Page 65 of 108
Periodiek onderhoud en afstelling
7-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Verwijder het paneel zoals getoond.
Om het paneel aan te brengen
1. Steek de lipjes aan de linker- en rech- terbovenkant van het paneel in.
2. Lijn de middelste en onderste uitsteek- sels uit en druk het paneel dan in de
oorspronkelijke positie. 3. Breng de drukclip aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de schroeven en trek daarna het
paneel naar achteren en omhoog.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
Paneel D
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de schroeven en trek dan het pa-
neel naar buiten.
1. Schroef
2. Paneel C
2
1
2PW-F-D1.book 8 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 66 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
DAU19643
Controleren van de bougies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgeslet en en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafst and op specificatie.
1. Schroef
2. Paneel D
1
2
1
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR7E
2PW-F-D1.book 9 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 67 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAU1985E
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten warmdraaien en zet hem dan uit.
LET OP
DCA11291
Om het olieniveau te controleren moet
de motor koud zijn, anders wordt het ni-
veau verkeerd aangegeven.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijk glas linksonder in
het carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
23
2PW-F-D1.book 10 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 68 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpa-
troon) 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
5. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
OPMERKING
Sla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
6. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
7. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Pakking
1
12
3
1. Olieaftapplug
2. O-ring
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1 2
2
1
2PW-F-D1.book 11 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 69 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt. 8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon en zet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
9. Monteer de olieaftapplug met een nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
11. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
13. Stel de indicator olieverversing terug. (Zie pagina 4-6.)
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
1
1
Aanbevolen motorolie:Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid: Olieverversing: 2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
2PW-F-D1.book 12 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 70 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU52024Controleren van het koelvloeistofniveau 1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschille n zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau via het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof op of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat aan de linkerzijde door deze omhoog
te trekken.
4. Verwijder de afdekkap over het koel- vloeistofreservoir door de schroef los
te halen.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder al-
leen de dop van he t koelvloeistofre-
servoir. Probeer nooit om de
radiatorvuldop te verwijderen als
de motor koud is.
[DWA15162] LET OP:
Als er geen koelvloeistof aanwezig
is, gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard lei-
dingwater. Gebruik geen hard wa-
ter of zout water, dit is schadelijk
voor de motor. Als er in plaats van1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
12
3
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Schroef
1
1 2
2PW-F-D1.book 13 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 71 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
koelvloeistof water is gebruikt, ver-
vang dit dan zo snel mogelijk door
koelvloeistof, anders is het sy-
steem niet beschermd tegen vorst
en corrosie. Als er water aan de
koelvloeistof is toegevoegd, laat
dan een Yamaha dealer zo snel mo-
gelijk het antivriesgehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
6. Monteer het koelvloeistofreservoir door de schroef aan te brengen.
7. Plaats de voetplaatmat aan de linker-
zijde in de oorspronkelijke positie en
druk deze omlaag vast.
DAU52031
Het luchtfilterelement vervangen
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Om het luchtfilterelement te vervangen1. Verwijder paneel C. (Zie pagina 7-7.)
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelement aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zorg ervoor dat het filterelement
goed aanligt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uitgenomen, hier-
door kunnen de zuiger(s) en/of ci-
linder(s) overmatig versleten
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau): 0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
1
1. Schroef
2. Luchtfilterdeksel
1. Luchtfilterelement
1
1 2
1
2PW-F-D1.book 14 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 72 of 108
![YAMAHA TMAX 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
raken.[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
6. Monteer het paneel.
DAU33483
Stationair t YAMAHA TMAX 2016 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
raken.[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
6. Monteer het paneel.
DAU33483
Stationair t](/manual-img/51/51483/w960_51483-71.png)
Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
raken.[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
6. Monteer het paneel.
DAU33483
Stationair toerental
Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstelling
te verrichten. 1. Verwijder paneel D. (Zie pagina 7-7.)
2. Controleer het stationair toerental en
stel dit indien nodig volgens de specifi-
catie af door de stationairstelschroef te
draaien. Draai de schroef in de richting
(a) om het stationair toerental te verho-
gen. Draai de schroef in de richting (b)
om het stationair toerental te verlagen.
OPMERKING
Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
3. Monteer het paneel.
1. Stationair stelschroef
Stationair toerental: 1100–1300 tpm
1(a)(b)
2PW-F-D1.book 15 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分