
Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 214
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 223
Achteruitrijcamera* (Rear View Camera) . . . . . . 227
Afstandsregeling* (Snelheidsregelsysteem -
GRA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
231
Rij str
ookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 233
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
V
erkeerstekenherkenning (Sign Assist)* . . . . . 240
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze te nemen)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 244
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 245
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Rijden met aanhan
gwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Accessoires, onderdelen vervangen en wijzi-
gingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
V
erzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Ver
zorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Gebruik
ersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Selectieve Katalytische Reductie* (AdBlue) . . . 283
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
286
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 297
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Relevante informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
4

De essentie
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-systeem.›››
pag.
283
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag.
278
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag.
233 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
135
Alarmlichten aan.››› pag.
84
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag.
202
Remmen
››› pag.
197
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag.
231
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag.
233
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag.
135
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag.
192
Service-intervalindicatie.›››
pag.
108
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
brochu-
re Radio
of ››› bro-
chure Na-
vigatiesys-
teem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend
beschikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag.
107
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 110
››› pag. 110 Versnellingshendel
Handg e
sc
hakelde versnellingsbak Afb. 48
Schakelschema van handgeschakelde
6- v
er s
nellingsbak. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er s
nellingen aangeduid ››› afb. 48.
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Zet
de versnellingshendel in de gewenste
stand.
● Laat het
koppelingspedaal los.
Achteruit
versnelling inschakelen
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Druk de
versnellingshendel in neutrale
stand oml
aag, beweeg hem dan helemaal
naar links en daarna naar voren om de ach-
teruitversnelling ››› afb. 48 R te selecteren.
34

