Page 249 of 340

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
kunnen raken en de banden kunnen explode-
ren.
●
Bij hoge s nelheden en een o
verbeladen wa-
gen kunnen de b
anden heet worden en explo-
deren, waardoor u de controle over de wagen
kunt verliezen.
● Een te lage of te hoge bandenspanning ver-
kort de l
evensduur van de banden, en heeft
een ongunstige uitwerking op het rijgedrag
van de wagen.
● Als de band niet "lek" is en niet noodzake-
lijkerwij
s onmiddellijk vervangen moet wor-
den, rijd dan met lage snelheid naar de
dichtstbijzijnde gespecialiseerde werkplaats
en laat de bandenspanning controleren en
aanpassen. Bandenspanningsindicator
Afb. 228
Deel van de middenconsole: toets
v an b anden
s
panningsindicator. De bandenspanningsindicator vergelijkt met
de ABS-
sen
soren de om
wentelingen en dus
het loopoppervlak van iedere band. Als de af-
rolomtrek van een band verandert, geeft de
bandenspanningsindicator dit in het instru-
mentenpaneel aan. Het loopoppervlak van
een band kan variëren:
● Als de bandenspanning onvoldoende is.
● Als de bandenstructuur beschadigd is.
● Als de wagen onevenwichtig geladen is.
● Als de banden van een as meer last dragen
(bijv. b
ij het rijden met aanhangwagen).
● Als de wagen met sneeuwkettingen rijdt.
● Als het wiel van een as werd vervangen.
De bandens
panningsindicator kan onder
bepaalde omstandigheden vertraagd reage-
ren of niets aanduiden (bijv. bij sportief rij-
den, besneeuwde wegen of onverharde we-
gen).
Bandenspanningsindicator aanpassen
Houd na het wijzigen van de bandenspan-
ning of het verwisselen van een of meerdere
wielen, en bij ingeschakeld contact, de toets
››› afb. 228 van de bandenspanningsindica-
tor ingedrukt tot een akoestisch bevesti-
gingssignaal weerklinkt. Doe dit bijvoorbeeld
ook wanneer u de voor- en achterwielen om-
wisselt ››› afb. 250. Als de wielen een zware lading moeten dra-
gen (rijden met aanhan
gwagen, zware la-
ding), moet u de bandenspanning vergroten
tot de aanbevolen maximum bandenspan-
ning ››› pag. 302. Druk op de toets van de
bandenspanningsindicator om de nieuwe
spanningswaarde te bevestigen. Let op
Wanneer u sneeuwkettingen gebruikt, kan er
een foute aan w
ijzing worden weergegeven
omdat door de kettingen de wielomtrek toe-
neemt. 247
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 250 of 340

Bedienen
Trekhaak voor aanhangwa-
g en en aanh
ang
wagen
Rijden met aanhangwagen Inleiding tot thema Neem de wettelijke voorschriften van elk land
in acht w
anneer u met
aanhangwagen en
trekhaak rijdt.
De wagen is weliswaar hoofdzakelijk voor het
transport van personen en bagage bedoeld,
maar kan ook met de juiste technische uitrus-
ting worden gebruikt om een aanhangwagen
te trekken. Deze extra lading heeft invloed op
de levensduur, het brandstofverbruik en de
prestaties van de wagen, en onder bepaalde
omstandigheden kunnen de service-interval-
len korter op elkaar volgen.
Het rijden met aanhangwagen betekent een
extra inspanning voor de wagen en vereist
meer concentratie van de bestuurder.
Breng bij winterse temperaturen winterban-
den op de wagen en de aanhangwagen aan.
Kogeldruk
De maximum toelaatbare kogeldruk mag niet
meer dan zijn 100 kg (220 pond). Wagens met Start-Stop
Als
de w
agen voorzien is van een eerder in de
SEAT-fabriek ingebouwde trekhaak, wordt de
Start-Stop-functie automatisch gedeactiveerd
wanneer een aanhangwagen aangekoppeld
wordt. Bij trekhaken die niet door SEAT inge-
bouwd zijn, moet de Start-Stop-functie met
de toets op het dashboard handmatig ge-
deactiveerd worden voordat u met de aan-
hangwagen gaat rijden. Houd de functie tij-
dens het rijden op het traject gedeactiveerd
››› .
