2. Selecteer het tabblad Winter.
3. Tik op + of − om de maand en de
dag voor het begin van de winter
in te stellen.
4. Tik op q om het scherm af te slui‐
ten.Stroomtarievenschema bewerken Vraag bij uw elektriciteitsleverancier
om informatie over de stroomtarieven op het oplaadpunt.
1. Tik in het scherm Elektriciteitsta‐
rief-schema bewerken op
Tariefschema elektriciteit en
selecteer het gewenste schema.
2. Tik op Bewerken rechtsonder in
het scherm om het stroomtarie‐
venschema te bewerken.
Stel de schema's voor zowel
weekdagen als het weekend in.
Het tarievenschema geldt uitslui‐
tend voor een periode van 24 uur ,
begint om 0.00 uur en eindigt om
0.00 uur. Er kunnen vijf tariefwis‐
selingen voor elke dag zijn. Deze
moeten niet alle worden gebruikt.
3. Tik op Instellen naast de te wijzi‐
gen rij.4. Selecteer Piektarief, Mid-piek of
Daltarief . Gebruik + of - om de tijd
in te voeren, en o of n om naar
AM of PM over te schakelen.
De eindtijden moeten elkaar
opvolgen. Als een eindtijd niet op
een begintijd volgt, verschijnt er
een foutmelding.
5. Druk op OK.
Prioriteitladen
De prioriteitlaadfunctie werkt
wanneer de oplaadmodus Vertrek is
geselecteerd. Met deze functie wordt
zeker gesteld dat het hoogspannings‐
accupakket over een minimale
Page 213 of 283

Rijden en bediening211hoeveelheid energie beschikt, voor‐
dat het laden wordt uitgesteld. Na het
prioriteitladen keert de auto terug
naar een normale programmeerbare
oplaadmodus.
De functie kan worden in- of uitge‐
schakeld door Aan of Uit te selecteren
in het menu Laadmodus wanneer de
oplaadmodus Vertrek is geselec‐
teerd. Wanneer prioriteitladen is inge‐
schakeld, voorkomt deze alleen
programmeerbaar opladen zolang de
hoogspanningsaccu vanuit een leeg
peil wordt opgeladen tot een niveau
waarmee 40 % van de actieradius
kan worden gereden.
Oplaadmodus tijdelijk negeren en annuleren
Negeer tijdelijk vertraagd opladen
door de oplaadkabel van de oplaa‐
daansluiting los te koppelen en weer
binnen 5 seconden aan te sluiten. Er
klinkt één geluidssignaal en het opla‐
den begint onmiddellijk.
Annuleer het tijdelijk negeren door de oplaadkabel los te koppelen,
10 seconden te wachten en deoplaadkabel weer aan te sluiten. Er
klinken twee geluidssignalen en het
opladen wordt uitgesteld.
Tijdelijk negeren van een uitgestelde oplaadmodus
Geprogrammeerde vertraagde
oplaadmodi kunnen voor één oplaad‐ cyclus tijdelijk worden genegeerdvoor een onmiddellijke oplaadmodus.
Ook kan de volgende geplande
vertrektijd voor één oplaadcyclus
tijdelijk worden genegeerd. Behalve
het negeren vanuit de auto via de
schermen voor programmeerbaar
opladen, zijn er ook andere manieren om een vertraagde oplaadmodus
tijdelijk te negeren.
Geprogrammeerd opladen negeren
3 213.
Via Tijdelijk negeren kunnen tijdelijke
oplaadopties voor de volgende
oplaadcyclus worden ingesteld.
Tik op het tabblad Tijdelijk negeren in
het scherm Opladen.
Selecteer:
● Onmiddellijk : onmiddellijk opla‐
den zodra er is aangesloten.
● Tijdelijk – vertrek : de tijdelijke
vertrektijd instellen.
● Uit: tijdelijke oplaadmodus annu‐
leren.
