Page 17 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
kelaars tijdelijk uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel in het voorste of
achterste opbergcompartiment wordt
geplaatst, kan de communicatie tus-
sen de Smart-sleutel en de machine
worden verhinderd. Als de bagage-
ruimte achter wordt vergrendeld terwijl
de Smart-sleutel erin zit, kan het
Smart-sleutelsysteem worden uitge-
schakeld. Draag de Smart-sleutel altijd
bij u.
Als u de machine achterlaat, vergren-
del dan het stuurslot en neem de
Smart-sleutel mee. Aanbevolen wordt
om de Smart-sleutel uit te schakelen.
DAU61643
De Smart-sleutel en
mechanische sleutel gebruiken
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen de
motor kunnen starten en het voer-
tuig kunnen bedienen.
De machine wordt geleverd met één Smart-
sleutel (met een geïntegreerde mechani-
sche sleutel) en één mechanische reserve-
sleutel met een identificatielabel. Bewaar
de mechanische reservesleutel en het label
afzonderlijk van de Smart-sleutel. Als de
Smart-sleutel beschadigd of verloren raakt,
of wanneer de batterij ontladen is, kunt u in
plaats daarvan de mechanische sleutel ge-
bruiken. Het zadel kan worden geopend,
het identificatienummer van het Smart-sleu-
telsysteem kan h andmatig worden inge-
voerd, en de machine kan worden gebruikt.
(Zie pagina 7-37.) We raden u aan om het
identificatienummer te noteren voor
noodgevallen.
Als de Smart-sleutel en het identificatielabel
1. Mechanische sleutel
2. Smart-sleutel
3. Identificatienummerlabel
12 13
2PW-F-D1.book 3 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 18 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
van de mechanische sleutel beide verloren
of beschadigd zijn geraakt en het identifica-
tienummer niet is genoteerd, moet het ge-
hele Smart-sleutelsysteem worden
vervangen.
OPMERKING
Het identificatienummer is ook vermeld op
de Smart-sleutel zelf.
LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel bevat elektronische
precisieonderdelen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om storingen of
schade te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een opbergcompartiment. De
Smart-sleutel kan beschadigd ra-
ken door rijtrillingen of overmatige
hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
buig deze niet en stel deze niet
bloot aan harde schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet onder
in water of andere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
de Smart-sleutel en stel deze niet
bloot aan overmatige druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
omgeving met direct zonlicht, hoge
temperaturen of een hoge vochtig-
heidsgraad.
Probeer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzigen.
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van sterke magnetische velden en
magnetische voorwerpen zoals
sleutelhouders, televisies en com-
puters.
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische medische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in contact
komen met olie, polijstmiddel of
agressieve chemische stoffen. Hier-
door kan de behuizing van de
Smart-sleutel verkleuren of barsten.
OPMERKING
De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
De batterij van de Smart-sleutel kan
ontladen raken, zelfs als deze op af-
stand van het voertuig wordt bewaard
en niet wordt gebruikt.
Als de Smart-sleutel doorlopend radio-
golven ontvangt, zal de batterij van de
Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
Vervang de batterij van de Smart-sleutel als
het controlelampje van het Smart-sleutelsy-
steem ongeveer 20 seconden knippert wan-
neer de machinevoeding wordt
ingeschakeld of wanneer het controlelamp-
je van het Smart-sleutelsysteem niet gaat
branden wanneer op de schakelaar
“ON/OFF” wordt gedrukt. (Zie pagina 3-6.)
Als het Smart-sleutelsysteem niet werkt na
het vervangen van de batterij van de Smart-
sleutel, laat dan een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.
OPMERKING
U kunt maximaal zes Smart-sleutels regi-
streren voor dezelfde machine. Neem voor
1. Identificatienummer
1 1
2PW-F-D1.book 4 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 19 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
extra Smart-sleutels contact op met uw
Yamaha dealer.
DAU61673
Smart-sleutel
Als de Smart-sleutel is ingeschakeld en bin-
nen het bereik wordt gebracht, stelt het
Smart-sleutelsysteem u in staat om het
voertuig te bedienen zonder een mechani-
sche sleutel in te steken.
