Gerelateerde video's
Park Assist››› pag. 223 Dodehoekhulp (BSD)››› pag. 235
Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 214
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 223
Achteruitrijcamera* (Rear View Camera) . . . . . . 227
Afstandsregeling* (Snelheidsregelsysteem -
GRA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
231
Rij str
ookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 233
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
V
erkeerstekenherkenning (Sign Assist)* . . . . . 240
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze te nemen)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 244
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 245
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Rijden met aanhan
gwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Accessoires, onderdelen vervangen en wijzi-
gingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
V
erzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Ver
zorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Gebruik
ersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Selectieve Katalytische Reductie* (AdBlue) . . . 283
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
286
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 297
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Relevante informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
4
Lichten en zicht
Lichten en zicht
Lic ht
en
C ontr
olelampjes
Springt aan
Rijlicht geheel of ge-
deeltelijk defect.
Vervang het betreffende lampje
››› pag. 94.
Als alle lampjes correct zijn,
wendt u zich dan tot een gespe-
cialiseerde werkplaats, indien
nodig.
Storing van de boch-
tenverlichting.››› pag. 137.
Knippert
Storing in het sys-
teem van de bochten-
verlichting.Raadpleeg een gespecialiseer-
de werkplaats
››› pag. 136.
Springt aan
Mistachterlicht aan.›››
pag. 24.
Springt aan
Mistlampen aan.›››
pag. 24.
Springt aan
Linker of rechter
knipperlicht.
Het controlelampje
knippert twee keer zo
snel wanneer er een
storing in een van de
knipperlichten van
de wagen of de aan-
hangwagen is.
Controleer, indien nodig, de
verlichting van de wagen en
van de aanhangwagen.
Springt aan
Grootlicht aan of
grootlichtsignaal in
werking gesteld.›››
pag. 136.
Springt aan
Grootlichtregeling
(Light Assist) inge-
schakeld.›››
pag. 136. Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
g
aan sommig
e contr
ole- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden aan terwijl ze een
werkingscontrole uitvoeren. Na enkele secon-
den gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ››› in Controle- en
waars c
huwingslampjes op pag. 110 in acht
nemen. Lichten in- en uitschakelen
Lees aandachtig de aanvullende informatie
›››
p
ag. 24
De bestaande wettelijke verlichtingsvoor-
schriften voor elk land moeten in acht wor-
den genomen.
De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor
de juiste afstelling van de koplampen en het
voeren van de juiste verlichting.
Bij wagens die standaard met een trekhaak
zijn uitgerust: als de aanhangwagen elek-
trisch aangesloten is en voorzien is van een
mistachterlicht, wordt dit bij de wagen auto-
matisch uitgeschakeld.
Geluidssignalen om te waarschuwen dat de
lichten niet uit zijn
Wanneer de autosleutel niet in het contact-
slot zit en het bestuurdersportier open is,
hoort u enkele geluidssignalen in de onder-
staande gevallen: hierdoor wordt u eraan
herinnerd dat de lichten nog uitgezet moeten
worden.
● Wanneer het parkeerlicht ingeschakeld is
›››
p
ag. 136.
● Als de lichtschakelaar in stand staat.»
135
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Rijden
Elektronische wegrijblokkering De wegrijblokkering voorkomt dat de motor
met een niet-g
e
autoriseerde sleutel kan wor-
den aangezet en de wagen in beweging kan
worden gebracht.
In de sleutel zit een microchip die de elektro-
nische wegrijblokkering automatisch uitscha-
kelt als de sleutel in het contactslot wordt ge-
stoken.
Zodra u de sleutel uit het contact neemt,
wordt de elektronische wegrijblokkering au-
tomatisch weer geactiveerd. Bij wagens met
het Keyless Access-systeem moet de auto-
sleutel zich buiten de wagen bevinden
››› pag. 120.
Daarom kan de motor alleen met een passen-
de, gecodeerde en originele SEAT-sleutel
worden gestart. De gecodeerde sleutels zijn
verkrijgbaar bij Technische Diensten ›››
pag.
115.
