De essentie
Sluiten van panoramaschuifdak in ge-
v a
l
van nood Afb. 15
In de hemelbekleding: Verwijder de
af dekk
ing. Afb. 16
Inbusbout voor het sluiten van het pa-
nor am
as
chuifdak. ●
Ver
wijder de af
dekking in de richting van
de pijl ››› afb. 15.
● Voer een normale inbussleutel 1)
van 4 mm
groot in de inb
usbout ››› afb. 16 A .
● Draai de inbussleutel om het panorama-
s c
huif d
ak te sluiten.
● Plaats de afdekking terug.
● Breng het panoramaschuifdak naar een ge-
speciali
seerde werkplaats. De werking van
de noodvergrendeling kan de functie of de
sluitkrachtbegrenzing van het panorama-
schuifdak beschadigen.
››› in Inleiding tot thema op pag. 92 Vóór elke rit
V oor
st
oel handmatig verstellen Afb. 17
Bedieningselementen van linkervoor-
s t
oel . De bedieningselementen van de rechtervoor-
s
t
oel
zijn gelijk maar in spiegelbeeld gerang-
schikt.
In de stoel kunnen bedieningselementen
voor mechanische en elektrische verstelling
gecombineerd worden. »1)
Niet inbegrepen in de gereedschapskist aan
boord. 13
Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
gsel
ementen op het stuurwiel*
Bediening van het audio+telefoon systeem Afb. 121
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
fu
ncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de best
uring af te leiden. ●
om de beschik bare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
111
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Communicatie en multimedia
Multimedia In g
an g USB/A
UX-INAfb. 122
Middenarmsteun voorin: USB/AUX-
IN-in g
an g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be s
chikken over een USB/AUX-IN-
aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich in het
vak voorin in de middenarmsteun ››› afb.
122.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. 3-toets module in hemelbekle-
ding
3-toets
module* Afb. 123
3-toets module in hemelbekleding:
bedienin g
st
oetsen telefoon.
Functie
Kort indrukken
: oproep beantwoorden of ge-
sprek beëindigen.
Ingedrukt houden : oproep afwijzen.
Kort indrukken: spraakherkenning in- of uit-
schakelen, bijvoorbeeld om te bellen. a)
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
: in-
formatie opvragen over het merk SEAT en de
gekozen extra diensten met betrekking tot
verkeer en reis.
Functie
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
:
om in geval van storingen hulp te krijgen via
het netwerk met SEAT-dealers.
a) Dit geldt niet als een navigatiesysteem SEAT Media System
2.2 met spraakbediening ingebouwd is.
Informatie- en hulpoproepen Met behulp van de toetsen
en op de 3-
toets modu l
e wordt u verbonden met het Ser-
vice Call Center van SEAT 1)
. Het systeem zal
automatisch de hulpcentrale in het betreffen-
de land bellen. U kunt alleen opbellen als de
mobiele telefoon aanstaat en is verbonden
met de mobiele-telefoonvoorbereiding via
Bluetooth.
Info-oproep
De toets Informatieoproep biedt infor-
matie over het merk SEAT en over de gekozen
extra diensten met betrekking tot verkeer en
reis.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
In landen die niet over een informatienum-
mer beschikken, de toets ingedrukt houden
voor een hulpoproep. »1)
Afhankelijk van het land.
113
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Bedienen
de gewichtsgrens worden belast die in de
mont ag
e-in s
tructie is aangegeven.
Last verdelen
Verdeel de lading gelijkmatig en maak de
last op de juiste wijze vast ››› .
B ev
es
tigingspunten controleren
U moet nadat u de basisdragers en het dak-
dragersysteem heeft ingebouwd, na een kor-
te afstand en daarna met regelmatige inter-
vallen de bevestigingspunten controleren. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op het
dak o v
erschreden wordt, kan dit leiden tot
ongevallen en schade aan de wagen.
● Respecteer altijd het toelaatbare gewicht
voor het dak, de t
oelaatbare belasting op as-
sen en het toelaatbare totaalgewicht van de
wagen.
● Overschrijd de capaciteit van het dakdra-
gersys
teem niet, ook al bereikt u de maxi-
mum toelaatbare lading niet.
