Page 41 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol. Gas-
ohol met ethanol kan worden gebruikt, mits
het ethanolgehalte niet hoger is dan 10%
(E10). Gasohol met methanol wordt niet
aangeraden door Yamaha aangezien deze
schade kan toebrengen aan het brandstof-
systeem of problemen kan opleveren met
de voertuigprestaties.DAU13434
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
2PW-F-D1.book 16 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 42 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63600
Verstellen van rugsteun
bestuurderszadel
De rugsteun van het bestuurderszadel kan
worden versteld naar de drie hier getoonde
posities.
Verstel de rugsteun als volgt. 1. Open het zadel. (Zie pagina 3-10.)
2. Verwijder de rugsteunbouten.
3. Schuif de rugsteun naar voren of ach- teren naar de gewenste positie.
4. Breng de rugsteunbouten aan en zet ze stevig vast.
5. Sluit het zadel.
DAU63640
Helmbevestiging
De helmbevestiging bevindt zich onder het
zadel. Naast de boordgereedschapsset is
een helmborgkabel aangebracht waarmee
een helm aan de helmbevestiging kan wor-
den bevestigd.
Om een helm aan de helmbevestiging te
bevestigen
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-10.)
2. Haal zoals afgebeeld de helmborgka- bel door de gesp aan de helmriem en
haak dan de kabellus over de helmbe-
vestiging.
3. Zorg ervoor dat de helmborgkabel het
gearceerde uitsteeksel niet raakt en sluit
het zadel stevig. WAARSCHUWING!
Ga nooit rijden met een helm vastge-
maakt aan de helmbevestiging, aan-
gezien de helm objecten kan raken
met mogelijk verlies van de controle
over de machine en een ongeval tot
gevolg.
[DWA10162]
Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Open het zadel, haal de helmborgkabel los
van de helmbevestiging en de helm en sluit
het zadel weer.
1. Rugsteun bestuurder
1. Rugsteun bestuurder
2. Bout
1
1
2
1. Gearceerd uitsteeksel
2. Helmborgkabel
3. Helmbevestiging
3
1
2
2PW-F-D1.book 17 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 43 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63510
Opbergcompartimenten
Opbergcompartiment voorzijde
Om het opbergcompartiment te openen als
het gesloten is, steekt u de mechanische
sleutel in het slot, draait u deze rechtsom en
trekt u de hendel omhoog en naar u toe om
het opbergcompartiment open te schuiven.
Om het opbergcompartiment te openen
wanneer het is ontgrendeld, trekt u eenvou-
digweg aan de hendel en schuift u het com-
partiment open.
Om het opbergcompartiment te sluiten
drukt u het paneel terug in de oorspronkelij-
ke stand.
Om het opbergcompartiment te vergrende-
len, drukt u het paneel terug in de oorspron-
kelijke stand. Steek dan de sleutel in het
slot, draai deze linksom en neem de sleutel
weer uit. Achterste opbergcompartiment
In het achterste op
bergcompartiment onder
het zadel kan een helm worden opgebor-
gen. (Zie pagina 3-10 voor het openen en
sluiten van het zadel.) Om een helm op te
bergen in het achter ste opbergcomparti-
ment, moet de helm ondersteboven worden
geplaatst en met de voorkant naar links ge-
richt. LET OP: Het gearceerde gebied is
geen opbergruimte. Plaats geen voor-
werpen in dit gebied om schade aan de
zadelscharnieren te voorkomen.
[DCA16092]
OPMERKING
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet in het achter-
ste opbergcompartiment worden op-
geborgen.
Laat uw scooter niet onbeheerd achter
met het zadel open.
De binnenzijde van het achterste op-
bergcompartiment ligt buiten het be-
reik van het Smart-sleutelsysteem. Als
het achterste opbergcompartiment is
vergrendeld met de Smart-sleutel erin,
kan het Smart-sleutelsysteem worden
uitgeschakeld. De bestuurder moet de
Smart-sleutel bij zich dragen.
Plaats de Smart-sleutel, mechanische
sleutel of het ident ificatienummer niet
in het achterste opbergcompartiment.
Ze kunnen worden binnengesloten en
het Smart-sleutelsysteem kan abnor-
1. Voorste opbergcompartiment
2. Openingshendel opbergcompartiment
3. Vergrendelen.
1. Deksel
1
2
3
1
1. Achterste opbergcompartiment
2. Gearceerde gedeelte
1
2
2PW-F-D1.book 18 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 44 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
maal gaan werken.
LET OP
DCA15963
Laat het zadel niet gedurende lan-
gere perioden openstaan, anders
kan de accu ontladen raken door
het lampje.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt gerei-
nigd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter bescherming in
een plastic zak.
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het opberg-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het opbergcompartiment verspreidt
en schimmelvorming kan optreden.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-
partiment.
Bewaar geen hittegevoelige voor-
werpen zoals voedingsmiddelen of
ontvlambare stoffe n in het compar-
timent, aangezien het comparti-
ment warm kan worden door de
motorhitte en direct zonlicht.
WAARSCHUWING
DWA15861
Overschrijd de volgende maximumlaad-
gewichten niet:
Opbergcompartiment voorzijde: 1
kg (2 lb)
Opbergcompartiment achterzijde: 5
kg (11 lb)
Maximumlaadgewicht voor het
voertuig: 193 kg (425 lb) (XP500A)
196 kg (432 lb) (XP500)
DAU52212
Kuipruit
Al naar gelang de voork eur van de bestuur-
der kan de kuipruithoogte in twee verschil-
lende standen worden gezet.
De kuipruithoogte aanpassen
1. Demonteer de afdekplaatjes van de schroeven door de drukclips te verwij-
deren.
2. Verwijder de kuipruit door de schroe- ven los te halen.
1. Kuipruit
1. Drukclip
2. Afdekplaatje schroeven
1
1
2
1
2PW-F-D1.book 19 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 45 of 108
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Verwijder de rubber doppen.
4. Monteer de rubber doppen op de ge- wenste locatie.
5. Monteer de kuipruit op de gewenste lo- catie door de schroeven aan te bren-
gen. 6. Draai de schroeven vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
WAARSCHUWING! Een loszittende
kuipruit kan een ongeluk veroorza-
ken. Draai de schroeven vast met
het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
[DWA15511]
7. Plaats de afdekplaatjes van deschroeven en monteer de drukclips.
1. Schroef
1. Rubber dop
1. Rubber dop
1
1
1
1
1
1
1. Schroef
Aanhaalmoment:Kuipruitschroef: 10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Afdekplaatje schroeven
1
1
1
2PW-F-D1.book 20 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 46 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU39672
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
DAU46023
Schokdemperunit
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
1. Parkeerstand
2. Rijstand
1
1 2
2 1
1
2PW-F-D1.book 21 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 47 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU15306
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-
ler als de werking niet naar behoren is.
DAU66770
Startspersysteem
Het startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de remlichtscha-
kelaars deel uitmaken) heeft de volgende
functies:
Het verhindert starten wanneer de zij-
standaard is opgetrokken, terwijl geen
der remmen is bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer een
der remmen is bekrachtigd, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
2PW-F-D1.book 22 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 48 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aan staat.
3. Schakel de machinevoeding in.
4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
5.
Druk op de schakelaar “ON/ ”.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
8.
Druk op de schakelaar “ON/ ”.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De scooter mag
worden gebruikt.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
De remschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
NEE JA
JANEE
JANEE
2PW-F-D1.book 23 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分