36
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als u zelf de onderhoudsbeurt aan uw auto
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller
".../000" en houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft en de sleutel verdwijnt. Resetten is niet mogelijk als de
onderhoudsinformatie wordt opgevraagd.
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsintervalindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van
de onderhoudsinformatie
(instrumentenpaneel type 2)
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk kort op de knop voor de nulstelling
van de dagteller ".../000" .
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven op de middelste
display van het instrumentenpaneel type 2.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
01
Instrumentenpaneel
59
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Touchscreen
Weergave van de informatie
Permanente weergave:Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Actuele informatie:
-
actieradius,
-
hui
dig brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
Traject "1" :
-
af
gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,
-
g
emiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
Traject "2" :
- af gelegde afstand,
- g emiddeld brandstofverbruik,
-
g
emiddelde snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Selecteer het menu " Rijden".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken. F
Druk, zodra het gewenste traject
wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of houd het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar enige tijd
ingedrukt.
De trajecten "1"
en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
1.
"
Actueel ".
2.
" T
raject 1
".
3.
"
Traject 2 ".
4. " 0
0.0
/ Reset
".
01
Instrumentenpaneel
76
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing in en resetten van de afstandsbediening
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de storing niet is verholpen.
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing
in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
F Steek de noodsleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot om de auto
te ontgrendelen. F
O pen het deksel van de armleuning
vó ó r.
● Til
de bekleding op aan de lip en ver wijder
de
bekleding.
● Plaats
de elektronische sleutel in
d
e l e z e r.
F
Z
et het contact aan door op de
knop
"START/STOP " te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Vergeet niet, nadat u de geresette elektronische
sleutel uit de lezer hebt genomen, de bekleding
terug te leggen op de bodem van de armleuning.
02
Toegang tot de auto
88
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
T
rek de schakelaar omhoog tot de ruit
stopt
met bewegen.
F
L
aat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
H
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1 seconde vast.
F
D
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen.
F
D
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Als de ruit (bijvoorbeeld bij vorst) niet
wil sluiten, voer dan als de ruit weer
opent het volgende uit:
F
d
ruk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
F
t
rek vervolgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is
de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld. Als er tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet u de ruit meteen
weer openen. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Als u als bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, zorg er dan
voor dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
Zorg ervoor dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Houd met name kinderen goed in de
gaten om te voorkomen dat ze zich
tijdens het bedienen van de ruit kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in
de buurt van de auto tijdens het sluiten
van de ruiten met de elektronische
sleutel of het "Keyless entry and start"-
systeem.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte duur, altijd de sleutel uit
het contact.
02
Toegang tot de auto
260
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Bandenreparatieset
Deze set bestaat uit een compressor en een
flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren.
U kunt vervolgens naar de dichtstbijzijnde
garage rijden.Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
Met deze reparatieset kunnen
de meeste lekke banden worden
gerepareerd, als het lek zich in het
loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Met de compressor kunt u de
bandenspanning controleren en
aanpassen.
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid
een compressor aan te sluiten en te gebruiken voor de duur
die nodig is om een gerepareerde lekke band op spanning
te brengen of om een klein opblaasartikel op te blazen.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met
een controlesysteem voor de
bandenspanning, zal het verklikkerlampje
voor te lage bandenspanning na
het repareren van een wiel blijven
branden tot u het systeem laat resetten
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De compressor kan alleen
worden
aangesloten op de 12V-aansluiting vóór .
Gebruik de compressor alleen voor de
duur die nodig is om de band van de auto
te repareren of op spanning te brengen.
De andere 12V-aansluitingen zijn
niet geschikt voor het gebruik van de
compressor.
08
Storingen verhelpen
407
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Controlelampjes (status) .................................26
Controles ............................... 243, 244, 250 -252
Geheugen instellingen bestuurder
.................97
Gereedschap
................................................ 2
71
Gewichten
.....................................................302
Gordelverstelling
...................................157, 15 8
Grootlicht
...............................................280, 282
Haken
............................................................12 2
Halogeenlampen
...........................................280
Handopvoerpomp
.........................................298
Handrem
.......................................192, 251, 252
Handrem, elektrisch bediend
..... 1
9, 20, 31, 193
Handsfree set
...............................364, 365, 390
Het opslaan van de snelheid
..................5 3, 213
Hill Start Assist
...............................
...............202
Hoedenplank
.................................................12 2
Hoofdsteunen achter
...................................... 98
H
oofdsteunen verstellen
.................................94
Hoofdsteunen vóór .......................................... 94
Hulpoproep
........................................... 15
0, 152
Hulpoproep gelokaliseerd
..................... 15
0, 152
Eco-modus
.................................................... 239
Eco-rijden (adviezen)
...................................... 10
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
...15 4
Electronic Stability Program (ESC)
..............15
5
Elektrisch verstelbare stoelen
........................93
Elektronische sleutel
.................... 7
0 -72, 74, 190
DF
GI
H
EDAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio .................................... 340, 341, 383, 384
Dagrijverlichting
............................ 131, 280, 283
Dagteller
.......................................................... 44
Dagteller resetten
........................................... 44
Dashboardkastje
...............................
