Page 81 of 468

79
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en de achterklep automatisch en gelijktijdig worden
vergrendeld vanaf een wagensnelheid van 10 km/h.
Automatisch vergrendelen van de portieren
WerkingInschakelen/Uitschakelen
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.
Vervoer van lange of grote
voor werpen
Wanneer u wilt rijden met geopende
achterklep, dient u op de schakelaar van
de centrale vergrendeling te drukken om
de portieren te vergrendelen. Wanneer
u dit niet doet, hoort u elke keer dat u de
10 km/h overschrijdt de vergrendeling
"terugspringen", met de bijbehorende
bovenstaande waarschuwingen.
Wanneer u nogmaals op de schakelaar van de centrale
vergrendeling drukt, wordt de auto weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10 km/h is dit ontgrendelen
slechts tijdelijk.Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
U zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit lampje branden,
in combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
F Druk als het contact is aangezet op deze
knop tot er een geluidssignaal klinkt en er
een melding ter bevestiging verschijnt.
De status van de functie blijft nadat het contact
is afgezet opgeslagen in het geheugen. U kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen.
02
Toegang tot de auto
Page 82 of 468

80
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Portieren
Openen
F Ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep. F
T
rek aan de binnenportiergreep van
een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
- bij draaiende motor of tijdens het rijden (snelheid lager
dan 10
km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die
enkele seconden verschijnt,
-
t
ijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) klinkt bovendien een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
w
ordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld (als
de auto van tevoren niet volledig
was ontgrendeld).
-
w
ordt bij het openen van een van
de andere portieren de gehele auto
ontgrendeld.
Het ontgrendelen van de auto met de
binnenportiergrepen is niet mogelijk als
de supervergrendeling is ingeschakeld.
Van buitenaf Van binnenuitAls een portier niet goed is gesloten:
02
Toegang tot de auto
Page 83 of 468

81
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Achterklep
Afhankelijk van de configuratie worden alle
portieren of alleen de achterklep ontgrendeld.Selectieve ontgrendeling
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het
menu's "Rijden" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto" .
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, ter wijl de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en open
vervolgens de achterklep.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp van
een van de handgrepen aan de binnenzijde.
Sluiten
Openen
F Druk na het ontgrendelen van alle portieren
of de achterklep of ter wijl de elektronische
sleutel van het keyless entry and start-
systeem zich in het detectiegebied A
bevindt op de schakelaar voor het openen
van de achterklep en open vervolgens de
achterklep. Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
gaat bij draaiende motor of tijdens het
rijden (snelheid lager dan 10
km/h),
dit verklikkerlampje branden en
wordt gedurende enkele seonden
een waarschuwingsmelding
weergegeven.
- klinkt tijdens het rijden, als de snelheid hoger is dan 10 km/h, ook nog een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Volledige ontgrendeling
02
Toegang tot de auto
Page 84 of 468
82
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Noodbediening
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Ontgrendelen
02
Toegang tot de auto
Page 85 of 468

83
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Alarm*Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
veranderingen in de wagenhoogte worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de
sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens u
wijzigingen aan het alarmsysteem aanbrengt.
* Volgens land van verkoop.
02
Toegang tot de auto
Page 86 of 468

84
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen van de auto met volledig ingeschakeld alarm
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F V ergrendel de auto met de
afstandsbediening.
of
F
V
ergrendel de auto met het Keyless entry
and start-systeem. Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop knippert één keer
per seconde en de richtingaanwijzers gaan
gedurende ongeveer 2
seconden branden.
De uitwendige beveiliging wordt 5
seconden
nadat de auto is vergrendeld, geactiveerd.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
45 seconden nadat de auto is vergrendeld,
geactiveerd.
Uitschakelen
Als de auto automatisch opnieuw
wordt vergrendeld (als binnen
30
seconden een van de portieren of
de achterklep niet is geopend), wordt
het alarmsysteem niet automatisch
ingeschakeld. Ontgrendel in dat geval
de auto en vergrendel hem vervolgens
met de afstandsbediening of het
Keyless entry and start-systeem:
het alarmsysteem is dan weer
ingeschakeld.
Indien een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld,
maar worden de uitwendige beveiliging, de
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging
na 45
seconden wel ingeschakeld.
Inschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
O
ntgrendel de auto met het Keyless entry
and start-systeem.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit en
de richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2
seconden.
02
Toegang tot de auto
Page 87 of 468

85
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en huisdier in de auto wordt
achtergelaten,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Vergrendelen van de auto met alleen de uitwendige beveiliging ingeschakeld
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op de knop tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
V
erlaat de auto.
F
V
ergrendel de auto onmiddellijk met de
afstandsbediening of het Keyless entry and
start-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke
keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Schakel de uitwendige beveiliging uit door de auto met de afstandsbediening
of het Keyless entry and start-systeem te
ontgrendelen.
H
et verklikkerlampje van de knop gaat uit.
F
S
chakel alle beveiligingen weer in door
de auto met de afstandsbediening of
het Keyless entry and start-systeem te
vergrendelen.
H
et verklikkerlampje van de knop gaat
opnieuw één keer per seconde knipperen.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
02
Toegang tot de auto
Page 88 of 468

86
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel
knippert bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier.
F
o
ntgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
02
Toegang tot de auto