De essentie
in de wagen ›››
p
ag. 23 . M
aak de bevesti-
gingsgordel enkel vast in de daarvoor be-
stemde ringen, die aangeduid zijn als Top
Tether. Niet alle bevestigingsogen kunnen
gebruikt worden met het Top Tether-systeem.
Span de Top Tether-bevestigingsriem altijd
zo dat het kinderzitje stevig tegen de over-
eenkomstige stoel van de wagen gedrukt
wordt.
Specifieke bevestigingssystemen voor elk
land
Europa: Isofix-bevestigingsringen en be-
vestigingsgordel bovenaan ››› pag. 22
en ››› pag. 23.
3-puntsveiligheidsgordel en bevesti-
gingsgordel bovenaan ››› pag. 22.
De systemen bestaan uit het vastzetten van
het bevestigingssysteem voor kinderen met
een bevestigingsriem bovenaan (Top Tether)
en met verankeringen onderaan in de stoel.
Kinderzitje met veiligheidsgordel be-
vestig
en Kinderzitje vastmaken met veiligheidsgordel
● Lees de gebruiksaanwijzingen van de fabri-
k ant
v
an het kinderzitje en volg ze op.
● Bevestig het kinderzitje op de stoel aan de
hand van de aan
wijzingen van de fabrikant.
A B ●
De g
ordelhoog
teverstelling moet in de
hoogste positie staan.
● Gesp de veiligheidsgordel om of breng
hem door de constructie
van het kinderzitje
in overeenstemming met de aanwijzingen
van de fabrikant.
● Let erop dat de veiligheidsgordel niet ver-
draait.
● Steek
de gesp in het bij het zitje behorende
gordels
lot tot deze hoorbaar vastklikt.
● De bovenste gordelband moet strak tegen
het kinderz
itje liggen.
● Trek aan de gordel (het uittrekken van de
onderste g
ordelband mag niet mogelijk zijn).
Kinderzitje uitbouwen
Maak de veiligheidsgordel alleen los wan-
neer de wagen stilstaat.
● Druk op de rode knop in het slot. De gesp
springt
uit het slot.
● Leid de gordel met de hand zodat de band
vlotter oprolt, de g
ordel niet verdraait en de
bekleding niet beschadigd raakt.
● Neem het kinderzitje uit de wagen.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 77 Kinderzitje vastmaken met de onder-
s
t
e v
erankeringen (ISOFIX) Afb. 38
Versie 2: identificatie van de veranke-
rin g
en v
oor het kinderzitje in de stoel van de
wagen. Voor elke zitplaats op de achterbank of, in-
dien
v
an t oep
assing, op de bijrijdersstoel,
zijn twee bevestigingsringen, de zogenaam-
de onderste verankeringen, aanwezig. De be-
vestigingsringen zijn aan de carrosserie be-
vestigd.
Kinderzitjes met vaste bevestiging
● Houd rekening met de aanwijzingen van de
fabrikant b
ij het in- en uitbouwen van het kin-
derzitje.
● Steek het kinderzitje in de bevestigingsrin-
gen ›››
afb. 38, in de richting van de pijl. Het
kinderzitje moet goed en hoorbaar vastklik-
ken. 22
Vastzetten
– Nooit rijden al
s u
w rijvaardigheid is beïn-
vloed (bijv. door medicijnen, alcohol,
drugs).
– Verkeersregels en de aangegeven snelhe-
den aanhouden.
– De snelheid altijd aan de weg-, verkeers-
en weersomst
andigheden aanpassen.
– Tijdens lange ritten regelmatig pauzeren -
ten minst
e eens in de twee uur.
– Indien mogelijk niet rijden wanneer u moe
bent of onder tijdsdruk
staat.ATTENTIE
Als u afgeleid bent of uw vermogens aange-
tas t
zijn door een bepaalde omstandigheid,
wordt de kans op ongevallen en verwondin-
gen groter. Veiligheidsvoorzieningen
Uw veiligheid en de veiligheid van uw bijrij-
der
s
m ag u niet
op het spel zetten. Bij een
ongeval kunnen de veiligheidsvoorzieningen
de risico's op lichamelijk letsel reduceren. De
volgende opsomming omvat een deel van de
veiligheidsvoorzieningen in uw SEAT:
● 3-punts gordels;
● gordelbelastingsbegrenzing op de voor-
stoelen en de ac
hterbank (zijkanten),
● gordelspanners aan de voorstoelen; ●
frontairbag
s;
● knieairbags;
● zijairbags in de rugleuningen van de voor-
stoelen;
● z
ijairbags in de rugleuningen van de ach-
terbank*;
● hoofd
airbags;
● "ISOFIX"-bevestigingspunten voor kinderzi-
tjes op de
zijzitplaatsen met het systeem
"ISOFIX";
● in hoogte verstelbare hoofdsteunen bij de
voorst
oelen;
● hoofdsteunen achteraan met gebruiks- en
niet-gebruik
sstand.