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Rijstrookassistent (Lane As-
s i
s t)*
In
leiding tot thema ATTENTIE
De intelligente techniek in de rijstrookassis-
tent (Lane As s
ist) kan de natuurkundig en
door het systeem zelf bepaalde grenzen niet
overwinnen. Het onachtzame of ongecontro-
leerde gebruik van de rijstrookassistent kan
ernstig letsel en ongevallen veroorzaken. On-
danks het systeem moet de bestuurder te al-
len tijde opmerkzaam blijven.
● Pas de snelheid aan en houd een veilige af-
stand aan tot
uw voorliggers afhankelijk van
het zicht, het klimaat, het wegdek en het ver-
keer.
● Houd altijd de handen aan het stuur.
● De rijstrookassistent registreert niet alle
wegdekmark
eringen. Onder bepaalde om-
standigheden kan de rijstrookassistent een
slechte toestand van het wegdek, construc-
ties op het wegdek of bepaalde objecten on-
bedoeld aanzien voor wegdekmarkeringen. In
dergelijke situaties moet u de rijstrookassis-
tent onmiddellijk uitschakelen.
● Let op de aanwijzingen op het display van
het instrument
enpaneel en volg ze op.
● Let altijd goed op de omgeving van de auto. Let op
De rijstrookassistent is exclusief ontwikkeld
voor rijden op asf a
ltwegen. Let op
Als de rijstrookassistent niet werkt zoals be-
schr ev
en is in dit hoofdstuk, moet dit sys-
teem uitgeschakeld worden en moet u naar
een gespecialiseerde werkplaats gaan. Let op
Ga bij storingen in het systeem naar een ge-
speci a
liseerde werkplaats om het systeem te
laten nakijken. Controlelampjes
Knippert of gaat geel branden
Rijstrookassis-
tent (Lane As-
sist) ingescha-
keld, maar niet
actief.Het systeem kan de rijstrook niet
duidelijk registreren. Zie
pag. 234,
De rijstrookassistent is niet actief
(controlelampje licht geel op) .
Knippert of gaat groen bran-
den
Rijstrookassistent (Lane Assist) ingeschakeld en actief.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
g
aan sommig
e contr
ole- en waarschuwings- lampjes enkele seconden aan terwijl ze een
werking
scontrole uitvoeren. Na enkele secon-
den gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ››› in Controle- en
waars c
huwingslampjes op pag. 110 in acht
nemen. Werkwijze
Afb. 219
Op de voorruit: Zichtveld van de ca-
mer a
van de rij
strookassistent. Met behulp van de camera in de voorruit regi-
s
tr
eer t
de rijstrookassistent de grenslijnen
van een rijstrook. Als de auto onwillekeurig
een waargenomen grenslijn nadert, meldt
het systeem dit aan de bestuurder via een
waarschuwing in de vorm van stuurvibraties .
Deze stuurvibraties kunnen altijd worden op-
geheven door het stuurwiel te draaien. »
233
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Bedienen
Als een van de richtingaanwijzers wordt aan-
g ez
et, w or
dt geen waarschuwing gegeven,
omdat het systeem dan weet dat de bestuur-
der bewust van rijstrook gaat wisselen.
Stuurvibraties
In de volgende situaties treden stuurvibraties
op als waarschuwing en moet de bestuurder
actief sturen:
● Als de grenswaarden van het systeem be-
reikt wor
den.
● Als het maximale stuurmoment tijdens de
waarsc
huwing onvoldoende is om de wagen
binnen de rijstrook te houden.
● Als tijdens de waarschuwing het systeem
de rijstrook
niet meer registreert.
Rijstrookassistent in- en uitschakelen
● Selecteer de juiste optie in het menu via de
toets v
an de hulpsystemen voor de bestuur-
der ›››
pag. 26.
● OF: activeer of deactiveer het systeem in
het menu Instellingen , submenu
As-
sistent , menu Lane Assist ›››
pag.
26. Het "bevestigingsteken" geeft aan dat
het hulpsysteem voor de bestuurder inge-
schakeld is.
Automatisch uitschakelen: de rijstrookassis-
tent kan automatisch uitgeschakeld worden
als een storing is opgetreden in het systeem.
Het controlelampje gaat uit. De rijstrookassistent is niet actief (controle-
lampje lic
ht geel op)
● Als de rijsnelheid daalt tot onder ca.
65 km/u (40 mph).
● Als de rijstrookassistent de grenslijnen van
de rijstrook
niet registreert, bijvoorbeeld bij
wegwerkzaamheden, sneeuw, vuil, vocht of
tegenlicht.
● Als de straal van een bocht te klein is.
● Als er geen grenslijn aanwezig is.
● Als de afstand t.o.v. de volgende grenslijn
te groot i
s.
● Als er meer dan twee wegdekmarkeringen
per rijstrook
aanwezig zijn.
● Als het ASR is uitgeschakeld.
● Als het systeem langere tijd geen actief
draaien van het
stuurwiel door de bestuurder
registreert.
● Tijdelijk bij zeer dynamisch rijden.
● Als een richtingaanwijzer aan staat. Let op
● Contro l
eer voordat u begint te rijden of het
zichtveld van de camera niet geblokkeerd is
››› afb. 219.
● Houd het zichtveld van de camera altijd
schoon. Rijstrookassistent in de volgende si-
t
uatie
s uit
schakelen In de volgende situaties moet u de rijstroo-
kas
s
istent uitschakelen wegens de techni-
sche grenzen van het systeem:
● Als de bestuurder goed moet opletten.
● Bij zeer sportief rijden.
● Bij slechte weersomstandigheden.
● Op een slecht wegdek.
● Bij wegwerkzaamheden. 234

Bedienen
Knippert
Er is een voertuig gedetecteerd in de dode hoek en
daarnaast is het knipperlicht bediend in de richting van
dat voertuig
›››
.
In wagens die ook zijn uitgerust met de rijstrookassis-
tent (Lane Assist) ››› pag. 233, wordt de bestuurder ook
bij het niet bedienen van het knipperlicht gewaar-
schuwd indien hij/zij de rijstrook verlaat. Is er geen indicatie door het controlelampje
in de buiten
s
piegel, betekent dit dat de do-
dehoekhulp op dat moment geen enkel voer-
tuig detecteert in de omgeving van de wagen
››› in Inleiding tot thema op pag. 235.
W anneer de rij
verlic
hting is ingeschakeld,
wordt de intensiteit waarmee de controle-
lampjes gaan branden in de buitenspiegels
verminderd (nachtmodus). ATTENTIE
Als u de brandende waarschuwingslampjes
en de over een
stemmende berichten negeert,
kan de wagen midden in het verkeer tot stil-
stand komen en kunnen zich ongevallen of
ernstige letsels voordoen.
● De waarschuwingslampjes en de berichten
nooit neger
en.
● De noodzakelijke handelingen uitvoeren. VOORZICHTIG
Het negeren van brandende controlelampjes
en de over een
stemmende berichten kan scha-
de aan de wagen tot gevolg hebben. Dodehoekhulp (BSD)
Afb. 220
In de buitenspiegels: indicatie van
de dodehoek hu
lp. Afb. 221
Achteraanzicht van de wagen: zones
van de ra d
arsensoren. De dodehoekhulp bewaakt de zones aan de
z
ijk
ant en en ac
hterkant van de wagen met
behulp van radarsensoren. Daarvoor meet
het systeem de afstand en het snelheidsver-
schil ten opzichte van andere voertuigen. De
dodehoekhulp werkt niet bij snelheden on-
der ca. 15 km/u (9 mph). Het systeem infor-
meert de bestuurder via optische signalen in
de buitenspiegels.
Indicatie in de buitenspiegel
Het controlelampje (uitvergrote afbeelding)
informeert in de overeenkomstige buiten-
spiegel ››› afb. 220 over de verkeerssituatie
achter de wagen indien die kritisch geacht
wordt. Het controlelampje van de linker bui-
tenspiegel A informeert over de verkeerssi-
tuatie aan de linkerzijde van de wagen, het
controlelampje van de rechter buitenspiegel
B over de situatie aan de rechterzijde.
236