............112
Dashboardverlichting
...................................... 45
D
ashboardverlichting (dimmer)
.......... 1
4, 15, 45
Datum (instellen)
....................................... 4 7, 5 5
Datum instellen
......................................... 4 7, 5 5
Dieselmotor
.......................... 230, 244, 298, 305
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) ...............340, 341
Dimlicht
................................................. 28
0, 282
Display instrumentenpaneel
.............14, 15, 203
Dodehoekdetectie
......................................... 2
10
Dynamische noodrem
...................................193 Identificatiegegevens
....................................
308
Identificatie (stickers)
.................................... 3
08
Indeling achter
..............................................
121
Instapverlichting
............................................ 13
3
Instellen van de uitrustingen
...............
16, 47, 53
Instellingen (Menu's)
....................
346, 348, 350
Instellingen van het systeem
........................
35
3
Instrumentenpanelen
.....................
14-16, 43, 46
Intelligente tractiecontrole ............................
155
Interieurfilter ..................................................250
Interieurfilter (vervangen)
.............................250
Interieurindeling
............................................ 11
2
Interieur ontgrendelen
....................................78
Interieurverlichting
................................142, 143
ISOFIX
..................................................176 , 17 7
ISOFIX (bevestigingen) .................................175
ISOFIX bevestigingen
...................................175
ISOFIX kinderzitjes
................................175 -178
J
K
Jack ............................................................... 342
JACK-aansluiting .......................... 1
13, 342, 388
Jack-kabel
..................................................... 342
Kaartleeslampjes
.......................................... 142
Kentekenplaatverlichting
.............................. 28
6
Keyless entry and start
.......................70, 73, 77
Flessenhouder
..............................................
115
Follow-me-home verlichting
......................... 13
2
Follow-me-home-verlichting
.................
131, 132
Frequentie (radio)
..................................
338, 339
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
........... 13
0
408
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
N
Navigatiesysteem.......................... 318, 320, 324
Niveaus controleren .......................245 -247, 249
Niveaus en controles
.....................243-247, 249
Noodbediening achterklep
..............................82
Noodbediening portieren
.......................... 6
8 , 74Noodprocedure starten
.................................
293
Noodsleutel
.....................................................
74
Massagefunctie
...............................................
96
Matten
...........................................................
11 9
Mat verwijderen
............................................ 11
9
Menu
....................................
318, 320, 324, 332,
334, 336, 346, 348, 350, 360, 362
Menu's (audio)
..............................
332, 334, 336
Menu's (Touchscreen)
.......................... 31
3, 317
Menustructuren display
.......
318, 320, 324, 332,
334, 336, 346, 348, 350, 360, 362, 398, 399
Middenconsole
..............................................
115
Milieu
.........................................................
10, 77
Milieubewust rijden
......................................... 10
M
istachterlicht
...............................
129, 285, 287
Mistlampen vóór
....................
129, 136, 280, 284
Monochroom display
............................... 4
7, 3 9 8
Motoren
........................................
302, 303, 305
Motorkap
.......................................................
242
Motorkap, openen
.........................................
242
Motorkapsteun
...............................
...............
242
Motorolie
...............
........................................
245
Motorolieniveau, controle
...............................
33
Motorolieniveaumeter
...............................
33, 43
Motorruimte
...........................................
243, 244
M P3 (CD)
..............................................
385, 386
Multifunctioneel display (met autoradio)
......................................
4 7, 3 8 0
M
L
Lampen (vervangen) .............................279, 285
Lampen vervangen ............................... 2
79, 285
Lane Departure Warning System (LDWS)
....................................................... 209
Lange voorwerpen vervoeren
......................121
Lekke band
............................................ 260, 267
Lichtschakelaar
..................................... 1
28, 131
Lokaliseren van de auto
............................6 7, 7 3
Luchtfilter
...................................................... 250
Luchtfilter (vervangen)
..................................250
Kilometerteller
.................................................
44
K
inderbeveiliging
..................................
180, 181
Kinderen
.........................................
173 , 175 -178
Kinderen (veiligheid)
.............................
180, 181
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
... 16
2, 166,
167, 171, 173 , 175 -178
Kinderzitjes
............. 1
60, 166, 167, 171-173, 179
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................
172
Klembeveiliging
...............................................
87
Kleurcode lak
................................................
308
Kleurendisplay met kaartweergave DT
..........
16
Klokje (instellen)
...............................
.........
4 7, 5 5
Koelvloeistofniveau
.......................................
247
Kofferdeksel sluiten
..................................
65, 81
Koplampsproeiers
.........................................
13 9
Koplampverstelling
....................................... 13
4
Krik
................................................................
271 Oliefilter
.........................................................
250
Oliefilter (vervangen)
....................................
250
Olieniveau
...............................................
33, 245
Oliepeilstok
..............................
...............
33, 245
Olieverbruik
................................................... 24
5
Onderhoudscontroles
.....................................
