Page 33 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Omgevingstemperatuurweergave
Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 C tot 40 C in stappen van 1 C.
Voor Verenigd Koninkrijk:
15 F tot 104 F in stappen van 1 F.
De weergegeven temper atuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur. Door in-
drukken van de “RESET”-toets wisselt de
weergave van de omgevingstemperatuur-
modus naar de modus gemiddeld brand-
stofverbruik en de modus huidig
brandstofverbruik.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze modus berekent het gemiddelde
brandstofverbruik van de machine sinds de
modus voor het laatst werd teruggesteld.
Voor Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “AVE_ _._ MPG”.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ km/L”, wordt de afstand weergege-
ven die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ L/100 km”, wordt de hoeveelheid
brandstof weergegeven die nodig is
om 100 km af te leggen.
Voor Verenigd Koninkrijk: Als de weer-
gave is ingesteld op “AVE_ _._ MPG”,
wordt de afstand weergegeven die kan
worden afgelegd op 1.0 Imp.gal brand-
stof.
Om de modus gemiddeld brandstofverbruik
terug te stellen, selecteert u deze door op
de “RESET”-toets te drukken en dan de
“RESET”-toets minstens een seconde inge-
drukt te houden.
OPMERKING
Na het terugstellen van de modus gemid-
deld brandstofverbruik wordt “_ _._” weer-
gegeven voor die weergave totdat de
machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze modus berekent het huidige brand-
stofverbruik van de machine elke paar se-
conden.
Voor Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “MPG”.
1. Omgevingstemperatuurweergave
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
1
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
2PW-F-D1.book 8 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 34 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Als de weergave is ingesteld op
“km/L”, wordt de afstand weergegeven
die onder de huidige omstandigheden
kan worden afgelegd op 1.0 L brand-
stof.
Als de weergave is ingesteld op “L/100
km”, wordt de hoeveelheid brandstof
weergegeven die nodig is om onder de
huidige omstandigheden 100 km af te
leggen.
Voor Verenigd Koninkrijk: De afstand
die onder de huidige rijomstandighe-
den kan worden afgelegd met 1.0
Imp.gal brandstof wordt weergegeven.
Houd de “RESET”-toets een seconde inge-
drukt om te wisselen tussen de weergaven
voor het huidige brandstofverbruik terwijl
een van de weergaven wordt getoond (be-
halve voor het Verenigd Koninkrijk).
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
“_ _._” weergegeven.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om het voertuig te controleren.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
1. Weergave foutcode
1
2PW-F-D1.book 9 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 35 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU1234H
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU12361Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha- kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar
in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU63631Schakelaar “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te schakelen.
Druk met de zijstandaard omhoog en terwijl
u de voor- of achterrem bekrachtigt op deze
schakelaar om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 6-2 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU63571
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje (al-
leen voor model met ABS) kan gaan
branden als de machinevoeding is inge-
schakeld en de schakelaar “ON/ ” wordt
ingedrukt. Dit wijst echter niet op een sto-
ring.
DAU63580Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de machinevoeding aan of met het
Smart-sleutelsysteem in de parkeermodus
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. Schakelaar “ON/ ”
1
23
4
1
2
3
2PW-F-D1.book 10 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 36 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet draait
omdat hierdoor de accu kan ontladen.
DAU44912
Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
De voorremhendel is v oorzien van een stel-
wiel voor afstelpositie. Om de afstand tus-
sen de voorremhendel en de gasgreep af te
stellen, draait u het stelwiel terwijl u de voor-
remhendel van de gasgreep vandaan
houdt. Controleer of het correcte instelpunt
op het stelwiel tegenover het merkteken
“ ” op de voorremhendel staat.
1. Voorremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1
4
2
3
2PW-F-D1.book 11 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 37 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU44922
Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
De achterremhendel is voorzien van een
stelwiel voor afstelpositie. Om de afstand
tussen de achterremhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de achterremhendel van het
stuur vandaan wordt gehouden. Controleer
of het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de achter-
remhendel staat.
DAU63230
Achterremblokkeerhendel
Dit voertuig is uitgerust met een achterrem-
blokkeerhendel waarmee het achterwiel
kan worden vergrendeld bij het stilstaan
voor verkeerslichten, spoorwegovergangen
etc.
Blokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblokkeerhendel naar
links totdat deze vastklikt.
Deblokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblokkeerhendel terug in
de oorspronkelijke positie.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het achterwiel niet beweegt
als de achterremblokkeerhendel wordt be-
krachtigd.
WAARSCHUWING
DWA12362
Beweeg de achterremblokkeerhendel
nooit naar links terwijl het voertuig in be-
weging is, anders zou u de macht over
het stuur kunnen verliezen of een onge-
val kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat
het voertuig tot stilstand is gekomen
voordat u de achterremblokkeerhendel
naar links beweegt.
1. Achterremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
54321
3 2
1
4
1. Achterremblokkeerhendel
1
2PW-F-D1.book 12 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 38 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63591
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” remmen,
dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem word t bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Telkens wanneer het voertuig wordt
ingeschakeld en de snelheid 10 km/h
(6 mi/h) of hoger bereikt, voert het
ABS-systeem een zelfdiagnosetest
uit. Tijdens deze test hoort u een klik-
kend geluid en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
contact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
12
1
2
2PW-F-D1.book 13 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 39 of 108
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63691
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen 1. Open het slotpaneel door de greep
omhoog te trekken.
2. Steek de mechanische sleutel in het slot en draai deze rechtsom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop kan
worden verwijderd.
Om de tankdop aan te brengen 1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover el- kaar, steek de tankdop in de tankope-
ning en druk de dop omlaag. 2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
3. Sluit het paneel.
WAARSCHUWING
DWA11263
Controleer voor u gaat rijden of de tank-
dop correct is aangebracht en vergren-
deld. Door brandstoflekkage ontstaat
brandgevaar.
1. Openingshendel
2. Deksel
1. Tankdop
1
2
1
1. Lijn merktekens uit
1
2PW-F-D1.book 14 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 40 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU13222
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen. 1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid- dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper- vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU49743
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend
loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren en
ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2 1
Voorgeschreven brandstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
15 L (4.0 US gal, 3.3 Imp. gal)
Brandstofreserve: 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
2PW-F-D1.book 15 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分