Trefwoordenlijst
dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . 244
El ektr
onis
ch beheer van het aandrijfkoppel
(XDS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
launch-control-programma . . . . . . . . . . . . . . . 207
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
park Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
rear View Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
remkrachtassistent (BAS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
sign Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 240
vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 243
I Inbouwen trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 256
Inbraakbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Informatieoproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Informatiesysteem SEAT structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Ingang USB/AUX-IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 172
In geval van nood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223 automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 227
in- of uitschakelen (parkeerplaats verlaten) . . 226
in- of uitschakelen (parkeren) . . . . . . . . . . . . . 225
ingrijpen van remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
parkeerplaats verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
voorbereiding
en voor parkeren . . . . . . . . . . . . 225
Inrijden banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
nieuwe motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Instellingen rugleuning van de bijrijdersstoel naar vorenklappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Instelling van de stoelen stoelen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 105 controle- en waarschuwingslampjes . . . . 33, 110
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 110
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Interieurbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
afstandsbediening: de batterij vervangen . . . 188
automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 280
bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187, 190
gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
J Jerrycan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Juiste houding
bestuur der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
K
Kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 249, 253
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 211
Storing in de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 120
keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Kilometerteller dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderstoel Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 bevestigingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
geïntegreerd kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
gewichtscategorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 80
met veiligheidsgordel bevestigen . . . . . . . . . . . 22
op de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
op de bijrijdersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
regelgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
uitschakelen van de voorairbag van de bijrijder . . .75
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 20, 77
vervoer van kinderen in de wagen . . . . . . . . . . 78
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 voorairbag van de bijrijder buiten werkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Klep van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
328

Trefwoordenlijst
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 136
K oel
sys
teem
koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
koelvloeistofpeil controleren . . . . . . . . . . . . . . 292
Koelvloeistof van de motor G12 plus-plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 294
G13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 294
specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 294
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Kompas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Koplampen koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46, 84, 86 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
L Lak code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Lampen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
voorbumper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
zie "Lampen vervangen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Lekke band wat te doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Lichtbundelhoogteverstelling . . . . . . . . . . . . . . . 140
Lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 135 alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
antimistlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
automatische rijlichtregeling . . . . . . . . . . . . . . 136
bediening van de lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 coming home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
control
e- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 135
dagrijlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
draailicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 135, 137
grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
leaving home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
parkeerlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Lichten aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Lichten uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Looprichtinggebonden banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
M
Make-upspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Massage van lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Middenarmsteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Milieu milieuvriendelijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Milieu-advies tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
Milieubewust zuinig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Mobiele telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 262 gebruiken zonder buitenantenne . . . . . . . . . . 263 Motor
geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
hu
lp bij het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Motorcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motor en contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192 12 V stopcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
motor afzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193, 195
motor starten met Keyless Access . . . . . . . . . . 194
niet-geautoriseerde autosleutel . . . . . . . . . . . 193
voorverwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
wegrijblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 286 openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 293
G12 plus-plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
G13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
peil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292, 294
temperatuurmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
vulopening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Motormanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 289 bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 289
eigenschappen van de olie . . . . . . . . . . . . . . . . 41
motoroliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . 290
oliepeilstok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
verbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290, 291
Motorregeling controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
329