ATTENTIE
Vervoer nooit personen in de aanhangwagen:
u zet u
w leven op het spel en overtreedt de
wet. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak kan licha-
melijk let sel
en ongevallen tot gevolg heb-
ben.
● Gebruik alleen een trekhaak die in perfecte
staat i
s en correct ingebouwd is.
● Wijzig en repareer de trekhaak niet.
● Om het risico op verwondingen bij botsin-
gen achter
op, en voetgangers en fietsers
wanneer u parkeert, te verminderen, plaats u
de trekhaak naar binnen wanneer u de aan-
hangwagen niet gebruikt.
● Bouw nooit een trekhaak "in die het ge-
wicht
verdeelt" of "de lading gelijkmatig ver- deelt". De wagen is niet geschikt voor dit ty-
pe trekh
ak
en. De trekhaak kan falen en de
aanhangwagen kan van de wagen loskomen. ATTENTIE
Het rijden met aanhangwagen en het trans-
por teren
van zware of grote voorwerpen heeft
invloed op de dynamiek van de wagen, waar-
door ongevallen kunnen ontstaan.
● Maak de lading altijd op de juiste wijze met
onbesch
adigde geschikte touwen of bevesti-
gingsbanden vast.
● Pas de snelheid en de rijstijl aan het zicht,
het wegdek, het
verkeer en de weersomstan-
digheden aan.
● Aanhangwagens met een hoog zwaarte-
punt k
antelen gemakkelijker dan aanhangwa-
gens met een lager zwaartepunt.
● Voorkom bruuske manoeuvres en plotse-
ling remmen.
● Neem v
oorzorgsmaatregelen wanneer u
vooruit rijdt.
● G
a onmiddellijk langzamer rijden als u
merkt dat de aanh
angwagen kantelt.
● Rijd niet harder dan 80 km/u (50 mph)
wanneer u een aanhang
wagen trekt (of 100
km/u (62 mph) in uitzonderlijke gevallen). Dit
geldt ook voor die landen waarin het toege-
staan is om met hogere snelheden te rijden.
Houd u in elk land aan de snelheidslimieten
voor wagens met en zonder aanhangwagen. 248
Page 251 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
●
Probeer in g een g
eval de wagen met aan-
hangwagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren. ATTENTIE
Als u met een aanhangwagen rijdt en een
tr ekh aak
gebruikt die niet door SEAT inge-
bouwd is, dan moet u de Start-Stop-functie
handmatig deactiveren. Als u dat niet doet,
kan er een storing in het remsysteem optre-
den, waardoor een ernstig ongeval veroor-
zaakt kan worden.
● Deactiveer de Start-Stop-functie altijd
handmatig al
s de aanhangwagen op een niet
door SEAT ingebouwde trekhaak aangekop-
peld is. Let op
● Schak el
het alarmsysteem altijd uit voordat
u een aanhangwagen aankoppelt of afkoppelt
››› pag. 123. Doet u dat niet, dan kan de hel-
lingshoeksensor het alarm per ongeluk acti-
veren.
● Rijd met nieuwe motor (gedurende de eer-
ste 1.000 km of 600 mijl) ›
›› pag. 259 niet
met aanhangwagen.
● SEAT raadt aan de stang met kogelkop naar
binnen te kant
elen als u geen aanhangwagen
gebruikt. Als u van achteren aangereden
wordt, kan de schade aan de wagen door de
ingebouwde stang met kogelkop groter zijn.
● Sommige modellen hebben een trekhaak
voor het sl
epen van wagens nodig. Daarom moet de stang met kogelkop van de trekhaak
altijd in de wag
en w
orden meegenomen. Technische voorwaarden
Als uw wagen al
af fabriek met een tr
ekhaak
is geleverd, moet er nog een klembeugel
voor de hulpkoppeling of de handrembreek-
kabel worden gemonteerd. Voor de rest is
reeds aan alle technische en wettelijke eisen
voor het rijden met een aanhangwagen vol-
daan.
Gebruik alleen een goedgekeurde trekhaak
voor het toelaatbare totaalgewicht van de te
transporteren aanhangwagen. De trekhaak
moet geschikt zijn voor de wagen en de aan-
hangwagen, en goed op het chassis van de
wagen zijn bevestigd. Gebruik alleen een
trekhaak met demonteerbare stang met ko-
gelkop. Controleer altijd de aanwijzingen van
de fabrikant van de trekhaak en neem die in
acht. Bouw nooit een trekhaak "in die het ge-
wicht verdeelt" of "de lading gelijkmatig ver-
deelt".
