Page 41 of 468

39
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Instrumentenpaneel type 2
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
® te
laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen van
AdBlue
®.
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
vloeistof is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
® te
laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd vloeistof wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de benodigde hoeveelheid vloeistof te
laten bijvullen.
Als u zelf vloeistof bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter
AdBlue
® worden gevuld.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Storing in verband met een te laag AdBlue®
-niveau
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen van
AdBlue
®
01
Instrumentenpaneel
Page 42 of 468

40
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als een storing in het SCR-systeem wordt gedetecteerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat een storing in het SCR-systeem is
b evestigd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem. Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en
de tijdelijk op het instrumentenpaneel
weergegeven melding "NO START IN" en een
afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl
u nog met de resterende hoeveelheid additief
kunt rijden voordat het starten van de motor
wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN
600
km" betekent dat na 600 km het starten
van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100
km en 0 km)
Tijdens het rijden wordt deze melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Instrumentenpaneel type 1
01
Instrumentenpaneel
Page 43 of 468

41
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en de
tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven
melding "NO START IN" en de afstand 0 km
of mijl - ("NO START IN 0
km" betekent dat het
starten van de motor is geblokkeerd).
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel type 2
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100
km is gereden
nadat de storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem wordt
gesignaleerd
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Als een storing wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
01
Instrumentenpaneel
Page 44 of 468

42
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300
km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100 km en 0 km)
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
01
Instrumentenpaneel
Page 45 of 468
43
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Handmatige CHECK via het centrale display van het instrumentenpaneel type 2
Met deze functie kunt u de staat van de auto controleren (status van in te stellen functies - geactiveerd/gedeactiveerd) en een logboek van storingen
opvragen.
F
D
ruk bij een draaiende motor kort op de
knop ".../000" van het instrumentenpaneel
om de test te starten. De volgende gegevens verschijnen achter
elkaar op het display in het midden van het
instrumentenpaneel:
-
motorolieniveaumeter,
-
onderhoudsindicator,
-
a
ctuele controlelampjes en
waarschuwingen, voor zover aanwezig,
-
a
ctieradius met de resterende hoeveelheid
additief AdBlue en met betrekking tot het
SCR-systeem van de uitvoeringen met
BlueHDi dieselmotor,
-
s
tatus van in te stellen functies.Deze informatie verschijnt ook elke
keer wanneer u het contact aanzet
(automatische test).
01
Instrumentenpaneel
Page 46 of 468
44
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van het
contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller Dagteller
F Druk bij aangezet contact op deze knop
en houd deze ingedrukt tot de dagteller op
0
staat.
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De dagteller geeft afgelegde afstand weer sinds de
laatste keer dat de bestuurder de teller op 0
heeft gezet.
01
Instrumentenpaneel
Page 47 of 468

45
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Lichtsterkteregeling
U kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving. De
lichtsterkteregeling werkt alleen als de
verlichting van de auto is ingeschakeld, in de
nachtstand.F
D
ruk op deze knop om de lichtsterkte te
veranderen.
F Laat deze knop los als de verlichting de zwakste stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in
om de verlichting weer feller te maken.
of
F L aat deze knop los als de verlichting de
sterkste stand heeft bereikt en druk de
knop opnieuw in om de verlichting weer
zwakker te maken.
F
L
aat deze knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Het verklikkerlampje en het lichtsterkteniveau
worden tijdens het instellen in het midden
op het instrumentenpaneel aangegeven;
er zijn 16
verschillende lichtsterkteniveaus
beschikbaar.
Uitgeschakeld
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van de auto uitgeschakeld is of in de
dagstand staat (dagrijverlichting ingeschakeld).
Actief
01
Instrumentenpaneel
Page 48 of 468

46
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Met deze functie kan de verlichting van bepaalde delen en
displays van het instrumentenpaneel worden uitgeschakeld zodat
de ogen van de bestuurder 's nachts minder snel vermoeid raken.
De belangrijkste rij-informatie, zoals de rijsnelheid, de
verklikkerlampjes, de ingeschakelde versnelling van
de automatische transmissie en de informatie over de
snelheidsregelaar en de snelheidsbegrenzer, blijven zichtbaar op
het instrumentenpaneel.
Black panel (comfortfunctie
voor nachtelijke ritten)
F Druk, als de verlichting brandt, op deze knop om de functie in te
schakelen.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om
de functie uit te schakelen. U kunt op het instrumentenpaneel de kleur
van de meters afzonderlijk van de displays
instellen.
U kunt kiezen uit 5 verschillende kleurstellingen
tussen wit en blauw.
Kleuren van het
instrumentenpaneel instellen
Touchscreen
U kunt op elk gewenst moment de
normale weergave weer activeren door
het zwarte scherm aan te raken of op
een van de menutoetsen te drukken.
Als de automatische stand van de
verlichting is ingeschakeld, wordt
de black-panelfunctie automatisch
uitgeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving weer voldoende is.
F
D
ruk de desbetreffende toets een paar
keer achter elkaar in tot de gewenste kleur
is bereikt.
A.
V
oor de meters.
B.
V
oor de displays.
01
Instrumentenpaneel