Tik op Stop in het scherm Opladen
om een actieve oplaadcyclus te nege‐
ren of annuleren.
Locatie-gebaseerd laden Als Laden op basis van locatie is inge‐
schakeld, worden Laadmodus en
Voorkeur laadlimiet opgeslagen en
Page 214 of 283

212Rijden en bedieningop de voorkeursinstelling van de klantteruggesteld iedere keer wanneer de
auto naar de opgeslagen Thuis loca‐
tie terug wordt gereden. Als de auto niet op de opgeslagen Thuis locatie
is, schakelt hij standaard over op de
lagere limiet van Voorkeur laadlimiet
en Laadmodus wordt op
Onmiddellijk ingesteld.
Wanneer Laden op basis van locatie
is Aan en de auto staat niet op de
opgeslagen Thuis locatie, wordt de
oplaadmoduskeuze uitgeschakeld en de selectie in grijs weergegeven.
Na 90 dagen verschijnt er een
melding en moet Voorkeur laadlimiet
voor de volgende 90 dagen worden gereset. Belangrijke informatie over
het opladen van de auto met een
draagbaar oplaadapparaat 3 214.
Als de GPS-locatie niet beschikbaar is, verschijnen er liggende streepjes
en locatie-gebaseerd opladen wordt
uitgeschakeld tot GPS is hersteld.
Locatie-gebaseerd opladen is pas
mogelijk als er een Thuis locatie is
opgeslagen.Een Thuis locatie opslaan:
1. Tik in het scherm Energie op
Energie-instellingen .
2. Druk op Laden op basis van
locatie .
3. Tik op Thuislocatie instellen v .
4. Druk op OK.
5. Tik op Aan om Laden op basis van
locatie in te schakelen.
De opgeslagen Thuis locatie wijzigen:
1. Tik op Thuislocatie updaten v in
het scherm Laden op basis van
locatie .
2. Tik op Update en dan op OK om
de nieuwe thuislocatie in te stel‐
len.
● Tik op Annuleren om geen
wijzigingen door te voeren.
● Tik op Verwijderen om de
locatie te wissen en schakel
locatie-gebaseerd opladen
uit.Pop-upmelding over onderbroken
of genegeerd opladen
De pop-up Opladen geannuleerd of
onderbroken verschijnt alleen onder
de volgende omstandigheden:
● De oplaadinstellingen zijn via de website of de mobiele app van
OnStar gewijzigd. De vertrektij‐
dentabellen, de tarieventabellen
of de oplaadmodus zijn bijvoor‐
beeld bijgewerkt via de website
van de klant (in bepaalde regio's
beschikbaar).
● Wisselstroom viel tijdens het aansluiten voor het opladen
onbedoeld weg. Bijvoorbeeld bij
een stroomstoring of het ontkop‐
pelen van de oplaadkabel uit het
stopcontact.
Page 215 of 283

Rijden en bediening213Programmeerbaar opladen
gedeactiveerd
Wanneer het programmeerbare
oplaadsysteem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het scherm Kan niet
opladen .
Geprogrammeerde onderdrukking opladen
Negeer tijdelijk vertraagd opladen
door de oplaadkabel van de oplaa‐
daansluiting los te koppelen en weer
binnen 5 seconden aan te sluiten. De
claxon piept één keer en het opladen
begint onmiddellijk.
Annuleer het tijdelijk negeren door de oplaadkabel los te koppelen,
10 seconden te wachten en de
oplaadkabel weer aan te sluiten. De
claxon piept twee keer en het opladen wordt uitgesteld.
Programmeerbaar opladen 3 206.
Oplaadstatus
De auto heeft een lamp voor de
oplaadstatus bij het midden van het
instrumentenpaneel bij de voorruit.