In bumper ingebouwde trekhaak
Bouw nooit een trekhaak of de bevestigings-
punten ervan in de bumper in. Een trekhaak
mag het gedrag van de bumper niet beïn-
vloeden. Wijzig het uitlaat- en het remsys-
teem niet. Controleer regelmatig of de trek-
haak goed ingebouwd is. Koelsysteem van motor
Als
u met
de wagen een aanhangwagen
trekt, moeten de motor en het koelsysteem
harder werken. Het koelsysteem moet vol-
doende koelmiddel bevatten en de toelaat-
bare belasting van het rijden met aanhang-
wagen kunnen weerstaan.
Rem van aanhangwagen
Als de aanhangwagen zijn eigen remsysteem
heeft, dan moet u de geldende wettelijke
voorschriften met betrekking hiertoe in acht
nemen. Het remsysteem van de aanhangwa-
gen mag nooit op het remsysteem van de wa-
gen worden aangesloten.
Kabel van aanhangwagen
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en
de aanhangwagen ››› pag. 252.
Achterlichten van aanhangwagen
De achterlichten van de aanhangwagen moe-
ten aan de daarvoor bestemde normen vol-
doen ››› pag. 252.
Sluit de achterlichten van de aanhangwagen
nooit rechtstreeks aan op het elektrische sys-
teem van de wagen. Als u twijfelt of de elek-
trische aansluiting van de aanhangwagen
goed aangesloten is, neem dan contact op
met een gespecialiseerde werkplaats. SEAT
raadt u aan om een Technische Dienst te
raadplegen. »
249
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 252 of 340

Bedienen
Buitenspiegels
A l
s het
blikveld achter de aanhangwagen
niet met de twee buitenspiegels van de trek-
kende wagen waargenomen kan worden, zijn
buitenspiegels nodig die voldoen aan de
wettelijke bepalingen in elk land. De buiten-
spiegels moeten worden gemonteerd voordat
u gaat rijden en bieden voldoende blikveld
naar achteren.
Elektrisch verbruik van aanhangwagen
Overschrijd de gespecificeerde waarden
nooit:
Geräte (Apparaten)Maximum vermogen
Rem - en achterlicht50 watt
Knipperlichten (elke zijde)54 watt
Remlicht (totaal)84 watt
Achteruitrijlichten (totaal)42 watt
Achterste mistlicht42 watt ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
verkeer de tr
ekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de wagen los-
komt en een ernstig ongeval veroorzaakt. VOORZICHTIG
● Als de ac
hterlichten van de aanhangwagen
niet correct aangesloten zijn, kan de elektro-
nica van de wagen beschadigd raken.
● Als de aanhangwagen teveel stroom ver-
bruikt, kan de elektronic
a van de wagen be-
schadigd raken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hangw
agen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of een andere
voedingsbron. Gebruik alleen geschikte aan-
sluitingen voor de voeding van de aanhang-
wagen. Let op
● Vanw e
ge de hogere belasting van de wagen
bij regelmatig gebruik van een aanhangwa-
gen adviseert SEAT u om in zo'n geval de wa-
gen ook tussen de voorgeschreven onder-
houdsbeurten in te laten onderhouden.
● In sommige landen moet een extra brand-
blusser mee
genomen worden als het gewicht
van de wagen meer dan 2.500 kg bedraagt. Elektrisch ontgrendelbare stang met
k
og
elk op* Afb. 229
Rechts in de bagageruimte: knop
v oor el
ektris
ch kantelen van stang met kogel-
kop van trekhaak. In het kantelbereik van de stang met kogel-
k
op mog
en z
ich geen personen, dieren of
voorwerpen bevinden ››› .
D e s
tan
g met kogelkop van de aanhangwa-
gen bevindt zich in de bumper. De elektrisch
ontgrendelbare stang met kogelkop zit vast,
kan niet uitgebouwd worden.
Stang met kogelkop ontgrendelen en open-
klappen
● Wagen tot stilstand brengen en de elektri-
sche park
eerrem inschakelen.
● Motor afzetten.
● Achterklep openen.