Als u een niet-geautoriseerde sleutel ge-
bruikt, wordt op het display van het instru-
mentenpaneel het bericht SAFE of Wegrij-
blokkering actief weergegeven. De wa-
gen kan dan niet worden gestart. Let op
Een goede werking van de wagen kan alleen
gewaarbor gd w
orden met originele SEAT-
sleutels. Remmen en parkeren
In l
eidin g t
ot thema De remhulpsystemen zijn het antiblokkeer-
sys t
eem (ABS), de remkrachtassistent (BAS),
de elektronische differentieelvergrendeling
(EDS), de antislipregeling (ASR) en de Elek-
tronische Stabiliserings Controle (ESC). ATTENTIE
Als u met versleten remblokken of met storin-
gen in het r emsy
steem rijdt, kunt u een ern-
stig ongeval veroorzaken.
● Als de gaat branden, apart of in combi-
natie met een beric
ht op het display van het
instrumentenpaneel, ga dan onmiddellijk
naar een gespecialiseerde werkplaats om de
remblokken te controleren en eventuele ver-
sleten remblokken te vervangen. ATTENTIE
Als u de wagen op de verkeerde manier par-
keert, k an dit
tot ernstig letsel leiden.
● Trek de sleutel nooit uit het contactslot zo-
lang de wag
en nog in beweging is. De stuur-
kolom kan worden vergrendeld waarna het
stuurwiel niet meer gedraaid en de wagen
niet meer bestuurd kan worden.
● Parkeer de wagen zo dat geen enkel onder-
deel van het
uitlaatsysteem in contact kan
komen met brandbare materialen (zoals hout, bladeren, droog gras, gemorste brandstof
enz.).
●
Telk en
s wanneer u de wagen stilzet of par-
keert, moet u de el
ektronische parkeerrem in-
schakelen.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen achter in de w
agen. Zij kunnen de elek-
tronische parkeerrem uitschakelen, de keuze-
hendel of de versnellingshendel bedienen en
de wagen in beweging zetten. Dit kan ernsti-
ge ongevallen tot gevolg hebben.
● Neem telkens wanneer u de wagen verlaat
alle s
leutels mee. Iemand zou de motor kun-
nen aanzetten en elektrische uitrustingen,
zoals bijv. de ruiten, kunnen bedienen. Dit
kan tot ernstig letsel leiden.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen in de wagen ac
hter. Zij zijn in een nood-
geval niet in staat de wagen zelfstandig te
verlaten of zichzelf te redden. In een afgeslo-
ten wagen kan het bijvoorbeeld, afhankelijk
van het jaargetijde, zo extreem warm of koud
worden dat dit, vooral bij kleine kinderen, tot
ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood kan lei-
den. VOORZICHTIG
● Wees e
xtra voorzichtig op plaatsen met een
verhoogde stoeprand of vaste afsluitingen.
Voorwerpen die uitsteken uit de grond kun-
nen de bumper en andere delen van de wagen
tijdens het manoeuvreren beschadigen. Stop
voordat de wielen de stoeprand of afsluiting
raken om schade te voorkomen. » 197
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Werking Start-Stop* Afb. 207
Deel van de middenconsole: toets
v oor
Star
t-Stop-functie. Het Start-Stopsysteem is geactiveerd, de mo-
t
or w
ordt
automatisch afgezet als de wagen
stilstaat. De motor wordt indien nodig auto-
matisch gestart.
Elke keer dat u het contact inschakelt, wordt
de functie automatisch ingeschakeld. Op het
display van het instrumentenpaneel wordt
actuele informatie weergegeven over de sta-
tus.
Wagens met schakelbak
● Zet wanneer de wagen is stilgezet de ver-
snelling
shendel in de neutrale stand en laat
het koppelingspedaal los. De motor gaat uit.
● Trap het koppelingspedaal in om de motor
opnieuw te st
arten. Wagens met automatische versnellingsbak
●
Trap wanneer de wagen is stilgezet het
rempedaal in en houd het
rempedaal inge-
trapt. De motor gaat uit.
● Haal uw voet van het rempedaal om de mo-
tor opnieuw te s
tarten.
● Als de keuzehendel in de stand P staat,
st
art de motor pas als er geen rijstand inge-
schakeld is of het gaspedaal ingetrapt wordt.
Belangrijke voorwaarden voor automatisch
uitschakelen van motor
● De bestuurder moet de veiligheidsgordel
omgeg
espt hebben.
● Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
● De motorkap is gesloten.
● De in de fabriek ingebouwde trekhaak is
niet elektris
ch op een aanhangwagen aange-
sloten.
● Er is sprake van een minimale motortempe-
ratuur.
● Het
stuurwiel mag niet verder van 270° ver-
draaid worden.
