Page 57 of 108

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63740
Parkeren
Als u de machine parkeert, schakel dan de
machinevoeding uit en daarna de Smart-
sleutel.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
OPMERKING
Zelfs als de machine is geparkeerd op een
locatie die wordt afgescheiden door een
hek of een glazen ruit, kunnen andere per-
sonen de motor starten en de machine be-
dienen als de Smart-sleutel zich binnen het
bereik bevindt. Schakel de Smart-sleutel uit
wanneer u de machine achterlaat. (Zie pa-
gina 3-5.)
2PW-F-D1.book 6 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 58 of 108

7-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina's wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekki ng tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema's moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkort afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergifti-
ging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxide.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en -
voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
2PW-F-D1.book 1 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 59 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emis siecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en -
systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
DAU17392
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het zadel.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Helmborgkabel
2. Boordgereedschapsset
1
2
2PW-F-D1.book 2 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 60 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU46862
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal pe r jaar te worden uitgevoerd, behalve
wanneer in plaats daarva n een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor
Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vana f 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf
10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een
Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereedschap, technische gegevens en vak-
manschap vereist zijn.
DAU63321
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem
NR. ITEM
1 *Brandstofleiding Controleer de brandstofslan-
gen op scheurtjes of beschadi-
gingen.
2 *Bougies Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.
Vervangen.
3 *Ventielen Controleer de klepspeling.
Afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Brandstofinjectie Stel het stationair toerental en
de synchronisatie af. X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 3 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 61 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU64031
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1 Luchtfilterelement Vervangen.
2 *Luchtfilterelemen-
ten in v-snaarbe-
huizing Reinigen.
Vervangen.
3 *Vo o r r e m Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
4 *Achterrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
5 *Remslangen Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaat- sing van slang(en) en
klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof Verversen. Elke 2 jaar
7 Achterremblok-
keerkabel Kabellengte controleren.
Stel indien nodig bij.
4000 km (2400 mi) na de
eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke 5000 km (3000 mi)
8 *Achterremblokke-
ring Controleer de werking.
Controleer de rubberen mof.
Controleer de slijtage-indicator.
Stel indien nodig bij.
9 *Wielen Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen.
10 *Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 4 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 62 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
11 *Wiellagers Controleer de lagers op speling
of beschadigingen.
12 *Aandrijfriem Controleer de conditie van de
riem.
Vervang indien beschadigd.
Controleer de riemspanning.
Stel indien nodig bij.
Elke 10000 km (6000 mi)
tot 40000 km (24000 mi), en elke 5000 km (3000 mi) daarna
13 *Aandrijfpoelie en
aandrijfas Smeren.
14 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
15 *Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
16 Scharnieras van
voorremhendel Smeren met siliconenvet.
17 Scharnieras van
achterremhendel Smeren met siliconenvet.
18 Zijstandaard, mid-
denbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
19 *Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
20 *Vo o r v o r k Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
21 *Schokdemperunit Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
22 Motorolie Verversen. (Zie pagina’s 4-6 en
7-10.) Wanneer de indicator olie-
verversing knippert
Controleer het olieniveau en controleer de machine op olie-
lekkage. Elke 5000 km (3000 mi)
23 Oliefilterpatroon Vervangen.
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 5 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 63 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU38263
OPMERKING
Motorluchtfilter en luchtf ilters van V-snaarbehuizing
Het motorluchtfilter op dit model is v oorzien van een geolied papieren filterelement.
Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelemen-
ten van de V-snaarbehuizing moeten vaker worden gereinigd bij rijden in zeer stof-
fige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de rem- vloeistof. Controleer regelmatig de remvlo eistofniveaus en vul de reservoirs indien
nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige on derdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
24 *Koelsysteem Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.
Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
25 *V-snaar Vervangen. Wanneer de indicator V-snaar-
vervanging knippert [elke 20000 km (12500 mi)]
26 *Voor- en achter-
remschakelaar Controleer de werking.
27 Bewegende delen
en kabels Smeren.
28 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabel- huis.
29 *Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 6 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 64 of 108
Periodiek onderhoud en afstelling
7-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU18773
Panelen verwijderen en
aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onderhouds-
werkzaamheden die in dit hoofdstuk wor-
den beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU63780
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclips.
2. Verwijder het paneel door het naar bui- ten te trekken zoals getoond. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclips aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclip.
2. Verwijder het paneel door aan de lin-
ker- en rechterbovenkant te trekken
om deze los te haken, zoals getoond.
1. Paneel A
2. Paneel B
3. Paneel C
1. Paneel D
231
1
1. Drukclip
2. Paneel A
1. Drukclip
2. Paneel B
1
2
1
2
2PW-F-D1.book 7 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分