250
Page 253 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
● Knop ››
›
afb
. 229 kort indrukken. De stang
met kogelkop wordt elektrisch ontgrendeld
en kantelt zelfstandig naar buiten; het lamp-
je in de toets gaat knipperen.
● Beweeg de stang met kogelkop tot de
stang hel
emaal vastklikt. Hierna gaat het
controlelampje in de toets branden.
● Achterklep sluiten.
● Voor het aankoppelen van een aanhangwa-
gen de besc
hermdop verwijderen.
● Het controlelampje brandt alleen als de
achterkl
ep geopend is en de aanhangwagen
niet aangekoppeld is.
Stang met kogelkop in oorspronkelijke stand
terugzetten
● Wagen tot stilstand brengen en de elektri-
sche park
eerrem inschakelen.
● Motor afzetten.
● Aanhangwagen loskoppelen en de elektri-
sche v
erbinding tussen de wagen en de aan-
hangwagen losmaken. Indien nodig de voe-
dingsadapter verwijderen.
● Beschermdop op stang met kogelkop plaat-
sen.
● Achterklep openen.
● Knop ››› afb. 229 kort indrukken. De stang
met
kogelkop wordt elektrisch ontgrendeld;
het lampje in de toets gaat knipperen. ●
Steek de st
ang met kogelkop in de bumper
tot de stang vastklikt. Het controlelampje in
de toets gaat vervolgens branden.
● Achterklep sluiten.
Betekeni
s van controlelampje
● Als het controlelampje knippert, bevindt de
st
ang met kogelkop zich nog niet in de eind-
positie; is niet vastgeklikt of is beschadigd
››› .
● Als het controlelampje blijf
t br
anden en de
achterklep geopend is, is de stang met ko-
gelkop correct vastgeklikt, goed neergeklapt,
goed omhooggeklapt.
● Als de achterklep gesloten is, gaat het con-
trolel
ampje uit. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak kan licha-
melijk let sel
en ongevallen tot gevolg heb-
ben.
● Controleer of geen personen, dieren of
voorwerpen in de loopric
hting van de stang
met kogelkop bevinden.
● Druk de knop nooit in als een aanhangwa-
gen aangek
oppeld is, of als een dakdrager-
systeem of ander accessoire boven de stang
met kogelkop ingebouwd is.
● Ga niet met een gereedschap aan de slag
als de s
tang met kogelkop beweegt.
● Rijd nooit met een aanhangwagen als het
control
elampje niet brandt. ●
Als er in het
elektrische systeem of in de
trekhaak een storing optreedt, ga dan naar
een gespecialiseerde werkplaats om de trek-
haak te controleren.
● Als de binnendiameter van de trekhaak
minder dan 49 mm is, ge
bruik dan nooit een
trekhaak. VOORZICHTIG
● Als er iet
s aan de stang met kogelkop be-
vestigd is, bedien de toets dan in geen geval.
● Richt een hogedrukreiniger of stoomdruk-
reiniger niet dir
ect op de stang met kogelkop
of voedingsadapter van de aanhangwagen.
De pakkingen kunnen beschadigd raken of
het smeermiddel kan verwijderd worden. Let op
Het is mogelijk dat bij extreem lage tempera-
turen de tr ek
haak niet ingeschakeld kan wor-
den. In dit geval hoeft u de wagen slechts op
een warmere plek te zetten (bijv. een garage). Fietsenrek op beweegbare stang met
k
og
elk op inbou
wen Als u een fietsenrek op de stang met kogel-
k
op inbou
wt, is
de maximum toelaatbare be-
lasting 75 kg, en de afstand tussen de steu-
nen maximaal 30 cm. De afstand tussen de »
251
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 254 of 340

Bedienen
steunen is de afstand tussen het zwaarte-
p u
nt
van het fietsenrek (met de fietsen) tot
het middelpunt van de stang met kogelkop. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak met inge-
bouwd fietsenr ek
boven de stang met kogel-
kop kan lichamelijk letsel en ongevallen tot
gevolg hebben.
● Overschrijd de aangeduide belasting en af-
stand tu
ssen de steunen nooit.
● Maak het fietsenrek niet onder de trekhaak
op de hals
van de stang met kogelkop vast,
omdat het fietsenrek door de vorm van de
hals van de trekhaak en het fietsenrekmodel
verkeerd vast zou komen te zitten.