● D
e wagen is na de laatste stop verplaatst.
● Bij wagens met Climatronic: de tempera-
tuur in het interieur bev
indt zich in het vooraf
ingestelde temperatuurbereik.
● Er is geen hele hoge of hele lage tempera-
tuur ing e
steld. ●
De ontwa semin
gsfunctie van de aircondi-
tioning is niet ingeschakeld.
● Bij wagens met Climatronic: de ventilator is
niet bij een hoge s
nelheid handmatig inge-
steld.
● De ladingstoestand van de wagenaccu is
voldoende.
● D
e temperatuur van de wagenaccu is niet
te laag of t
e hoog.
● De wagen bevindt zich niet op een steile
helling.
● De
voorwielen zijn niet te veel gedraaid.
● De voorruitverwarming is niet uitgescha-
keld.
● De ac
hteruitversnelling is niet geschakeld.
● Het inparkeersysteem (Park Assist) is niet
inges
chakeld.
Voorwaarden voor automatisch opnieuw
starten
De motor wordt automatisch gestart als aan
de volgende voorwaarden wordt voldaan:
● Als het interieur te warm of te koud wordt.
● Als de wagen in beweging wordt gezet.
● Als de spanning van de wagenaccu af-
neemt. »
219
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Bedienen
Bediening van de dodehoekhulp
(BSD) met uitp
arkeerhu
lp (RTA)De dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA) in- en uit
s
chakelen
De dodehoekhulp met uitparkeerhulp kan
worden in- en uitgeschakeld in het menu "As-
sistenten" van het SEAT-infotainmentsysteem
of, naargelang de uitrusting, door middel van
de toets van de hulpsystemen op de groot-
lichthendel.
Menu Assistenten openen.
● Dodehoekhulp (BSD)
● Uitp
arkeerhulp
Indien het sel
ectievakje van het instrumen-
tenpaneel aangevinkt is , wordt de functie
automatisch geactiveerd wanneer het contact
wordt ingeschakeld.
Zodra de dodehoekhulp klaar is voor werk-
ing, gaat de indicatie in de buitenspiegels bij
wijze van bevestiging kort branden.
Het controlelampje van het instrumentenpa-
neel geeft de staat van het systeem aan.
De laatst uitgevoerde instelling van het sys-
teem blijft actief wanneer het contact op-
nieuw wordt ingeschakeld.
Indien de dodehoekhulp automatisch werd
gedeactiveerd, kan het systeem enkel op-
nieuw worden geactiveerd na het uitschake-
len en weer inschakelen van het contact. Automatisch uitschakelen van de dodehoek-
hulp (BSD)
De r
a
darsensoren van de dodehoekhulp met
uitparkeerhulp worden o.m. automatisch uit-
geschakeld wanneer wordt gedetecteerd dat
een van de sensoren permanent is afgedekt.
Dit kan bijv. het geval zijn indien er voor de
sensoren een laag sneeuw of ijs is.
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt een bericht
Rijden met aanhangwagen
De dodehoekhulp en uitparkeerhulp worden
automatisch uitgeschakeld en kunnen niet
weer worden ingeschakeld indien de in de fa-
briek gemonteerde trekhaak elektrisch is
aangesloten op een aanhangwagen of verge-
lijkbaar systeem.
Zodra de bestuurder begint te rijden met een
elektrisch aangesloten aanhangwagen, ver-
schijnt er een bericht op het scherm van het
instrumentenpaneel waarin wordt aangege-
ven dat de dodehoekhulp en uitparkeerhulp
zijn uitgeschakeld. Indien de bestuurder de
dodehoekhulp en uitparkeerhulp wenst te
gebruiken na het loskoppelen van de aan-
hangwagen, moeten deze systemen opnieuw
worden geactiveerd in het overeenkomstige
menu.
Is de trekhaak niet gemonteerd in de fabriek,
dan moeten de dodehoekhulp en uitparkeer- hulp handmatig worden gedeactiveerd wan-
neer met aanhang
wagen wordt gereden.
Verkeerstekenherkenning
(Sign Assis
t)*
Inleiding tot thema De verkeersborddetectie kan de bestuurder
helpen met inform
atie o
ver bijvoorbeeld
snelheidsbeperkingen of een inhaalverbod.
Verkeersborden en aanvullende informatie
die worden geregistreerd door het systeem,
worden op het display van het instrumenten-
paneel weergegeven en op de kaart van het
navigatiesysteem.