10
Onderhoudsintervalindicator
....................
34, 43
Onderhoudsintervalindicator resetten
............ 36
O
ntdooien
.............................................. 1 0 0 , 111
Ontgrendelen
..................................................
70
Opberglade
...................................................
120
Opbergvak ............................................. 115 , 12 4
Opbergvakken
.................................
112 , 115 -117
Opschakelindicator
.......................................
203
Panoramische voorruit
..................................114
Parkeerhulp achter
....................................... 2
21
Parkeerhulp vóór
...........................................222
Parkeerlichten
....................... 1
31, 280, 283, 285
Passagiersairbag uitschakelen
....................162
Persoonlijke instellingen
................................. 46
P
lafonniers
............................................13 3, 142
Portieren
.........................................................80
Portieren ontgrendelen
...................................64
P O
409
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Portieren openen ...................................... 70, 80
Portieren sluiten ............................ 65, 71, 72, 80
Pyrotechnische gordelspanners
................... 16
0
Radio
.................................... 338, 339, 342, 381
Radiozender
.......................................... 338, 339
RDS
............................................................... 339
Regelmatig onderhoud
...................................10
Regeneratie roetfilter
.................................... 250
Rembekrachtigingsysteem
........................... 15
4
Remblokken
.......................................... 251, 252
Remlichten
.................................................... 285
Remmen
................................................ 251, 252
Remschijven .......................................... 251, 252
Remvloeistofniveau
...................................... 24
6
Reservewiel
.................................. 271, 273, 308
Resetten van het traject
..................................59
R
ichtingaanwijzers
............................... 13 0, 131,
280, 281, 283, 285
Rijadviezen
........................................... 18 4, 185
Rijstrookcontrolesystemen
...........................155
Risicozones (update)
.................................... 329
Roetfilter
................................................ 249, 250
Ruitbediening
.................................................. 87
Ruitbediening resetten
....................................87
Ruitensproeier achter
...................................141
Ruitensproeiers vóór ..................................... 13 9
Ruitenwisser achter
...................................... 141
Ruitenwisserbladen (vervangen)
..........14 0 , 2 41
Ruitenwisserbladen vervangen
............ 1
4 0 , 2 41
Ruitenwissers
.................................. 3
0, 137, 13 8
Ruitenwisserschakelaar
................. 13
7, 13 8, 141
R
Schakelen automatische versnellingsbak ....198
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak
.......................................... 197
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............253
SCR-systeem
.................................... 25, 37, 253
Serienummer auto
..............................
..........308
Sfeerverlichting
............................................. 143
Sjorogen
........................................................ 124
Skiluik
............................................................ 121
Slepen van een auto
..................................... 296
Sleutel
........................................... 70, 72, 76, 77
Sleutel met afstandsbediening
......... 6
4, 65, 186
Sleutel niet herkend
...................................... 19
0
Sneeuwkettingen
.......................................... 231
Sneeuwscherm
............................................. 2
32
Snelheidsbegrenzer
..............................213, 215
Snelheidsregelaar
................................. 213, 218
Spaarfase
...................................................... 239
Spraakherkenning
................................. 355, 359
Startblokkering, elektronische
................ 7
7, 1 8 6
Starten ........................................................... 293
Starten van de auto............... 186, 189, 190, 198
Starten van de motor
.................................... 18 6
Stilzetten van de auto
...........186, 189, 190, 198
Stoelen verstellen
..................................... 92, 93
Stoelverwarming
............................................. 95
Stoelverwarming, schakelaars
.......................95
Stop & Start
............................... 27, 60, 103, 107,
110, 206, 227, 242, 250, 295
Streaming audio Bluetooth
............................ 342, 345, 388, 391
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
.............246
Stuurkolomschakelaars
........................316, 379
Stuurslot
........................................................ 18 6
Stuurverstelling
............................................... 99
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 99
Supervergrendeling
.................................. 6
6, 72
Synchroniseren afstandsbediening
....69, 75, 76
S T
U
V
Tankbeveiliging ............................... ..............229
Technische gegevens ...........................303, 305
Telefoon
................................ 360, 362, 364-366
Te l l e r
.......................................................... 14, 15
Tijd instellen
.............................................. 4 7, 5 5
TMC (verkeersinformatie)
.............................330
Toerenteller
................................................ 1
4 -16
Touchscreen
....................................... 5
1, 54, 59
Touchscreen (Menu's)
........51, 53, 54, 313, 317
Trekhaak
............................................... 185, 238
Trekhaak met afneembare kogel
.................. 23
3
Updaten risicozones
..................................... 329
UREA
.............................................................. 37
Urgence-oproep
.................................... 150, 152
USB
............................................................... 342
USB-aansluiting
............................ 113, 342, 387
USB-box
........................................................ 113
USB-poort
..................................................... 342
Veiligheidsgordels
.................157, 158, 160, 172
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
.....162,
16 6 , 167, 171, 173 , 175 -178
Ventilatie
...............
..........................10, 103, 104
Vergrendelen ................................................... 77
Vergrendeling van binnenuit
........................... 78