● Lees de inbouwinstructies van het fietsen-
rek en v
olg ze op. VOORZICHTIG
Als de aangeduide maximum toelaatbare la-
ding of de af s
tand tussen de steunen over-
schreden wordt, kan dit leiden tot aanzienlij-
ke schade aan de wagen.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. Aanhangwagen aankoppelen en aan-
s
luit
en Afb. 230
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen
van het
stopcontact van de
aanhangwagen.
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
230:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Aarding, pinnen 1 tot 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
230:
PinBetekenis
10Positieve laadkabel
11Zonder functie
12Zonder functie
13Aarding, pinnen 9 tot 13 Stopcontact van aanhangwagen
Voor de elektri
s
che verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polig stopcontact. Met draaien-
de motor ontvangen de verbruikers van de
aanhangwagen spanning via de elektrische
aansluiting (pin 9 en pin 10 van het stopcon-
tact voor de aanhangwagen).
Indien het systeem vaststelt dat een aan-
hangwagen elektrisch is aangesloten, ont-
vangen de verbruikers van de aanhangwagen
spanning via de elektrische aansluiting (pin
9 en pin 10). Pin 9 is continu plus. De bin-
nenverlichting van de aanhangwagen kan er
bijvoorbeeld mee worden gevoed. De verbrui-
kers zoals bijvoorbeeld de koelkast van een
caravan ontvangen enkel spanning indien de
motor draait (via pin 10).
De massakabels, pin 3 en pin 13, mogen niet
met elkaar verbonden worden om het elek-
trisch systeem niet te overbelasten.
252
Page 255 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Wanneer de aanhangwagen een 7-po lig
e s t
e-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Kabel van aanhangwagen
Bevestig de kabel van de aanhangwagen al-
tijd correct op de trekkende wagen. Laat
daarbij altijd de kabel van de aanhangwagen
een beetje doorhangen voor de bochten.
Houd er echter wel rekening mee dat de ka-
bel tijdens het rijden de grond niet mag ra-
ken.
Achterlichten van aanhangwagen
Zorg ervoor dat de achterlichten van de aan-
hangwagen correct functioneren en aan de
geldende wettelijke voorschriften voldoen.
Zorg ervoor dat de aanhangwagen niet meer
dan het maximum toelaatbare vermogen ver-
bruikt ››› pag. 250.
Op alarmsysteem aangesloten aanhangwa-
gen: ● Als de wagen in de fabriek uitgerust is met
een alarmsyst
eem en een trekhaak.
● Als de aanhangwagen via de steker op
elektrisc
he wijze op de wagen aangesloten
is.
● Als het elektrische systeem van de wagen
en de aanhang w
agen correct werken, zonder
storingen en niet beschadigd zijn. ●
Als de w
agen met de wagensleutel vergren-
deld is en het alarmsysteem ingeschakeld is.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
geactiveerd wanneer de elektrische verbin-
ding tussen de wagen en de aanhangwagen
onderbroken wordt.
Schakel voor het aan- of loskoppelen van de
aanhangwagen altijd eerst het alarm uit.
Doet u dat niet, dan kan de hellingshoeksen-
sor het alarm per ongeluk activeren.
Aanhangwagens met led-achterlichten
Om technische redenen kunnen aanhangwa-
gens met led-achterlichten niet in het alarm-
systeem opgenomen worden.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
niet geactiveerd wanneer de elektrische ver-
binding met de aanhangwagen onderbroken
wordt, indien die led-achterlichten heeft. ATTENTIE
Als de elektrische kabels fout of niet goed
zijn aang e
sloten, is het mogelijk dat de aan-
hangwagen stroom geleverd krijgt. Hierdoor
kan er een storing in de elektronica van de
wagen optreden die tot een ernstig ongeval
kan leiden.
● Alle werkzaamheden aan het elektrisch
systeem moet
en uitsluitend in een gespecia-
liseerde werkplaats uitgevoerd worden. ●
Sluit het el ektri
sche systeem van de aan-
hangwagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of een andere
voedingsbron. VOORZICHTIG
Laat de aanhangwagen niet aan de wagen
aan gekop
peld zitten als u de aanhangwagen
met behulp van het hulpwiel of de steunen
geparkeerd hebt. Als u bijvoorbeeld de lading
verandert of een lekke band hebt, gaat de wa-
gen omhoog of omlaag. De kracht die op de
trekhaak en de aanhangwagen uitgeoefend
wordt, kan de wagen of de aanhangwagen be-
schadigen. Let op
● Als er een s
toring in het elektrische sys-
teem van de wagen of de aanhangwagen op-
treedt en als het alarmsysteem problemen
heeft, laat het systeem dan door een gespeci-
aliseerde werkplaats nakijken.
