Page 97 of 468

95
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.
Bediening stoelverwarming
Gebruik de functie alleen als de stoel
wordt gebruikt.
Verlaag de sterkte van de ver warming
zodra dit mogelijk is.
Als de stoel en het interieur een
aangename temperatuur hebben
bereikt, schakel dan de functie uit: een
lager stroomverbruik zorgt voor een
lager brandstofverbruik.Langdurig gebruik op de maximale
stand wordt afgeraden voor personen
met een gevoelige huid.
Kans op brandwonden bij personen
met een verminderd gevoel van warmte
(door ziekte, medicijngebruik, enz.).
Kans op oververhitting van het systeem
bij het gebruik van isolerend materiaal,
zoals zitkussens of stoelhoezen.
Gebruik de functie niet:
-
a
ls uw kleding nat is,
-
a
ls een kinderzitje op de stoel is
bevestigd.
Om beschadiging van het
verwarmingselement te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op
de stoel,
-
g
a niet op uw knieën op de stoel
zitten of erop staan,
-
z
et of leg geen scherpe
voor werpen op de stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen.
Om kortsluiting te voorkomen:
-
m
aak de stoel niet schoon met een
vloeibaar middel,
-
g
ebruik de stoelver warming nooit
als de stoel nat is.
F
M
et de draaiknop naast de voorstoel kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd:
0 : Uit.
1 : Laag.
2 : Gemiddeld.
3 : Hoog.
03
Ergonomie en comfort
Page 98 of 468
96
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten. F
D ruk de schakelaar naar voren of naar
achteren in om de lendensteun naar wens
in te stellen. F
D
ruk op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en de massagefunctie wordt 60
minuten
ingeschakeld. Gedurende deze tijd wordt de
massage in 6
cycli van 10 minuten uitgevoerd
(6
minuten massage, gevolgd door 4 minuten rust).
Na 1
uur wordt de massage automatisch
uitgeschakeld. Het controlelampje in de
schakelaar gaat uit.
Uitschakelen
U kunt de massagefunctie op elk gewenst
moment uitschakelen door de schakelaar in te
drukken. De beweging wordt afgemaakt tot de
lendensteun weer in de ruststand staat.
Massagefunctie
Lendensteun handmatig verstellen Elektrisch verstelbare lendensteunDeze functie zorgt voor een massage ter hoogte van
de lendenen en werkt alleen bij draaiende motor.
03
Ergonomie en comfort
Page 99 of 468

97
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Opslaan van zitposities in het geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
op. U kunt twee standen opslaan en later
oproepen met de toetsen aan de zijkant van de
bestuurdersstoel.Opslaan van een zitpositie
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
4
seconden op de toets 1 of 2.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
Het opslaan van een andere stand annuleert
de vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
U kunt de beweging onderbreken door
op de toets M , 1
of 2 te drukken of
door een van de schakelaars van de
stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen
tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot 45
seconden na het
afzetten van het contact mogelijk.
Met de toetsen M / 1 / 2
03
Ergonomie en comfort
Page 100 of 468

98
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
AchterbankU kunt de rugleuning van de achterbank in delen (1/3 - 2/3) neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
F Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
F
L
eg de veiligheidsgordel tussen de
buitenste en de middelste hoofdsteun om
te voorkomen dat deze klem komt te zitten
als u de rugleuning weer opklapt.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
Neerklappen van de rugleuning van de achterbank
F Trek de hendel 1 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen. F
Z
et de rugleuning 2 rechtop en vergrendel
deze.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de
hendel 1 niet meer zichtbaar is.
F
L
eg de veiligheidsgordel terug aan de
zijkant van de rugleuning.
Terugplaatsen van de rugleuning van de achterbank
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
F Klap de rugleuning 2 op de zitting.
03
Ergonomie en comfort
Page 101 of 468
99
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen ook worden
verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
o
ntgrendel de rugleuning met de hendel 1 ,
F
k
antel de rugleuning 2 enigszins naar
voren,
F
t
rek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
Hoofdsteunen achter
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
D
ruk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
F
d
ruk vervolgens de pal A in.
03
Ergonomie en comfort
Page 102 of 468

100
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Ontwaseming/ontdooiing
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Buitenspiegels
Uit veiligheidsover wegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A, worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar
A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Als uw auto voorzien is van
spiegelver warming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Verstellen
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming .
03
Ergonomie en comfort
Page 103 of 468

101
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Programmeren
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
F
S
electeer en verstel achtereenvolgens de
linker en rechter buitenspiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen.
Inschakelen
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
Uitschakelen
F Haal de versnellingsbak uit de achteruitversnelling en wacht tien seconden.
of
F
Ze
t de schakelaar A in de middelste stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar de
oorspronkelijke stand:
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht. F
B
eweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel
te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt in de
geprogrammeerde stand gericht.
03
Ergonomie en comfort
Page 104 of 468
102
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de
bestuurder minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
Handmatige binnenspiegel
Verstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
03
Ergonomie en comfort