● verstelbare stuurkolom.
De genoemde v
eiligheidsvoorzieningen wer-
ken samen om u en uw bijrijders in ongeval-
situaties zo goed mogelijk te beschermen.
Deze veiligheidsvoorzieningen zijn u en uw
bijrijders van geen nut als u en uw bijrijders
een verkeerde zithouding aannemen of deze
voorzieningen niet juist verstellen of gebrui-
ken.
Vastzetten is in ieders belang! Juiste zithouding van de inzit-
tenden
Juist
e zithouding Afb. 81
De correcte afstand tussen de be-
s t
uur der en het
stuurwiel moet minstens 25
cm (10 inch) bedragen. Afb. 82
Juist verloop van de gordelband en
jui s
te s
tand van de hoofdsteunen. 58
Vastzetten
Algemene informatie over het vervoe-
r en
van k
inderen in de wagenLees aandachtig de aanvullende informatie
›››
p
ag. 21.
De normen en wettelijke voorschriften heb-
ben altijd voorrang op de informatie uit dit
instructieboekje. Er bestaan verschillende
normen en voorschriften voor het gebruik van
kinderzitjes en de bevestigingsmogelijkhe-
den ervan ( ››› Tab. op pag. 78). Zo is in een
aantal landen het gebruik van kinderzitjes op
bepaalde plaatsen in de wagen verboden.
De natuurkundige wetten en de effecten er-
van op de wagen in geval van een botsing of
een ander type van aanrijding zijn ook van
toepassing op de kinderen ›››
pag. 66. In te-
genstelling tot bij jongeren en volwassenen,
zijn de spieren en beenderen van kinderen
nog niet volgroeid. Bij een ongeval lopen kin-
deren dus een grotere kans op ernstig letsel.
Aangezien het lichaam van kinderen nog niet
volledig ontwikkeld is, moet voor hen een
speciaal bevestigingssysteem gebruikt wor-
den dat aangepast is aan hun gewicht, leng-
te en lichaamsbouw. In vele landen zijn wet-
ten van kracht voor het gebruik van goedge- keurde systemen voor het vervoer van baby's
en kinderen.
Ge bruik
alleen kinderzitjes die geschikt, toe-
gestaan en goedgekeurd zijn voor de wagen.
In geval van twijfel kunt u steeds terecht bij
een Technische Dienst of een gespecialiseer-
de werkplaats.
Specifieke regelgeving per land over kinder-
zitjes (selectie)
NormExtra informatie
ECE-R 44 a)technische dienst
a)
ECE-R: Reglement Economic Commission for Europe.
Indeling van de kinderzitjes volgens ECE-
R 44
Ge-
wichts-
catego- rieGewichtvan het kindInbouw van een kinder- zitje
Groep 0tot 10 kgMet de rug naar het dash-
board gekeerd. Op de achter- bank optioneel met Isofix- systeem.
Groep 0+tot 13 kg
Ge-
wichts-
catego- rieGewichtvan het kindInbouw van een kinder- zitje
Groep 19 t/m
18 kgIn de rijrichting. Op de ach-
terbank optioneel met Isofix- systeem.
Groep 215 t/m 25kg
In de rijrichting. Op de bui-
tenste zitplaatsen achterin of op de middelste plaats vande tweede zitrij en op alle
plaatsen van de derde zitrij. Optioneel met Isofix-sys- teem.
Groep 322 t/m 36kgIn de rijrichting. Niet alle kinderen passen in het zitje van hun
g
ew
ichtsgr
oep. Net zoals niet alle zitjes ge-
schikt zijn voor de wagen. Om die reden
moet steeds gecontroleerd worden of het
kind goed past in het kinderzitje en of het zi-
tje altijd veilige in de wagen aangebracht kan
worden.
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem, dat speciaal
ontworpen werd voor dit type wagens in over-
eenstemming met de norm ECE-R 44.
78
Vastzetten
van het kind, omdat de airbag het kinderzitje
met grot
e k
racht treft waardoor het tegen de
rugleuning geslingerd wordt. ATTENTIE
Als u in uitzonderlijke gevallen een kind moet
v erv oer
en op de bijrijdersstoel met de rug
naar het dashboard gekeerd, houd dan reke-
ning met het volgende:
● Schakel de voorairbag van de voorpassa-
gier altijd uit en houd deze airb
ag buiten
werking.