De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd om de Smart-sleutel in of uit te scha-
kelen de schakelaar “ON/OFF” ongeveer
één seconde ingedrukt. Als de Smart-sleu-
tel is uitgeschakeld kan de machine niet
worden bediend, zelfs niet als de Smart-
sleutel binnen het bereik van de machine
wordt gebracht. Schakel de Smart-sleutel in
en breng deze binnen het bereik van de ma-
chine. (Zie pagina 3-2.)
OPMERKING
Om batterijcapaciteit te sparen, schakelt de
Smart-sleutel zichzelf ongeveer een week
nadat de machine voor het laatst is gebruikt
automatisch uit. Schake l de Smart-sleutel in
alvorens de machine weer te gebruiken.
1. Schakelaar “ON/OFF”
2. Controlelampje Smart-sleutel
1
2
2PW-F-D1.book 5 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 20 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
De mechanische sleutel gebruiken
Druk op de vrijgaveknop op de behuizing
van de Smart-sleutel om de mechanische
sleutel uit te schuiven. Vouw de mechani-
sche sleutel eenvoudigweg terug in de be-
huizing als u klaar bent.
OPMERKING
De mechanische sleutel wordt gebruikt voor
de brandstoftankdop, het voorste opberg-
compartiment en het zadelslot. (Zie pagina
4-14, 4-18 en 7-37.)
DAU61603
De batterij van de Smart-sleutel
vervangen
Vervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert als de machinevoeding
wordt ingeschakeld.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem niet gaat branden wan-
neer u op de schakelaar “ON/OFF”
drukt.
WAARSCHUWING
DWA14724
De batterij en andere verwijderbare
onderdelen kunnen bij inslikken
schadelijk zijn. Houd de batterij en
andere verwijderbare onderdelen
weg van kinderen.
Stel de batterij niet bloot aan direct
zonlicht of andere warmtebronnen.
LET OP
DCA15784
Gebruik een doek wanneer u de be-
huizing van de Smart-sleutel opent
met een schroevendraaier. Bij
rechtstreeks contact met harde
voorwerpen kan de Smart-sleutel
beschadigd of bekrast raken.
Voorkom dat de waterdichte afdich-
ting beschadigd of vervuild raakt.
Raak de interne circuits en aanslui-
tingen niet aan. Hierdoor kunnen
1. Mechanische sleutel
2. Ontgrendelingsknop
12
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
2PW-F-D1.book 6 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 21 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
storingen ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit
op de Smart-sleutel bij het vervan-
gen van de batterij.
Zorg ervoor dat de batterij correct
wordt geplaatst. Controleer de rich-
ting van de positieve/“+” kant van
de batterij.
De batterij van de Smart-sleutel vervan-
gen 1. Open de behuizing van de Smart-sleu-
tel zoals getoond.
2. Verwijder de schakelaarplaat en rege- leenheid uit de behuizing van de
Smart-sleutel.
3. Verwijder het batterijdeksel.
4. Verwijder de batterij.
OPMERKING
Voer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften. 5. Plaats een nieuwe batterij zoals ge- toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.
6. Breng het batterijdeksel aan.
7. Breng de schakelaarplaat en rege- leenheid aan in de behuizing van de
Smart-sleutel.
8. Klik de behuizing van de Smart-sleutel voorzichtig dicht.
1. Accukap
2. Bedieningseenheid
3. Schakelaarplaat
3
1
2
Vereiste batterij:
CR2025
1. Accu
2. Bedieningseenheid
2 1
2PW-F-D1.book 7 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 22 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61633
Machinevoeding inschakelen en
stuurslot loszetten
1. Houd met de Smart-sleutel ingescha- keld en binnen het bereik de schake-
laar “ON/ ” één seconde ingedrukt.
2. Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer twee keer, gaat het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem kort branden en wordt het
stuurslot (indien vergrendeld) automa-
tisch losgezet.
OPMERKING
Als het stuurslot zichzelf niet automa-
tisch kan loszetten, gaat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knipperen. Probeer het stuur voorzich-
tig naar links of rechts te draaien en
druk dan op de schakelaar “ON/ ”.