● Altijd de zwaarste voorwerpen vooraan be-
vestig
en en de lading in het algemeen gelijk-
matig verdelen. ATTENTIE
Losse lading en niet correct vastgemaakte la-
ding kan v
an het dakdragersysteem vallen en
ongevallen en letsel veroorzaken. ●
Gebruik a ltijd g
eschikte of onbeschadigde
touwen of spanbanden.
● Maak de lading op de juiste wijze vast. Opbergvakken
Inleidin g t
ot thema De opbergvakken mogen alleen gebruikt wor-
den om lichte of
k
leine voorwerpen op te ber-
gen.
In het vak voorin in de middenarmsteun be-
vinden zich de ingangen voor de verbindin-
gen USB/AUX-IN, gemonteerd af fabriek.
In het linkeropbergvak in de bagageruimte
bevindt zich de Cd-wisselaar af fabriek. ATTENTIE
Bij bruusk remmen of plotselinge manoeu-
vres, k u
nnen losse voorwerpen door het inte-
rieur geslingerd worden. Dit kan ernstig let-
sel veroorzaken bij de inzittenden en leiden
tot het verlies van de controle over de wagen.
● Geen dieren vervoeren noch harde, zware of
scherpe v
oorwerpen in het interieur van de
wagen plaatsen in: open opbergvakken,
dashboard, hoedenplank, kleding of tassen.
● Zorg ervoor dat tijdens het rijden de op-
bergvakk
en altijd gesloten blijven. ATTENTIE
Het plaatsen van voorwerpen in de voeten-
ruimte v an de be
stuurder kan het bedienen
van de pedalen belemmeren. Dit kan leiden
tot het verlies van de controle over de wagen
en zo het risico op een ernstig ongeval verho-
gen.
● Zorg ervoor dat de pedalen op elk moment
bediend kunnen wor
den en dat er geen voor-
werpen onder kunnen rollen.
● De vloermat moet altijd vast liggen.
● Plaats nooit andere vloermatten of vloerbe-
dekkingen op de af
fabriek gemonteerde
vloermat.
● Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp in de
voetenruimte
van de bestuurder kan vallen
onder het rijden. VOORZICHTIG
● De v er
warmingsdraden van de achterruit
kunnen door schurende voorwerpen op de
hoedenplank beschadigd raken.
● Bewaar geen voorwerpen, voedsel of medi-
cijnen in de wagen die g
evoelig zijn voor
warmte. Hoge of lage temperaturen kunnen
deze beschadigen of onbruikbaar maken.
● Doorzichtige voorwerpen die in de wagen
gelegd w
orden, zoals brillen, vergrootglazen
of doorzichtige zuignappen op de ruiten kun-
nen de zonnestralen bundelen en schade ver-
oorzaken aan de wagen. 172
Trefwoordenlijst
dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . 244
El ektr
onis
ch beheer van het aandrijfkoppel
(XDS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
launch-control-programma . . . . . . . . . . . . . . . 207
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
park Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
rear View Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
remkrachtassistent (BAS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
sign Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 240
vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 243
I Inbouwen trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 256
Inbraakbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Informatieoproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Informatiesysteem SEAT structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Ingang USB/AUX-IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 172
In geval van nood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223 automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 227
in- of uitschakelen (parkeerplaats verlaten) . . 226
in- of uitschakelen (parkeren) . . . . . . . . . . . . . 225
ingrijpen van remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
parkeerplaats verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
voorbereiding
en voor parkeren . . . . . . . . . . . . 225
Inrijden banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
nieuwe motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Instellingen rugleuning van de bijrijdersstoel naar vorenklappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Instelling van de stoelen stoelen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 105 controle- en waarschuwingslampjes . . . . 33, 110
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 110
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Interieurbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
afstandsbediening: de batterij vervangen . . . 188
automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 280
bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187, 190
gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
J Jerrycan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Juiste houding
bestuur der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
K
Kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 249, 253
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 211
Storing in de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 120
keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Kilometerteller dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderstoel Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 bevestigingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
geïntegreerd kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
gewichtscategorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 80
met veiligheidsgordel bevestigen . . . . . . . . . . . 22
op de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
op de bijrijdersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
regelgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
uitschakelen van de voorairbag van de bijrijder . . .75
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 20, 77
vervoer van kinderen in de wagen . . . . . . . . . . 78
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 voorairbag van de bijrijder buiten werkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Klep van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
328