● Het kinderzitje moet door de fabrikant van
het kinderz
itje zijn goedgekeurd voor het ge-
bruik op de bijrijdersstoel met voor- en zijair-
bag.
● Volg de montageaanwijzingen van de fabri-
kant v
an het kinderzitje en houd u aan de
waarschuwingen.
● Schuif de voorpassagierstoel helemaal
naar achter
en en zet hem in de hoogste posi-
tie voor een zo groot mogelijke afstand tot de
voorairbag.
● Zet de rugleuning rechtop.
● Zet de gordelhoogteverstelling in de hoog-
ste pos
itie.
● Beveilig kinderen in de wagen altijd met
een goedgekeur
d bevestigingssysteem dat
aangepast is aan hun gewicht en lengte. Gebruik van het kinderzitje op de ach-
t
erb
ank Indien een kinderzitje op de achterbank ge-
plaats
t
wordt, moet de voorstoel zo versteld
worden dat het kind over voldoende ruimte
beschikt. Pas daarom de voorstoel aan de
grootte van het kinderzitje en de lengte van
het kind aan. Let daarbij ook op de juiste
houding van de voorpassagier ››› pag. 58.
Verplaats de tweede en derde zitrijen volle-
dig achteruit en vergrendel ze. Plaats de rug-
leuningen verticaal en de hoofdsteunen vol-
ledig naar beneden.
Isofix-kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik
op de achterbank
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem , dat speci-
aal ontworpen werd voor dit type wagens in
overeenstemming met de norm ECE-R 44.
De Isofix-kinderzitjes zijn ingedeeld in de ca-
tegorieën "specifiek voor de wagen", "be-
perkt" of "semi-universeel".
De fabrikanten van kinderzitjes overhandigen
bij elk Isofix-zitje een wagenlijst met de mo-
dellen waarvoor het betreffende Isofix-zitje
goedgekeurd is. Indien de wagen in de lijst
van de fabrikant staat en het Isofix-kinderzi-
tje behoort tot een categorie van de lijst, mag
het gebruikt worden in deze wagen. Neem zo
nodig contact op met de fabrikant van het kinderzitje om een geactualiseerde automo-
dellen
lij
st aan te vragen.
Groep (ge-
wichtscate- gorie)Isofix-cate-
gorie van het kinderzitjePositie van het zi-tje op de achter- bank
Klasse 0:tot 10 kgEIUF a)
Klasse 0+
tot 13 kgEIUF a)
DIUFa)
CIUFa)
Klasse 1:
9 t/m 18 kg
DIUF a)
CIUFa)
BIUFa)
B1IUFa)
AIUFa)
a)
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes van de categorie "univer-
seel" goedgekeurd voor gebruik in deze groep. ATTENTIE
Als op de tweede zitrij op alle stoelen een
kinderz itj
e gemonteerd is, dan is het moge-
lijk dat de stoelen van die zitrij bij een onge-
val niet vanaf de derde zitrij naar voren omge-
klapt kunnen worden. In een noodgeval kun-
nen de personen die op de derde zitrij zitten
de wagen niet zelfstandig verlaten of zichzelf
redden. 80
Trefwoordenlijst
dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . 244
El ektr
onis
ch beheer van het aandrijfkoppel
(XDS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
launch-control-programma . . . . . . . . . . . . . . . 207
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
park Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
rear View Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
remkrachtassistent (BAS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
sign Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 240
vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 243
I Inbouwen trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 256
Inbraakbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Informatieoproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Informatiesysteem SEAT structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Ingang USB/AUX-IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 172
In geval van nood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223 automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 227
in- of uitschakelen (parkeerplaats verlaten) . . 226
in- of uitschakelen (parkeren) . . . . . . . . . . . . . 225
ingrijpen van remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
parkeerplaats verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
voorbereiding
en voor parkeren . . . . . . . . . . . . 225
Inrijden banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
nieuwe motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Instellingen rugleuning van de bijrijdersstoel naar vorenklappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Instelling van de stoelen stoelen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 105 controle- en waarschuwingslampjes . . . . 33, 110
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 110
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Interieurbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
afstandsbediening: de batterij vervangen . . . 188
automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 280
bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187, 190
gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
J Jerrycan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Juiste houding
bestuur der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
K
Kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 249, 253
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 211
Storing in de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 120
keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Kilometerteller dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderstoel Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 bevestigingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
geïntegreerd kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
gewichtscategorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 80
met veiligheidsgordel bevestigen . . . . . . . . . . . 22
op de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
op de bijrijdersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
regelgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
uitschakelen van de voorairbag van de bijrijder . . .75
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 20, 77
vervoer van kinderen in de wagen . . . . . . . . . . 78
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 voorairbag van de bijrijder buiten werkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Klep van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
328