Als het stuur nog steeds vergrendeld is
en niet wordt losgezet, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem 16 keer en stopt het loszetten
van het stuurslot halverwege. Draai
het stuur voorzichtig naar links en
rechts om het loszetten van het stuur-
slot te vergemak kelijken en druk weer
op de schakelaar “ON/ ”.
LET OP
DCA15825
Als het stuurslot niet kan worden losge-
zet en het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem knippert, laat dan een Yamaha dealer het Smart-sleutelsy-
steem controleren.
3. De machinevoeding wordt ingescha- keld zodra het stuurslot volledig is los-
gezet. Het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem gaat uit en de
multifunctionele meter gaat aan.
4. De motor kan nu worden gestart. (Zie
pagina 6-2.)
1. Schakelaar “ON/ ”
1
2PW-F-D1.book 8 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 23 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61693
De machine uitschakelen
Druk om de machinevoeding uit te schake-
len (en de motor af te zetten als deze draait)
met de Smart-sleutel aan en binnen het be-
reik op de schakelaar “OFF/LOCK”.
Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de
zoemer eenmaal om te bevestigen dat de
machinevoeding is uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel zich niet binnen het be-
reik bevindt of niet met de machine kan
communiceren als u op de schakelaar
“OFF/LOCK” drukt, zal de machine niet
worden uitgeschakeld en zal de zoemer ge-
durende drie seconden klinken (het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem zal
ook knipperen) om u te waarschuwen dat
de machinevoeding niet is uitgeschakeld.
Bevestig de locatie en toestand van de
Smart-sleutel en probeer nogmaals om de
machine uit te schakelen.
OPMERKING
De bestuurder moet de machinevoe-
ding handmatig uitschakelen.
De machinevoeding zal niet automa-
tisch worden uitgeschakeld, zelfs niet
als de Smart-sleutel buiten het bereik
van het Smart-sleu telsysteem wordt
gebracht.
De machinevoeding kan niet worden
uitgeschakeld met de schakelaar
“OFF/LOCK” wanneer de machine
rijdt. Parkeer de machine op een veili-
ge plaats voordat u de voeding uit- schakelt.
Zonder de Smart-sleutel kan de ma-
chinevoeding worden uitgeschakeld
door nogmaals op de schakelaar
“OFF/LOCK” te drukken terwijl het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem knippert.
Zie pagina 7-37 voor meer informatie
over de noodmodus en hoe de machi-
nevoeding kan worden ingeschakeld
zonder de Smart-sleutel.
1. Schakelaar “OFF/LOCK”
1
2PW-F-D1.book 9 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 24 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61612
Het stuur vergrendelen
Parkeer de machine op een veilige plaats
en schakel de machinevoeding uit. Draai
het stuur geheel naar links en houd de
schakelaar “OFF/LOCK ” minstens één se-
conde ingedrukt.
OPMERKING
Als het stuurslot correct vergrendelt,
klinkt de zoemer één keer.
Als het stuurslot niet correct vergren-
delt, klinkt de zoemer gedurende drie
seconden en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem.
Draai het stuur nogmaals geheel naar
links en houd de schakelaar
“OFF/LOCK” weer één seconde inge-
drukt.
WAARSCHUWING
DWA14742
Bedien het stuurslot niet terwijl het voer-
tuig beweegt.
DAU61683
Zadel openen en sluiten
Openen van het zadel 1. Zet de machine op de middenbok.
2. Druk met de Smart-sleutel ingescha- keld en binnen het bereik op de scha-
kelaar “SEAT OPEN/ ”.
3. Het zadelslot zal worden ontgrendeld na verificatie van de Smart-sleutel.
4. Klap het zadel omhoog.
WAARSCHUWING
DWA17941
Bedien de schakelaar “SEAT OPEN/ ”
niet terwijl de machine rijdt.
Sluiten van het zadel
Klap het zadel omlaag en druk dan aan om
te vergrendelen.
OPMERKING
Controleer voordat u wegrijdt of het za-
del goed is gesloten.
In noodgevallen kan het zadel worden
1. Schakelaar “SEAT OPEN/ ”
1
2PW-F-D1.book 10 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分