33
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact zowel
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator
weergegeven.
Motorolieniveaumeter*
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau te laag is gaat "OIL"
knipperen of wordt een melding weergegeven
in combinatie met het branden van het
verklikkerlampje Service en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus , in het bijzonder het motorolieniveau. Als er een storing is van de
motorolieniveaumeter gaat "
OIL- -" knipperen of
wordt een melding weergegeven.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus , in het bijzonder het motorolieniveau.
* Volgens uitvoering.
Te weinig olie Storing van de motorolieniveaumeter
01
Instrumentenpaneel