Page 249 of 468

247
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Koelvloeistofniveau
Controleer geregeld het koelvloeistofniveau.
Het is normaal dat tussen twee
onderhoudsbeurten door koelvloeistof moet
worden bijgevuld.
Het niveau kan alleen betrouwbaar worden
gemeten als de auto op een horizontale
ondergrond staat en de motor koud is.De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator.
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden,
maar mag beslist niet hoger zijn.
Als het niveau zich dicht bij of onder het
merkteken "MINI" bevindt, moet u koelvloeistof
bijvullen.
De motor van uw auto kan door een te laag
koelvloeistofniveau zwaar beschadigd raken. Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Bovendien staat het koelsysteem dan onder druk.
Wacht na het afzetten van de motor daarom ten
minste één uur alvorens werkzaamheden aan het
koelsysteem uit te voeren.
Wanneer u met spoed werkzaamheden moet
uitvoeren, neem dan, om brandwonden te
voorkomen, een doek en draai de dop twee
omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de
dop en vul koelvloeistof bij.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
07
Praktische informatie
Page 250 of 468
248
Als uw auto voozien is van
koplampsproeiers en u wilt het niveau
controleren of bijvullen, parkeert u de
auto en zet u de motor af.
Niveau vloeistof ruitensproeiers/koplampsproeiers
F Open de motorkap en plaats de motorkapsteun.Gegevens van de vloeistof
Voor een optimale reiniging en om bevriezing
te voorkomen, mag nimmer water worden
gebruikt voor het verversen of bijvullen van de
vloeistof.
Wij raden u aan 's winters vloeistof op basis
van ethanol of methanol te gebruiken.
F
V
er wijder de dop van het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
F
K
nijp de pipet af om te voorkomen dat er
lucht inkomt.
F
V
er wijder de pipet uit het reservoir en lees
via de doorzichtige buitenkant het niveau
af.
F
V
ul indien nodig het niveau bij.
F
P
laats de dop terug op het reservoir en
sluit de motorkap.
07
Praktische informatie
Page 251 of 468

249
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Additiefniveau
(dieseluitvoering met roetfilter)
Bijvullen
Het reservoir moet snel worden bijgevuld door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afhankelijk van de displayuitvoering, wordt het
minimumniveau als volgt weergegeven:
-
p
ermanent branden van het
lampje van het roetfilter ter wijl er
een geluidssignaal klinkt en er
een melding verschijnt over het
te lage additiefniveau,
of
-
p
ermanent branden van het
servicelampje terwijl er een
geluidssignaal klinkt en er een
melding verschijnt over het te
lage additiefniveau.
07
Praktische informatie
Page 252 of 468

250
Roetfilter (diesel)
Afhankelijk van de displayuitvoering, wordt het
verstopt raken van het roetfilter als volgt weergegeven:
- tijdelijk branden van het servicelampje terwijl er een
geluidssignaal klinkt en er een
bericht verschijnt dat het roetfilter
verstopt dreigt te raken.
-
p
ermanent branden van het
roetfilterlampje ter wijl er een
geluidssignaal klinkt en er een
bericht verschijnt dat het roetfilter
verstopt dreigt te raken
of
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
uitgaat.
Als het lampje blijft branden, is het
brandstofadditiefniveau te laag.
Controles
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilter
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
12V- ac c u
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu
de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen .
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
07
Praktische informatie
Page 253 of 468

251
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over
het controleren van de niveaus, in
het bijzonder met betrekking tot het
brandstofadditiefniveau.
De eerste keren dat bij een nieuwe auto
het roetfilter geregenereerd wordt, kunt
u een brandlucht ruiken. Dit is volstrekt
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Staat van remschijven
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles
door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
07
Praktische informatie
Page 254 of 468

252
Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd
te worden. Als er zich toch een probleem
voordoet, laat het systeem dan
controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
organen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
CITROËN specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem .
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
07
Praktische informatie
Page 255 of 468

253
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke
stoffen uit, waardoor hij niet meer aan
de Euro 6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact
op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats:
na 1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten
van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog
kunt rijden voordat de auto stilvalt.
AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir. Het reservoir heeft een inhoud
van 17
liter, goed voor een actieradius
van ongeveer 20.000 km. Wanneer u met
de resterende hoeveelheid AdBlue
® nog
maximaal ongeveer 2400 km kunt rijden tot
het reservoir leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van de AdBlue
®
bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000 km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld.
07
Praktische informatie
Page 256 of 468

254
Bijvullen van AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik
van kinderen, in de originele flacon of
jerrycan.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun de AdBlue
® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO 22241 voldoet.
De verpakking in flacons of jerrycans met
een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van 1,89
liter
(1/2
gallon) en jerrycans met een inhoud van 5 of
10
liter zijn verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u onder
alle weersomstandigheden kunt blijven
rijden.
07
Praktische informatie