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en de auto uit staat, geeft de lamp oplaadstatus het volgende aan:
● Snel knipperend groen - één claxonsignaal: Stekker van de
auto zit in stopcontact. Hoog‐
spanningsaccu is niet volledig
opgeladen. Hoogspanningsaccu
wordt opgeladen. Knippersnel‐
heid neemt toe van één tot vier
knippersignalen naarmate de
hoogspanningsaccu verder is
opgeladen.
● Snel knipperend groen - twee geluidssignalen: De auto wordt
opgeladen maar stelt het
programmeerbaar laden ten
minste één keer uit voordat de
accu volledig is opgeladen. Knip‐
persnelheid neemt toe van één
tot vier knippersignalen naar‐
mate de hoogspanningsaccu
verder is opgeladen.
● Snel knipperend groen - vier geluidssignalen: Onvoldoende
tijd om volledig op te laden voor‐
afgaand aan de vertrektijd
vanwege de geselecteerde
oplaadvoorkeur. Om de laadsta‐
tus van de hoogspanningsaccu
ten tijde van de vertrektijd te
verhogen, moet het vertraagd
laden worden genegeerd.
Page 216 of 283

214Rijden en bedieningProgrammeerbaar opladen
3 206.
● Langzaam knipperend groen, twee claxonpiepjes: Het opladen
wordt vertraagd door program‐
meerbaar laden. Het opladen
begint op een later tijdstip.
● Ononderbroken groen - geen claxonsignalen: Het opladen is
voltooid.
● Ononderbroken geel, geen claxonpiepje: Stekker van de
auto zit in stopcontact. Na het
aansluiten van een geschikte
oplaadkabel op het stopcontact is
het normaal dat de lamp oplaad‐
status gedurende enkele secon‐
den geel wordt. Het gele lampje
kan, afhankelijk van de auto, blij‐ ven branden.
Dit kan ook aan gegeven dat het
oplaadsysteem een storing heeft
waargenomen en de hoogspan‐
ningsaccu niet oplaadt.
● Geen lichtsignaal (bij aansluiten) - Geen claxonpiepjes: Controleerde aansluiting van de oplaadka‐
bel.● Geen lichtsignaal (na indicatie van de groene of gele oplaadsta‐tusindicator) - Geen claxonpiep‐
jes: Controleer de aansluiting van
de oplaadkabel. Als de aanslui‐
ting in orde is, kan dit te maken
hebben met een elektriciteits‐ netstoring en begint het laden op een later tijdstip. Dit kan ook
gebeuren als de auto een storing in het hoogspanningslaadsys‐teem heeft waargenomen.
● Geen lichtsignaal - drie claxon‐ signalen: De oplaadklep staat
open.
● Geen lichtsignaal - meerdere claxonsignalen: De voeding werd
onderbroken, voordat de oplaad‐
procedure kon worden voltooid.
De claxonsignalen stoppen
wanneer de voeding binnen
90 seconden wordt hersteld.
Persoonlijke instellingen 3 93.
Gedurende een van de boven‐
staande situaties kan het systeem de
hoogspanningsaccu thermisch condi‐ tioneren. Dan moet er elektrische
energie naar de auto worden overge‐
bracht.Als de auto is ingestoken en is inge‐
schakeld, knippert de oplaadstatusin‐ dicator of deze brandt continue
groen, afhankelijk van het laadni‐
veau. Dit gebeurt ook tijdens Moto‐
rondersteunde verwarming als de
auto is ingeschakeld.
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en de lamp oplaadstatus uit
staat, is er een oplaadstoring gede‐
tecteerd.
Oplaadkabel9 Gevaar
Er is een kans op elektrische
schokken met mogelijk letsel of de dood als gevolg.
Gebruik de oplaadkabel niet als deze ook maar enigszins bescha‐
digd is.
De klep van de oplaadkabel niet openen of verwijderen.
Onderhoud alleen door geschoold personeel. Sluit de oplaadkabel
met onbeschadigde kabels op een
goed geaard stopcontact aan.