Toepassingsgebied:
Verkeersborddetectie wordt ondersteund in
de volgende landen:
Andorra, België, Denemarken, Duitsland, Fin-
land, Frankrijk, Ierland, Italië, Liechtenstein,
Luxemburg, Monaco, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, San Marino, Zwe-
den, Zwitserland, Spanje, Zweden, Zwitser-
land, Spanje, Tsjechische Republiek, Vere-
nigd Koninkrijk, Vaticaanstad.
240
Trefwoordenlijst
Connectoren st
orin g
en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 zie "Motor en contact" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 niet-geautoriseerde autosleutel . . . . . . . . . . . 193
uittrekblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Controle- en waarschuwingslampjes ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
adBlue . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
bandenspanningsindicator . . . . . . . . . . . . . . . 246
brandstofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
generator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
indicatie van slijtage van remblokken . . . . . . 198
katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
motoroliesensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 110
portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
ruitensproeiervloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . 142
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
snelheidsregelsysteem (GRA) . . . . . . . . . . . . . 231
stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
uitlaatgasreinigingssysteem . . . . . . . . . . . . . . 211
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235 van de veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
vervan
gen van lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Controleren bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Controle van niveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 289
D Dagrijlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170 basisdragers vastmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Dakkoffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Dashboardkastjeverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 141
DCC zie Dynamische onderstelregeling . . . . . . . . . 244
De accu laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
De achterbank neerklappen laadvloer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
De auto starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De bagageruimte laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 rijden met geopende achterklep . . . . . . . . . . . 158
Defecte lampen zie "Lampen vervangen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
De gordel spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De motor starten door aanslepen . . . . . . . . . . 53, 90
De voorairbag van de bijrijder buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De wagen duwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192
De wagen laden bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
De wagen slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 90, 192 sleepoog vooraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 De wagen wassen
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
hogedrukreinigers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
De werking controleren regensensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
De wisserbladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Diagnosesteker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263
Dieselolie tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Dieselroetfilter Storing in de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Differentieel elektronisch vergrendelen (EDS) . . 215
Differentieel vergrendelen Zie "Remhulpsystemen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
indicatie in de buitenspiegel . . . . . . . . . . . . . . 236
rijsituaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
Dopjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Draagvermogen van de banden . . . . . . . . . . . . . 309
Draagvermogen van de wielen . . . . . . . . . . . . . . 311
Draailicht Zie "Statisch bochtenlicht" . . . . . . . . . . . . . . . 137
Draairichtinggebonden banden . . . . . . . . . . . . . 310
Dynamische lichtbundel-hoogteverstelling . . . . 140
Dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . . . 244 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
326
Trefwoordenlijst
dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . 244
El ektr
onis
ch beheer van het aandrijfkoppel
(XDS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
launch-control-programma . . . . . . . . . . . . . . . 207
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
park Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
rear View Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
remkrachtassistent (BAS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
sign Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 240
vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 243
I Inbouwen trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 256
Inbraakbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Informatieoproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Informatiesysteem SEAT structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Ingang USB/AUX-IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 172
In geval van nood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223 automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 227
in- of uitschakelen (parkeerplaats verlaten) . . 226
in- of uitschakelen (parkeren) . . . . . . . . . . . . . 225
ingrijpen van remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
parkeerplaats verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
voorbereiding
en voor parkeren . . . . . . . . . . . . 225
Inrijden banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
nieuwe motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Instellingen rugleuning van de bijrijdersstoel naar vorenklappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Instelling van de stoelen stoelen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 105 controle- en waarschuwingslampjes . . . . 33, 110
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 110
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Interieurbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
afstandsbediening: de batterij vervangen . . . 188
automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 280
bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187, 190
gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
J Jerrycan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Juiste houding
bestuur der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
K
Kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 249, 253
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 211
Storing in de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 120
keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Kilometerteller dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderstoel Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 bevestigingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
geïntegreerd kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
gewichtscategorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 80
met veiligheidsgordel bevestigen . . . . . . . . . . . 22
op de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
op de bijrijdersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
regelgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
uitschakelen van de voorairbag van de bijrijder . . .75
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 20, 77
vervoer van kinderen in de wagen . . . . . . . . . . 78
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 voorairbag van de bijrijder buiten werkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Klep van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
328