● Als de accessoires van de aanhangwagen
bij uitgez
ette motor energie van het stopcon-
tact gebruiken, wordt de accu ontladen.
● Om technische redenen kunnen aanhang-
wagens
met LED-achterlichten niet in het
alarmsysteem geïntegreerd worden.
● Als de wagenaccu bijna leeg is, wordt de
elektrisc
he aansluiting met de aanhangwa-
gen automatisch onderbroken. » 253
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 256 of 340

Bedienen
●
De elektri s
che apparaten van de aanhang-
wagen ontvangen bij draaiende motor voe-
ding. Aanhangwagen beladen
Lijnstrekkingsbelasting/kogeldruk
De lijns
tr
ekkingsbelasting is de belasting die
de wagen kan trekken ››› . De kogeldruk is
de druk die in v er
ticale stand van bovenaf op
de stang met kogelkop van de trekhaak voor
de aanhangwagen wordt uitgeoefend ››› pag.
257.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de kogeldruk op het typeplaatje van de
trekhaak zijn slechts testwaarden in het ap-
paraat. De voor de wagen geldende waarden
die vaak onder deze waarden liggen, vindt u
in uw wagenpapieren. U moet altijd uitgaan
van de gegevens uit de officiële wagendocu-
mentatie.
Voor een goede verkeersveiligheid raad SEAT
aan altijd te profiteren van de maximum toe-
laatbare kogeldruk. Een te geringe kogeldruk
kan het rijgedrag van de wagen met aan-
hangwagen negatief beïnvloeden.
Door de kogeldruk neemt het gewicht op de
achteras toe, waardoor de nuttige last van de
wagen vermindert. Gewicht van de combinatie
Het trein
g
ewicht is het gewicht van de bela-
den wagen samen met de beladen aanhang-
wagen.
Aanhangwagen beladen
De wagen en de aanhangwagen samen moe-
ten evenwichtig beladen zijn. Profiteer van de
maximum toelaatbare kogeldruk en overbe-
last het voorste noch het achterste gedeelte
van de aanhangwagen:
● Verdeel de lading in de aanhangwagen zo-
danig dat
zware voorwerpen zo dicht moge-
lijk bij of boven de as liggen.
● Maak de lading in de aanhangwagen cor-
rect v
ast.
Bandenspanning
Pomp de bandenspanning van de aanhang-
wagen volgens de aanbevelingen van de
aanhangwagenfabrikant op.
Pomp de banden van de trekkende wagen op
tot de maximum toelaatbare druk ››› pag.
302. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op de as-
sen, de kogel druk
of het totale gewicht van
de trekkende wagen/aanhangwagen over-
schreden wordt, kan dit leiden tot een ernstig
ongeval. ●
Overs c
hrijd de aangeduide waarden nooit.
● Bij het huidige gewicht op de voor- en ach-
teras
mag de lading nooit de maximum toe-
laatbare lading op de assen overschrijden.
Het gewicht op het voorste en achterste ge-
deelte mag het maximum toelaatbare totaal-
gewicht van de wagen nooit overschrijden. ATTENTIE
Als de lading schuift, heeft dat aanzienlijk
v eel in vloed op de s
tabiliteit en veiligheid
van de wagen/aanhangwagen en kan dit tot
een ernstig ongeval leiden.
● Belaad de aanhangwagen altijd correct.
● Maak de lading altijd met onbeschadigde
gesc
hikte touwen of bevestigingsbanden
vast. Rijden met aanhangwagen
Koplampen verstellen
A
l
s u een aanh
angwagen trekt, is het moge-
lijk dat de voorkant van de wagen omhoog
komt en het dimlicht andere bestuurders ver-
blindt. Verlaag de lichtbundel daarom met de
lichtbundel-hoogteverstelling. Als de wagen
niet is uitgerust met lichtbundel-hoogtever-
stelling, laat de koplampen dan door een ge-
specialiseerde werkplaats afstellen. Wagens
met gasontladingslampen passen zich auto-
matisch aan waardoor ze niet gewijzigd hoe-
ven te worden.
254